maandag 20 februari 2012

VRIEND


Een dikke maand geleden kwam ik bij een cd-presentatie van de onvolprezen Faraways een oude vriend van me tegen. Althans, vriend? Wat is een vriend. Ik heb een paar jaar met hem in een bandje gespeeld. Mijn eerste bandje, het Vianees-Nieuwegeinse gezelschap J.M. Crew. Een soort hele slechte Red Hot Chili Pepperskloon. We hebben het over eind jaren '80, toen de Peppers nog een tamelijk obscuur bandje vormden, vermaard om zijn sokact.

Ik had Laurens - ja, laten we hem Laurens noemen, want zo heet hij - al een kleine twintig jaar niet gezien. Het ging niet zo goed met hem. Hij had een hele slechte tijd achter de rug. En laat dat achter de rug ook maar weg. Toevallig had ik een paar weken daarvoor nog aan hem gedacht. Ik had een liedje in mijn hoofd - 'Dokter, ik heb een liedje in mijn hoofd!' - van voornoemde J.M. Crew dat door hem bedacht was. Maf om hem daar ineens tegen het lijf te lopen. We hebben ontzettend leuk zitten praten. Het hield gewoon niet op. Dat je je afvraagt: waarom heb ik jou twintig jaar niet gezien? Terwijl je zo'n toffe peer bent... Waar is het mis gegaan?

Van het weekend was ik op een feestje van een oud-huisgenote van het IBB. Laten we haar Mercedes noemen - ja, Mercedes, want zo heet zij! Ik kwam haar maanden terug tegen op het wereldwijde web. Haar twitternaam was Benzemens. En dat was precies de bijnaam die ik haar indertijd had gegeven. Ik ben nogal bijnamerig moet je weten.

We zijn die avond met een heleboel oude lullen (m/v) naar de Ouwe Lullen Disco geweest. Het was gezellig, maar soms ook lichtelijk genant. Veertig plussers die fanatiek dansen in een ruimte waar niet gerookt mag worden, dat ruikt niet lekker! En wat een vleesmarkt. En wat doen 40 plussers raar als ze gedronken hebben.
Het erge is: je doet gewoon mee. Ik heb - god vergeef me - toch weer 8 minuten lang 'paradise by the dashboard light' gespeeld met best een leuk dansmariekje, tevens gelukkig getrouwde moeder van drie kinderen.

Het was ontzettend leuk om Benzemensje en Lambiek (ik was inmiddels vergeten dat Benzemens' partner Geert Jan heette en kon alleen nog op zijn bijnaam komen, ja, ik ben nogal bijnamerig) en zo nog een paar weer te zien en te spreken. Als vanouds, je pakt zo de draad weer op, het is verbazingwekkend hoe weinig mensen veranderen. Het was leuk! Dat je je afvraagt: waarom heb ik jou vijftien jaar niet gezien en gesproken? En dat je je uiteindelijk ook afvraagt: waarom heb ik nou niet net de laatste trein wél gehaald, zodat ik geen taxi van Amersfoort naar Utrecht hoef te nemen? Afijn, zo'n avond dus.

Het blijft soms een raadsel: waarom ben je met de een altijd bevriend gebleven en met de ander niet? Het lijkt meer met toeval te maken te hebben dan met honderd karaats vriendschap. Toeval. Dat je op een belangrijk moment er simpelweg bent, of juist net niet. Dat een van beiden toch weer het initiatief neemt voor een afspraak. Dat je elkaar tegenkomt bij wederzijdse vrienden. Bij sommigen blijft het een volkomen raadsel waarom de vriendschap blijft bestaan. Maar om de een of andere manier is het toch logisch. Je collega's zie je een stuk vaker en zij weten vaak meer van je dan je oude vrienden. Idem dito voor je volleybalvriendjes, bandleden, mede-vrijwilligerswerkers, enzovoorts. Vrienden als verlengstuk van een hobby? Of zijn het simpelweg de plekken waar onwillekeurig en voortdurend het selectieproces plaatsvindt van vriendenschaar in brede zin tot echte vriend?

Ik had dit stukje al tijden in mijn hoofd - 'dokter, ik heb een stukje in mijn hoofd' - maar het was nog ongeschreven, toen ik het prachtige boek In ongenade las van Coetzee. Daarin staat dat friend komt van het Oudengelse freond en dat komt weer van het werkwoord freon, houden van. Dat had ik me nooit gerealiseerd. Maar ik vermoed dat dat toch de essentie is van dat zo diffuse begrip vriend.