maandag 30 november 2009

VINTAGE

Van de week viel het nieuwste Feedback Magazine in de bus. Iedereen die ooit wat heeft gekocht bij Feedback krijgt hem. Het is de natte droom voor muzikanten: ruim 100 bladzijden met duizenden plaatjes van alle mogelijke muziekinstrumenten, randapparatuur en hebbedingetjes. Prachtig gewoon!

Veel muzikanten zijn echte spulletjesfreaks. Die willen veel mooie glimmende zeer dure instrumenten, de duurste kabels en effecten, hutkoffers er bij ter bescherming. De relatie tussen man en instrument is volgens mij vergelijkbaar met die van mannen met hun auto. Die kan ook zo lekker hard, en kom er liever niet aan! Ik zie instrumenten toch meer als gebruiksvoorwerp, alhoewel ook ik gevoelig ben voor de bijna verslavende uitwerking van het Feedbackkrantje.

Elk instrument wordt er op uiterst enthousiaste wijze in aangeprezen met prachtig proza: 'Dit is echt de top der toppen! De koning der buizenamps. Als je echt zwaar wilt scheuren en als zelfs je cleane geluid moet staan als een huis, dan moet je deze hebben!' Was getekend: Mesa Boogie Triple Rectifier. Heerlijk! En ook voor je Remo maracas ben je aan het juiste adres: 'Remo danst de salsa als geen ander met deze set maracas'. Van dit werk dus, en dat 100 pagina's achter elkaar door.

De 'heerlijke romige bluesvervorming, ruiken wij daar buizen?' heb ik al: Maxon OD 808. Ook de 'heerlijke compressor om je gitaargeluid extra smeuïg te maken' is in mijn bezit: de MXR M132. De Vox V 845 was ook al een goede keuze: 'De sound doet denken aan de klassieke Vox wahs, de prijs is superscherp en de behuizing is oerdegelijk'. Ach ja, de MXR M 169: 'Uitstekende analog delay naar voorbeeld van zijn illustere voorganger.' Heb ik!

Het meest bizar vind ik toch de gitaren uit de Heavy Relic en Road Worn-series van Fender. De gitaren zijn nieuw maar zien er afgeragd uit en kosten 3 a 4000 euro. Feedback omschrijft dat zo: 'Take a trip down memory lane met deze geweldige tot in de kleinste details verouderde Strat'. Of: 'Een schitterende relic job (tuurlijk...) geeft deze gitaar het charisma van een klassieker uit de sixties'.

Je ziet het zo voor je: volwassen man met snor, verbleekt spijkerjasje, te lang en uitdunnend haar, shagroker. Gitaar uit de Heavy Relic-serie aan de muur in een K&M 16280 gitaarhaak ('De beste muurhaak voor je gitaar! Hij past zich aan de kop van je gitaar aan, zodat je gitaar recht en vooral ook stabiel hangt. Het behoud van hals en lak!'). Man heeft bezoek van diezelfde avond in muziekcafé het Pothuis opgeduikelde vrouw van middelbare leeftijd. Zij zegt, wijzend op de gitaar: "Zo hé, da's een ouwe zeker?" En jij kan zeggen: "Nee joh, gloedjenieuw, maar met heavy relic touch! Gaaf he? Wordt gewoon zo gemaakt. Ziet er uit alsof ie al heel wat kilometertjes op de teller heeft, huhuh!" Dan ben je dus echt De Man.

Maar goed, ik geef toe: ook ik loop te geilbakken op al dat moois. Ook ik krijg gigantisch veel zin om allemaal dingen aan te schaffen die niet direct noodzakelijk zijn. Nou ja, binnenkort toch eens de EH Voicebox EHXO gaan uitchecken: vocal harmony en vocoder in een! Of de Dunlop Talkbox, vast ook gaaf. Damn it, een elektro-akoestische Fender Stratacoustic voor 179 euro: die moet ik hebben! Nee, een oranje Gretsch G 5120 voor 699 euro. 'Ooit een echt oranje Gretsch willen bezitten?', begint het stukje. JAAAAAAAAAAAAAAA!!

zondag 29 november 2009

SUDEET

Onlangs was een vriend van me over uit Tsjechië. Hij werkt voor de Nederlandse ambassade in Praag. Tijdens het Tsjechisch voorzitterschap van de Europese Unie was hij verantwoordelijk voor de accreditaties van alle hoge en lage piefen die daarvoor naar Praag kwamen. Het is altijd leuk om wat inside information te horen over de gang van zaken. En het bewijst dat Tsjechen een prima gevoel voor humor hebben.

