woensdag 30 juni 2010

BROEI

Ik zit in de tuin. Het is broeierig warm. De wind is een föhn. Mijn gedachten zijn blijkbaar vrij vandaag; ze gaan in ieder geval alle kanten op. Alhoewel, er lijkt een zekere rode draad te zijn.

Ik moet denken aan die warme zomerse dagen, waarop we vroeger naar de zwemplas de Put of naar de Lek gingen om te zwemmen. Het is warm. Broeierig warm. Meisjes in bikini, jongens in shorts. Ik zit in de eerste of tweede klas van de middelbare school.

We hangen met een clubje op een strandje langs de Lek. Een eindje verderop ligt een jongen van mijn school, uit mijn jaar, samen met een blond meisje met witte bikini op een badhanddoek. Zijn hand rust op haar billen. Ze is heel mooi. Ze wrijven neusjes, kijken elkaar verliefderig aan en voegen elkaar lieve woordjes toe. Het neusje wrijven gaat over in zoenen, wat weer overgaat in tongzoenen. We kunnen er maar moeilijk de ogen van af houden en worden er een beetje lacherig van. We vinden het stom, houden we naar elkaar toe vol. Maar maar natuurlijk zijn we allemaal strontjaloers op die jongen.

Ik zit nog steeds in de tuin. Het is nog steeds warm. Er komt een voorval bovendrijven waar ik in geen eeuwigheid meer aan heb gedacht. Ik zie de beelden haarscherp voor me. De exacte plek op het schoolplein. Hoe we daar stonden, en daarna dat euforische gevoel dat steeds meer plaats maakte voor ontreddering.

Ik ben dertien. In mijn klas zit ene Sabina, een meisje met lang rood haar dat gek is op dingen met glitters. Op de klassenfoto zit ik naast haar. Ze heeft een flonkerend rode diadeem in haar haar. Ze ziet er op de foto - of eigenlijk altijd - tamelijk volks uit. Tegenwoordig zou ik dat denk ik ordinair noemen. Ze praat behoorlijk plat Utrechts en is dol op paarden. Desalniettemin vind ik haar mooi en leuk. Ik ben vast verliefd op haar.

Ik krijg de schrik van mijn leven als ze op het schoolplein fietsend mijn kant op komt - er is niemand in de buurt - en plompverloren, zonder inleiding en zonder omhaal, vraagt of ik verkering met haar wil. Verkering! Ik ben met stomheid geslagen en krijg ter compensatie een gigantische boei. Dat is ook communiceren. Als ik eindelijk wat kan zeggen, kan ik niets anders uitbrengen dan: 'Ik weet het niet.' Na wat ongemakkelijke momenten zeggen we elkaar gedag en - of er niets is gebeurd - fietsen we allebei naar huis, zij naar IJsselstein, ik naar Vianen.

Die avond in bed doe ik dat gesprek honderden keren over, met natuurlijk totaal andere antwoorden op haar vraag: 'Jaaaaaa!', 'Ja, natuurlijk!', 'Ja schat!' Of helemaal niets zeggen en haar uit pure liefde in de armen sluiten en een half uur niet meer loslaten. Ik smeed koortsachtig plannetjes. Want wat moet ik nou gaan doen morgen? Gelijk op haar af rennen en zeggen: 'Hoi, over wat je gisteren vroeg, weet je nog? Ehm... Ja!'

Maar ik krijg ook andere gedachten. Heb ik het niet gewoon verkeerd verstaan? Of zou ze het niet gemeend hebben? Zou het gewoon een grap zijn en lacht ze me uit als ik er op terug kom? En wat zullen mijn vrienden wel niet zeggen? 'Heb je verkering met die rooie biet? Neeeeeeee!'

