
Aanleiding van het stuk was het redactioneel commentaar van Raoul du Pré over de zaak van de juwelier die Marokkanen en Antillianen wil weren uit zijn zaak. Dit omdat hij al diverse keren is beroofd en gemolesteerd door overvallers die tot die groepen behoren. Inmiddels zit de goede man in een rolstoel door gewelddadigheden tijdens de laatste beroving, dus hij heeft op zich genoeg reden om pissed te zijn. De krant vermeldt in dit soort gevallen altijd fijntjes dat het een Wilders-stemmer betreft. Nu heeft de juwelier dat zelf gezegd tegen de journalist van dienst, maar toch, hij heeft wel een levensgroot stempel op zijn voorhoofd. De Volkskrantlezer weet wat voor vlees hij in de kuip heeft.
Het moet zeker dertig jaar geleden zijn dat er een Postbus 51-spotje werd uitgezonden over winkeldiefstal. Ik heb dat waarschijnlijk zo goed onthouden omdat ik de reclame doodeng vond. Een angstaanjagende en prototypische dief met enorm lange vingers en nagels keek heel gemeen de camera in. Daarop zei een donkerbruine stem, omgeven door galm: 'Als je iemand met lange vingers ziet moet je oppassen!' De conclusie van het spotje is uiteraard dat het heel makkelijk zou zijn als elke dief herkenbaar was aan zijn lange vingers, maar dat dat in de praktijk niet het geval is. Je moet dus altijd goed blijven opletten, voorkomen is beter dan blussen.
Stel dat inderdaad winkeldieven en ach, laten we overvallers er ook gelijk bij nemen, te herkennen zouden zijn aan hun lange vingers. Zonder uitzondering, één op één: winkeldief = lange vingers, lange vingers = winkeldief. Bij de ingang van zijn zaak posteert een juwelier een sportschoolmannetje met een V op zijn jasje. Zijn taak: mensen met lange vingers de toegang ontzeggen.
Zou in voorkomend geval de CGB een sterke zaak hebben als iemand met lange vingers zich tot haar wendt omdat hij zich ongelijk behandeld voelt? Ik denk het wel. Er is sprake van ongelijke behandeling, want iedereen is voor de wet gelijk en moet ook in gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Dat is allemaal mooi en aardig, maar met een langevingercheckpoint voor elke winkeldeur behoort winkeldiefstal tot het verleden. Je zou haast denken dat dat een groter belang dient, alhoewel je enorm uit moet kijken met personen die grotere belangen zeggen te dienen. Potentaten en dictatoren in de dop.
De CGB vindt uiteraard dat de oplossing van de juwelier - de échte juwelier in een land zonder mensen met lange vingers - niet kan en mag. In die zaak zullen ze vast gelijk krijgen, alhoewel de tijdgeest ondertussen hele andere dingen roept: 'Wraak, lik op stuk, zwaarder straffen, terugsturen!' De tijdgeest, het blijft een naar mannetje. Als onze Marokkanen en Antillianen niet eens meer naar de juwelier mogen om hun met stressvolle en noeste arbeid verdiende zwarte geld te kunnen inwisselen voor wat bloeddiamanten voor die meisje, waar moet het dan heen met Nederland?