M. kent David Cerny, de kunstenaar die vanwege het voorzitterschap de Entropa heeft gemaakt waarin alle EU-lidstaten in een kunstzinnige interpretatie zijn weergegeven. De verhalen zijn genoegzaam bekend: Bulgarije wil niet geassocieerd worden met hurktoiletten (officieel protest, dus uit het kunstwerk verwijderd!), Frankrijk niet met stakingen en sommige Nederlanders konden niet lachen om de invulling die Nederland kreeg: een plas water waaruit minaretten oprijzen. De rel werd nog groter toen bleek dat het kunstwerk niet, zoals was beloofd, in samenwerking met kunstenaars uit alle lidstaten tot stand was gekomen. Cerny had het kunnen weten, sterker nog, hij wist het: nog niet heel Europa is klaar om om zichzelf te lachen.
Link
Waar inmiddels wel om gelachen mag worden is om grappen over Sudetenland. M. heeft voor de EU-top een aantal fake-pasjes gemaakt. Een met Homer Simpson als biercoördinator en een met soldaat Svejk als Entropa-coördinator. Op het pasje gebruikt de brave soldaat Svejk Tsjechië als hurktoilet. De kleine zoete wraak van David Cerny dus!

Het beste pasje vond ik toch dat van het EU-voorzitterschap van Sudetenland (EU-Ratsvorsitz), met op de foto het komisch Tsjechisch duo Alles Gute. Ze zien er uit als twee folkloristische Beieraars, compleet met hoed met veer en broek met bretels. Zoals in Draadstaal een cursus Brabants wordt gegeven, geven zij in hun programma een cursus Duits. Ze zijn razend populair in Tsjechië en hebben ook over het EU-voorzitterschap een filmpje gemaakt.

Deze passen maken is een ding, maar er dan ook nog voor zorgen dat heel veel nietsvermoedende EU-vertegenwoordigers ze echt om hebben hangen: laat dat maar aan M. over! Tientallen van deze passen zijn uitgedeeld. Toch fijn, dat er ook in EU-verband grappen kunnen worden gemaakt over kleinzielige landjes die niet geassocieerd wensen te worden met hurktoiletten. En dat er tijdens de EU-top Duitse vertegenwoordigers met een pas met het EU-voorzitterschap van Sudetenland om hun nek lopen is gewoon meesterlijk. Het kan blijkbaar weer!

woensdag 25 november 2009

JULES

Jules Deelder staat volop in de belangstelling vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd op 24 november. Ik heb niet zo veel met Jules Deelder. In ieder geval niet met Jules Deelder de dichter. Maar ik heb genoeg met hem voor een column.
Mijn kennismaking met Deelder was ruim twintig jaar geleden. Hij kwam op uitnodiging van de sectie Nederlands gezellig gedichten voordragen in de aula van onze school. Het was sowieso altijd goed als er dit soort buitenschoolse activiteiten onder schooltijd werden georganiseerd. De voorstellingen waren vaak best leuk, maar Deelder vonden we echt een stoere peer. Hij zei dingen die best guitig waren en goed aansloten bij onze puberale breinen. Hij was er een van ons! En niet voor niets. De schoolleiding van mijn 'Jezus light' school was niet geamuseerd door zijn godslasterlijke taal en grappen over seks en De Oorlog (ski heil herinner ik me nog) vielen daar niet in goede aarde. Dit was eens maar nooit meer.

Na het optreden renden we Deelder achterna naar het klaslokaal dat dienst deed als kleed- en snuifkamer. Iedereen wilde een handtekening, iedereen kreeg een spreuk. In mijn Engelse leerboek Regio (zo heette dat echt) schreef hij een motto dat ik maar als mijn eigen motto heb geadopteerd: beter opbranden dan uitdoven. Ondertekend met JD. Je moet hem meegeven dat hij op zijn 65ste nog niet bepaald is uitgedoofd.

Jaren las ik het boek The Dutch Windmill, Deelders ode aan Bep van Klaveren, Nederlands beste bokser ooit. Van Klaveren was niet alleen een winnaar, hij was ook een enigszins tragische figuur die niet heel goed voor zichzelf kon zorgen. Ik kan helaas niet opzoeken hoe het precies ging - ik heb het boek klaarblijkelijk ooit eens uitgeleend - maar ik heb niet zonder reden het verhaal van Bep van Klaveren altijd gekoppeld aan het volgende.

Een vriend van me woonde in een studentenhuis in een afbraakbuurt op een steenworp afstand van Het Kasteel, het Sparta-stadion dus. Om de een of andere reden hebben ze ooit eens een gat in de muur gezaagd, zodat ze naar het leegstaande pand naast het hunne konden komen. De panden zouden binnenkort toch worden gesloopt, dus veel maakte het allemaal niet uit. De vriend studeerde bouwkunde en kon om die reden allerlei apparaten lenen waarmee je zelfs hartjes uit een halve meter dik staalbeton kan zagen. De klus was dus snel geklaard.

