dinsdag 17 april 2012

RETRO

Hoe deed je dat vroeger ook weer? Die vraag stel ik me de laatste tijd steeds vaker als ik de dingen van alledag als vanzelfsprekend over laat aan computer, iPad of smartphone. Ter illustratie: een Paasweekendje weg. Hoe gaat dat tegenwoordig?

Je boekt online een B&B waarvan je eerst, eveneens online, foto's hebt bekeken en recensies hebt gelezen. Aha, op loopafstand van een heel goed restaurant staat er. Dus ook dat restaurant check je online: hoe ziet het er uit, hoe is de sfeer, wat staat er op de kaart, wat vonden anderen, wat kost het? Dat ziet er prima uit dus je boekt, uiteraard online. Je checkt de omgeving online: fiets en wandelroutes te over. Google Earth laat zien dat het een mooie afwisselende lommerrijke omgeving is met veel water en heggen.

Je vertrekt en checkt heel smart hoe laat de treinen gaan. De avond tevoren heeft app Fiets! de route bepaald die moet worden afgelegd van A naar B via C. Dat wordt rijden van knooppuntnummer tot knooppuntnummer, waardoor je geen notie meer hebt van waar je op enig moment bent. Niet meer dan: op 3,7 km van het volgende knooppunt, waarna nog 4 knooppunten te gaan tot C.

De app mooi Noord-Limburg neemt je bij de hand. Met een druk op de knop vertelt iPadje je op welke afstand er restaurants, musea, bezienswaardigheden en ateliers zijn. En waar wandel- en fietstochten beginnen. Tijdens een regenachtig ontbijt check je Buienradar, zodat je weet dat je vanaf 10:50 uur droog kunt gaan fietsen.

Ja, hoe deed je dat vroeger ook weer? Je zocht een leuke B&B uit in het reiskatern van de Volkskrant, of je ging af op wat andere je tipten. En dan belde je ze op voor een reservering. Je kocht een fietskaart zodat je wist hoe je van A via B naar C moest fietsen, en welke mooie fietstochten er in de omgeving waren. Je zocht in het spoorboekje op hoe laat de trein vertrok en haalde een treinkaartje bij het loket. Vanuit de B&B aanvaardde je de fietstocht in regenpak, het regende immers, en het was volstrekt onduidelijk wanneer dat weer een keer ophield. Je vroeg de gastvrouw van de B&B om een aardig restaurantje in de buurt en belde op voor een reservering. Onderweg kwam je bij verrassing langs wonderschone kasteeltjes en prachtige theetuinen.

Tsja, of je leven en je uitjes er nou beter en mooier van worden, al dat ge-app en gecomputer, ik weet het niet. Wellicht moet ik om dat proefondervindelijk te ontdekken binnenkort maar eens een ouderwets retro-uitje boeken. Ik denk dat ik dat nog net kan.

VERSCHAF

Die crisis, ik vind het maar een ingewikkeld ding. Hoe kom je er aan, hoe kom je er af? En ook best belangrijk: wat doe je als je last van haar hebt? Het woord crisis komt oorspronkelijk uit het Grieks en betekent 'beslissend keerpunt'. Dat beslissende keerpunt duurt nu al jaren. Of hebben we hem nog niet bereikt en is dit alles slechts voorspel?

Het verbaast me dat crisis een vrouwelijk woord is. Terwijl de oorzaak van de gemiddelde crisis toch echt bij mannen ligt. Mannen kunnen daar niet zo veel aan doen want zo zijn ze nu eenmaal. Crises en oorlogen worden niet door vrouwen veroorzaakt. Hooguit ontstaan ze óm vrouwen. 

Een goede crisis hoort er gewoon bij zo af en toe, weten we sinds Kondratieff. Er is een voortdurende golfbeweging die gaat van hoog- naar laagconjunctuur en terug. Daar helpt geen lievemoederen aan. De crisis heeft ook iets te maken met de waarde van geld, die sinds het verdwijnen van de Gouden Standaard volstrekt nominaal is: wat de gek er voor geeft. En wat die gek er voor geeft - dus wat je er voor kan kopen - hangt af van zijn of haar vertrouwen in die nominale waarde. En banken en hypotheekverstrekkers hebben de afgelopen jaren erg hun best gedaan het consumentenvertrouwen te ondermijnen. Telkens je klanten bestelen en leningen met niet-bestaande leningen dekken die door niet-bestaande leningen worden gedekt: dat moet op een gegeven moment mis gaan. Gelukkig hebben overheden en EU's er meer baat bij de financiële boel bij elkaar te houden dan banken. Anders was dat 'beslissende keerpunt' vast al lang aangebroken.   