Uiteindelijk koos ik natuurlijk de weg van de minste weerstand. Een lange en vrij moeizame weg. Natuurlijk durfde ik het niet aan er ooit nog bij Sabina op terug te komen. En zij is er ook nooit meer over begonnen. Ik weet niet of we nog blikken van verstandhouding hebben uitgewisseld. Ik weet het niet

NACHTFIETSER

Maandavond even na elven. Ik fiets langs de Vecht naar huis. Onder een lantaarnpaal zit een man met fietshelm gehurkt boven een kaart. Links van hem staat zijn fiets, waaraan op alle mogelijke plekken bagage is bevestigd. Ik fiets er in eerste instantie langs, maar bedenk me dat dit een toerist is die vast hulp nodig heeft. Ik keer me om en vraag de fietstoerist of ik hem kan helpen. Dat begrijpt hij niet, want hij spreekt geen Nederlands. Hij is zo te horen from the States. Inderdaad, ‘I’m from Utah, United States’ vertelt hij mij desgevraagd.

Hij wil om onduidelijke redenen midden in de nacht naar Amsterdam fietsen. De kaart die de Nachtfietser bij zich heeft is niet echt geschikt als fietskaart. Heel Nederland is er op afgebeeld en Utrecht is ongeveer twee bij twee centimeter. Ik wijs op de kaart aan – met een marge van een kilometer of tien, twintig - waar hij zich bevindt en hoe de route in hele grote lijnen moet lopen. Hij vraagt waar het noorden is. Ik wijs naar het noorden, waarop hij me aankijkt alsof ik de boel loop te belazeren. Hij maakt überhaupt de indruk liever niet geholpen te worden.

De route is niet bijster ingewikkeld, vertel ik hem in mijn beste Amerikaans. 'Just follow de Vecht and than you will find signs with Amsterdam on it. It’s three hours biking or so,’ zeg ik hem. Dat is een tegenvaller voor de Nachtfietser. Hij dacht de hele nacht zoet te zijn en ergens in de ochtend pas aan te komen. Ach, met zo’n kaart en richtingsgevoel is er een goede kans dat dat wel gaat lukken.

De Nachtfietser vraagt of hij aan de andere kant moet gaan fietsen of aan deze kant. Ik antwoord dat hij niet aan 'the other side' maar aan de 'right side' moet fietsen. Dat vindt hij grappig.

Als de Nachtfietser vraagt of 'Emsterdem' de eerste stad is waar hij langs komt, noem ik de hele rits plaatsen en plaatsjes op die hij tegen gaat komen, inclusief Oud-Zuilen en Brooklyn. Ook op Brooklyn reageert de Nachtfietser niet noemenswaardig. Als ik hem vraag waarom hij 's nachts fietst antwoordt hij met onvervalste Nachtfietserslogica dat hij altijd 's nachts fietst. Ik stap weer op en wens hem een goede reis. De Nachtfietser heeft zich onder zijn lantaarnpaal alweer gebogen over zijn kaart. Rare snuiters, die Nachtfietsers uit Utah.

dinsdag 29 juni 2010

BORDEEL

In een van de 'Broodjes' van Bart Chabot zegt Herman Brood dat het allerbeste moment om naar een bordeel te gaan is, wanneer Nederland een WK-wedstrijd speelt. Dan zijn de allerbeste en mooiste prostituees allemaal beschikbaar. Gezien Broods reputatie als bordeelganger klopt dit verhaal ongetwijfeld.

Met dat verhaal in het achterhoofd fiets ik langs het Zandpad tijdens de eerste helft van Nederland-Kameroen. Ten overvloede: ik doe dit niet met het doel Broods verhaal te verifiëren, maar omdat ik naar de stad moet en dit de snelste route is.
Het Zandpad is Utrechts hoerenstrip aan de Vecht. De dames staan er als het een beetje weer is uitdagend op de treeplanken van de woonbootjes. Vooral 's avonds heeft het iets hypnotiserends. Al die vrouwen, opgediend met weinig tot de verbeelding overlatende niemendalletjes aan en spannend uitgelicht in rood en paars. Auto's rijden de strip langs en keren aan het eind om voor het volgende rondje. Tot ze iets van hun gading hebben gevonden of het zat zijn.

Nu Nederland aan het voetballen is, is er op het Zandpad beduidend minder activiteit dan anders. Er is geen doorlopende file van een kilometer heen en een kilometer terug. Wat zal het zijn? De helft van het normale aantal auto's? Of toch meer? Het is moeilijk te schatten. Het is in ieder geval nog best gezellig druk. Misschien zijn bordeelbezoekers grotere voetbalfans dan de mannen die van de diensten hier gebruik maken. Misschien nog belangrijker: zo'n voetbalwedstrijd verschaft je natuurlijk het ultieme alibi.

Ik kan me wel voorstellen hoe dat gaat. Man vertelt vrouw dat hij voetbal gaat kijken in café X of bij vriend Y, om vervolgens in de eerste helft snel naar het Zandpad te gaan. Na gedane zaken gaat hij snel naar de kroeg om de tweede helft kijken. Het is essentieel dat hij ook de tussendoorbeschouwing ziet. Hij giet er om geen argwaan te wekken een paar biertjes in, gaat vrij snel na afloop van de wedstrijd naar huis, kust zijn vrouw, doet zijn pantoffels aan, vraagt om een biertje en begint - waar zijn vrouw al de hele avond huizenhoog tegenop ziet - aan de echtelijke nabeschouwing. Weer een huwelijk gered.

vrijdag 11 juni 2010

VOLKERT VD G BLIKT TERUG OP DE VERKIEZINGEN

Ik zit nu als sinds mei 2002 achter slot en grendel. Leuk is anders, maar er zijn momenten in je leven dat een man moet doen wat hij moet doen. En dan moet je de consequenties aanvaarden en gewoon je tijd doen.

Ik heb me hier nog weinig verveeld. De gevangenisbibliotheek stelt niet veel voor, dus daar moet je het niet van hebben. Sterker nog: ik heb een rechtszaak aangespannen tegen het niveau en de omvang van de collectie. Dat zijn dingen waar je de dag prima mee doorkomt. Ook die psychologe die in de krant schreef dat ik Asperger heb, heb ik wel een toontje lager laten zingen. Prachtige rechtszaak!

Ik heb nog even overwogen om een zaak aan te spannen tegen de schrijver van Schieten op Volkert van der G., omdat ze daarin zeggen dat ik echt heel beroerd voetbal. Maar dat had geen stand gehouden voor de rechter. Ik voetbal namelijk echt best slecht. In mijn WK-gevangenispoule laat ik trouwens Noord-Korea winnen.

Spijt van mijn daad heb ik nooit gehad. Fortuyn wás een gevaar voor de samenleving doordat hij moedwillig polariseerde. Hij móest gestopt worden. Ik heb geen moment getwijfeld dat ik het goede deed. Althans, tot voor kort.

Woensdag heb ik de hele avond naar de uitslagen van de verkiezingen gekeken. Het was schokkend. Alles waar ik nu voor in de bak zit, alles waar ik het Nederlandse volk voor heb behoed, komt nu als een boomerang terug in de persoon van Wilders. Fortuyn een polarisator? Dat was kinderspel vergeleken bij Wilders! Ik heb de weken voor de verkiezingen veel wakker gelegen. De peilingen waren al tijden onheilspellend. De vraag die me wakker hield: Heb ik te vroeg gepiekt? Of was Wilders er nooit geweest als ik Fortuyn niet had vermoord?