Hoe kom je er van af, van zo'n crisis? Dat is niet zo eenvoudig. Het is vooral een kwestie van uitzitten en wachten tot de hoogconjunctuur je uit je misère bevrijdt. Tips om die tijd zo goed mogelijk door te komen gaf ik al eerder: neem een volkstuin, koop zaaigoed en sla heel veel blikvoer in en ander voedsel dat lang bewaard kan worden. 

Maar wat zelden gezegd wordt is dat een crisis ook heel veel moois oplevert. Het is goed voor de karaktervorming van al die verwende patatgeneratiegenoten om zich eens druk te moeten maken om echt wezenlijke zaken. Bovendien komen er door de schrikbarende werkloosheid honderdduizenden handjes vrij om projecten te verwezenlijken die anders nooit gerealiseerd zouden kunnen worden. Al die honderdduizenden werklozen van de dertiger jaren hebben in Utrecht een groter en mooier Julianapark, een stadion Galgenwaard en een zwembad (het Zuilense Noorderbad) opgeleverd. En ook elders werd er flink gebouwd, gegraven en geplant. Het Amsterdamse Bos en de Bosbaan, het Goffertpark en -stadion in Nijmegen, het Zuiderpark in Den Haag, de Leidse Hout en het Kralingse Bos in Rotterdam. Wat zouden deze steden zijn zonder deze prachtige parken? De crisis heeft ook de Afsluitdijk en tientallen kanalen en ontginningen in het oosten en noorden van het land opgeleverd. En vliegveld Eelde. Bij de aanleg van het Amsterdamse Bos waren tot 1940 zo'n 20.000 werklozen werkzaam. En dat was een zware klus als ik de verhalen op internet lees. Sommigen waren blij dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, zodat ze eindelijk verlost waren van die dwangarbeid. Ze konden stoppen, 'want toen kwam gódzijdank de oorlog' aldus een bejaarde werkloze ergens op internet. Blijkbaar gaat van een oorlog een crisis zo weer over. 

Inmiddels is Nederland veel te af om nieuwe grootschalige projecten van voornoemde omvang te starten. Maar ik weet wel wat. Het bij deze crisis vrijkomende arbeidspotentieel kan het beste ingezet worden om vooral in de zeventiger en tachtiger jaren begane dwalingen op ruimtelijke ordeningsgebied teniet te doen. In Utrecht kunnen we bijvoorbeeld blijmoedig met 1000 werklozen in ploegendienst een aanvang nemen met het afbreken van de Neudeflat als opwarmertje, om vervolgens Hoog Catharijne tot de laatste steen af te breken. De graafclub graaft inmiddels de Catharijnesingel weer volledig uit. Ach, en waarom pakken we de Tuylkade er niet gelijk bij, dat was ook een prachtig mooi watertje vroeger. 

In Amsterdam worden met vereende kracht alle gedempte grachten weer opengegraven en de Noord/Zuidlijn wordt handmatig, snel en zonder verzakkingen afgemaakt. Overbodige en landschapsvervuilende industrieterreinen worden afgebroken en omgevormd tot glorieuze ouderwetse weides waar je struikelt over de foeragerende grutto's en kieviten. Iedereen, allochtoon en autochtoon, jong en oud, man en vrouw, fietst zingend en opgeruimd naar een volgend af te maken Project. Wie zou zich niet aan zoiets moois en groots willen verbinden? Laat die crisis maar komen! Het is soms even doorbijten, dat zeker, maar je laat wel iets fantastisch en blijvends na aan het nageslacht. 

woensdag 4 april 2012

LIJST

Jaren geleden alweer nam ik deel aan een zogenaamd PEP-traject: een Personal Employability Program-traject dus, waarin deskundigen op basis van gesprekken - wie is je vader, wie is je moeder? - en tests je vertellen hoe het qua werk met je zit: zit je nog op je plek, en zo nee, welke plek is dan wel iets voor je, en waar kan je die vinden. Een goed traject, en de resultaten vormden eigenlijk een bevestiging van wat ik al dacht: ik blijf zo lang hangen in mijn functie - unit assistent beleid, een eufemisme voor een secretaresse - omdat die best wel bij me past. Dat is altijd fijn, als deskundigen bevestigen wat je denkt.
Uiteindelijk werden mij wat tips aan de hand gedaan van functies waar ik mij op kon richten als ik nog eens wat wilde met mijn leven. Ik moest maar eens secretaris worden vond men.

Een paar jaar later werd ik aangenomen als informatiespecialist. Voor de nieuwe functie deed ik een opleiding informatiemanagement. Het was een raar gezelschap, de studenten waartussen ik mij begaf. Veel brillen, veel 50+ vrouwen. Er waren opvallend veel mensen die bij een krimpreorganisatie de boot dreigden te missen, maar zich als reddingsboei vastklampten aan de geboden omscholing tot informatiespecialist. Opvallend veel mensen ook die - net als ik - bij de PEP-test uitzonderlijk laag zouden scoren op ambitie, of althans, het soort ambitie dat er uit bestaat dat je in zo kort mogelijke tijd zo veel mogelijk minderen onder je krijgt om te managen of te behoofden. Tsja, als dat ambitie is...

Ik vind het achteraf best raar dat mij bij dat PEP-traject niet als tip voor de toekomst een baan als informatiespecialist is toebedacht. Terwijl dat toch geheel in lijn is met notoire en natuurlijke neiging om de werkelijkheid in lijstjes en systeempjes te proberen te vatten. Dat had men toch best uit al die gevoerde gesprekken en tests kunnen destilleren.

Al op de lagere school stelde ik dierenencyclopedieën samen en schreef ik licht geografische standaardwerken. Op de middelbare school catalogiseerde ik cassettebandjes dat het een lieve lust had. Ik typte elke top 20, 30 50, 100 over, maakte mijn eigen lijstjes en deed die lijstjes dan weer bij elkaar in mapjes, die samengevoegd als het ware samengevoegde mapjes vormden. Later zette ik al mijn LP's en CD's in een keurig nette excel-lijst zodat alles - het medium, het jaar, het genre, de titel, de artiest - direct te vinden was. Tijdens mijn studie legde ik multomapjes aan met keurig nette samenvattingen en samenvattingen van samenvattingen, zodat de essentie uiteindelijk tot een half A4-tje was teruggebracht. Meestal raakte ik onder meer door die aanpak uiteindelijk in tijdnood. Het zijn typisch de dingen die voor een informatiespecialist van belang zijn: categoriseren, standaardiseren, samenvatten, thesaurusje bouwen en ontsluiten maar!

Deze tijden van voortschrijdende digitalisering zijn de natte droom voor iedere lijstjesman (m/v). Je kunt online de meeste fantastische catalogi samenstellen van je boeken, je cd's, je lp's, je wandelingen, je foto's, je links, je hersenspinsels... Je kunt nu thuis hartstikke professioneel bibliotheekje spelen met Library Thing, waarin je je hele bibliotheek kan invoeren en met een app waarmee je boeken kan scannen met je mobiel om ze direct door te plaatsen op je wensenlijstje. Alles staat er in: wat je van een boek vindt, waar ie is, wat anderen er van vinden, wanneer je het gelezen hebt, enzovoort.

Sinds kort ben ik ook bezig met het invoeren van mijn complete muziekverzameling in het door Leo aanbevolen Discogs. Dat is een fantastische muziekbibliotheek, alias muzikale marktplaats. Het invoeren is wat bewerkelijk omdat werkelijk elke persing die ooit is uitgebracht apart moet worden ingevoerd op exact - maar dan ook exact - de afgesproken wijze. En als je iets fout invult komt de Discogs-politie in actie die je op niet mis te verstane wijze op je plaats wijst. Dat zouden we voor VluchtWeb ook op die manier moeten aanpakken, succes verzekerd!

Het is sowieso bewerkelijk als je een kleine 3000 lemma's hebt in te voeren, maar infospec-nerds vinden dat prachtig mooi werk voor regenachtige zondagmiddagen. En je krijgt er wat voor terug, want je krijgt met een druk op de knop de minimale en maximale waarde van je collectie te zien. Het is een leuk appeltje voor de dorst in deze aanstaande crisis, en dan heb ik nog geen 10% ingevoerd!