Het ergste is nog wel dat mijn aangevraagde proefverlof, het weekend voor de verkiezingen, niet is gehonoreerd. Het was een hel van een baan geweest, maar linksom of rechtsom, ik had die Wilders voor zijn sodemieter geschoten! Dat wordt helaas een paar jaar stevig doorbijten voor het Nederlandse volk. Maar 6 mei 2014 kom ik vrij!

zondag 6 juni 2010

VluchtelingenWerk vijfde op Charity Cup

Het Team VluchtelingenWerk (TV) is bij de Charity Cup op een niet onverdienstelijke gedeelde vijfde plaats geëindigd. Het team bestond uit VluchtelingenWerkers Metin, Leo en Martijn, ex Arjen, ons bekende schoonmaakopperhoofd Achmed en twee huurlingen, Gauke en Jerry. Zeven man: weinig ruimte voor wissels dus. Het zou een uitputtingsslag worden.

Op de kunstgrasvelden van AVV Slotervaart werd even na tienen de eerste wedstrijd gespeeld tegen SOMO, blijkbaar ook een ideële organisatie, alhoewel schrijver dezes andere associaties heeft bij die naam. Alsof TV al jaren samenspeelde wisten de spelers elkaar te vinden. Dit knappe positiespel leverde de nodige kansen op. De wedstrijd werd dan ook makkelijk gewonnen. Dat gaf hoop!

Zwijnerij en Angstgegner
TV vond in de tweede wedstrijd in Oxfam Novib een geduchte tegenstander. TV zwijnde tegen de uiteindelijke finalist naar een 3-3 gelijkspel. In de daaropvolgende wedstrijd stond Angstgegner Greenpeace op het programma. De grootste houthakkers waren gelukkig thuis gelaten, dus stapte TV zonder punten maar met alle ledematen intact van het veld.

Kwartfinale bereikt!
De laatste poulewedstrijd was tegen Lokamondial. TV begon duidelijk last te krijgen van wat kleine pijntjes en vermoeidheid. Toch werd de wedstrijd gewonnen (althans, wat was de uitslag ook weer?), waarmee TV zich plaatste voor de kwartfinale. Van de tribunes klonken oerend hard de vuvuzuela's, bespeeld door de massaal aanwezige fans vanuit het Landelijk Bureau.

Toch inkakken...
De kwartfinale tegen Fairfood begon goed. Binnen de minuut stond TV voor met 2-0. Een gevaarlijke stand, zo vroeg in de wedstrijd. TV had moeite de scherpte er in te houden. Dat viel ook Jerry op, die over het veld riep dat we niet moesten inkakken. Het is nog steeds onduidelijk of deze boodschap verkeerd is begrepen ('Nu inkakken!'), maar TV was vanaf dat moment niet meer vooruit te branden, en ook niet achteruit, wat niet hielp in de verdediging. Jerry had bovendien last van wat voetballers noemen het 'slowmotion-syndroom'. TV werd genadeloos afgestraft, de ene na de andere bal ging onder, naast of door keeper Martijn heen. Eindstand: 5-2. Gauke na afloop: 'Het veld werd te groot doordat we de ruimte niet benutten. Er werd slecht gelopen. Dan maak je het jezelf wel heel moeilijk.' Een analyse waar geen speld tussen te krijgen is. Metin had duidelijk moeite met de volgens hem toch onnodige nederlaag.

Weer die Artsen!
Er restte niets dan vanaf de hoofdtribune in de schaduw te kijken naar halve en hele finales en het verdriet van de uitschakeling te lijf te gaan met troostvoer en troostdrinken. Arjen mocht met de sokken op half zeven en een biertje in de hand de kwartfinale fluiten. Waar voor TV toch een stukje waardering en vertrouwen uit sprak.

In de finale speelden Oxfam Novib en Artsen zonder Grenzen een zinderende pot voetbal. Alsof de bloedhitte op hen geen enkele invloed had werd er frivool over het veld gedraafd. De oude vossen van AZG speelden weer hun uiterst bekeken spelletje. Verdiend of niet, de Artsen wonnen weer. Voor de vijfde keer sleepten ze de hoofdprijs in de wacht.

Volgend jaar is Oxfam de organisator. Ook VluchtelingenWerk is dan weer graag van de partij. Hopelijk me een nog uitgebreider team dan dit jaar. Want met een groter team en meer gelegenheid om te wisselen was het vrijwel zeker geweest dat TV eenvoudig de weg naar de finale had gevonden. De thuisblijvers worden dan ook bedankt.

donderdag 3 juni 2010

SLAK

Ik weet niet of elke volkstuinier er zo veel last van heeft als ik, maar de strijd tegen ongedierte, en in het bijzonder de slak, is inmiddels een dagtaak geworden. Af en toe wérk ik in de tuin, meestal ben ik alleen maar op slakkenjacht. Inmiddels zijn duizenden slakken op meer en minder gruwelijke wijze om het leven gebracht, maar echt helpen doet het nog niet.

De eerste kennismaking met deze slijmerige beesten was toen ik zag dat de viooltjes maanden terug wel erg aangevreten waren. Dat was het startsein voor de Slag om Violenveld. Alle slakken had ik zorgvuldig verwijderd. Met de blote hand, want met handschoenen aan krijg je ze niet te pakken. Je moet dan bij thuiskomst wel even goed schrobben, want die afscheiding is extreem plakkerig.

De strijd was echter nog lang niet beslist. Nieuwe colonnes slakken trokken op richting violenveld. Je kon elke dag wel een beker vol slakken tussen de violen vandaan peuteren. Dus heb ik een bierval gemaakt, een ingegraven plastic bekertje met bier er in. Want dat is een van de weinige prijzenswaardige eigenschappen van de slak: zijn voorliefde voor bier. Ik heb inmiddels heel wat ervaring met biervallen. Soms lijkt het wel een processie, zoals deze buikpotigen zich allemaal naar het bier glijden en dan kopje onder gaan en een prachtige benevelde verdrinkingsdood sterven.

De slakken hebben daarna al mijn prachtige tulpen opgegeten, de sla aangevreten en de raapstelen. Zelfs de vetplantjes van de rotstuin moeten het ontgelden. Maar het ergste was toch wel dat de met zorg in de kas opgekweekte courgetteplantjes na een dag in de volle grond volledig waren opgevreten.

Dat zou niet nog een keer gebeuren: de plantjes die nu in de volle grond zijn gezet, heb ik omzoomd met een slakkenfortificatie van kattengrind en cacaobonendoppen. Internet vertelde mij dat slakken er niet van houden daar overheen te glijen. De avond na de aanleg van deze verdedigingswerken ging ik toch niet geheel gerust naar de tuin. De ongerustheid was terecht: drie van de vijf plantjes vertoonden tekenen van aanvreterij.

Daarom heb ik die avond rond de al bestaande fortificaties nog een extra stelling aangebracht van knoflooktenen, waar gastropoda een broertje dood aan schijnen te hebben. Ook heb ik het aantal biervallen uitgebreid tot acht. En last but not least: ik heb voederplaatsen ingericht rond de plantjes, zodat de slakken zich naar hartenlust kunnen volproppen met sla en raapsteel. Die krijg ik toch van mijn levensdagen niet op, dus er kan best een kropje of bosje af. De slakken zullen dan echt niet meer de moeite nemen om de fortificaties te trotseren en aan een schamel courgetteplantje te knabbelen.

Deze aanpak lijkt te werken. Bij de laatste check waren er nauwelijks nieuwe sporen van vraat. Mocht dit toch niet werken dan zie ik mij genoodzaakt aaltjes in te zetten in de strijd. Aaltjes hebben de hebbelijke gewoonte slakken langzaam maar zeker van binnenuit op te vreten.

Inmiddels krijgen mensen in mijn nabije omgeving het idee dat ik dwangneurotisch gedrag verton en een obsessief-compulsieve storing ontwikkel. Terecht? Ik denk het niet. Bovendien: die slakken zijn zelf begonnen!