Bij de vrij spooky zoektocht in het huis waar ooit buren gewoond moeten hebben, kwamen ze niet alleen een kamer tegen die in zijn geheel dienst had gedaan als toilet, ze vonden ook twee vuilniszakken met bekers van bokswedstrijden. Groot, klein, van alles en nog wat door elkaar. Van wie of waarvoor de bekers waren wist vriend niet, zo goed had hij ze niet bekeken. Toch was dit voor mij 1 + 1 + 1 = 3: Spangen + boksbekers + neertroostige woning = Dutch Windmill. Als je het boek gelezen hebt had je ook deze associatie gehad. En het mooie is dat het nog echt waar zou kunnen zijn ook!

Tegenwoordig vind ik Deelder op zijn best als jazz-goeroe. Als je echt helemaal niks met jazz hebt, probeer dan gewoon een keer Deelder draait, Deelder draait door of Deelder blijft draaien. Tien tegen een dat je voor de bijl gaat voor die allerlekkerste vet spetterende genadeloos swingende jazz uit Deelders eigenste collectie. Vanaf vinyl direct op de cd geknald, zodat zelfs vinylpurist Deelder er vrede mee had. Met hier en daar een gratis meegedigitaliseerde knars of tik. Deelder, bedankt!

dinsdag 24 november 2009

FIFA

Vorige week was de IDFA-documentaire Trademark 2010 op tv. Het is een prachtige documentaire over het WK voetbal in Zuid-Afrika, met alle idiotie van arm versus rijk en macht versus onmacht er in.

In 2006 ben ik in Zuid-Afrika geweest. In Johannesburg kwamen we meerdere keren langs het stadion dat nog volop in aanbouw was. De mensen van het pension waar we zaten wisten het zeker: die stadions komen nooit op tijd af, dit wordt een ramp! Zuid-Afrika wordt de risee van alle voetballiefhebbers op aarde. Die voorspelling lijkt niet uit te komen, het lijkt allemaal te gaan lukken. Dankzij de inzet van duizenden bouwvakkers uit de townships die zich tegen een hongerloon uit de naad werken. Die na de bouw van de stadions weer gewoon werkloos zijn en geen cent aan de hele onderneming zullen overhouden.

Net als de kleine zwarte ondernemers die een graantje willen meepikken van de komst van zo veel mensen met zo veel geld. Maar alle plaatsen voor kraampjes zijn vergeven aan de grote sponsoren. Misbruik van het FIFA-logo is uit den boze, het merk WK2010 is door FIFA compleet vastgelegd zodat niemand behalve de FIFA en de sponsoren er aan kunnen verdienen. De scene waarin een vrouw namens de FIFA de ondernemers, die gekomen zijn om hun kant van het verhaal te vertellen, afsnauwt en kleineert, is hemeltergend ('Jullie zijn toch ondernemers? Onderneem dan! Maar niet in de buurt van onze stadions!'). Het is een wonder dat ze niet direct gelyncht wordt.

De kosten van het WK zullen 400% hoger uitgekomen dan oorspronkelijk begroot. Dat heeft vergaande consequenties voor een net niet onderontwikkeld land. De overschrijding komt voor een belangrijk deel voort uit de keiharde eisen die de FIFA stelt over bijvoorbeeld de capaciteit van de stadions. Ook persoonlijke voorkeuren van FIFA-bobo's spelen een belangrijke rol. Het nieuw gebouwde Green Point Stadium (capaciteit: 80.000 zitplaatsen) bij Kaapstad is prachtig gelegen aan de kust, een eind buiten de stad. De reden? Beckenbauer vond dat een mooie plek toen hij vanuit het vliegtuig de omgeving verkende. De oorspronkelijke plek lag tegen Kayelitsha aan, een township. En dat geeft geen mooie plaatjes in de media. Het was wel handiger geweest voor al die mensen die geen vervoer kunnen betalen om het stadion te bereiken, voor zover daar na het WK ooit nog iets georganiseerd gaat worden.

De meest tenenkrommende scene is die waarin Blatter vertelt over zijn aankomst in Zuid-Afrika. In dat walgelijke kwakkel-Engels met een te Duits accent speelt hij een quasi-blij kind. Blatter zegt: 'Don't think now that I am saying something that is not true. When I left the plain this morning and I arrived on the African soil, I was making some dancing, DANCING, DANCING (foute man in pak maakt aanstalten om een koddig sprongetje te maken als hij dit vertelt), because that's life! And I feel this world cup! It's also a lietel biet FIFA's world cup, a lietel biet mine world cup. Thank your for your attention' (en de man glom van misplaatste trots, en de zaal ging over tot een beschaafd applaus). Je ziet Mbeki die naast hem staat voor de zaal vol hoogwaardigheidsbekleders bijkans wit wegtrekken.

Als je in google op Sepp Blatter zoekt, krijg je drie suggesties: Sepp Blatter wiki, fifa of corruption. Daar moet ik toch wel om grinniken. Je zal later als je groot bent maar op die manier in de google-machine terecht komen. Zelfs als daar best wel reden voor is, zoals bij Blatter. Ik vind hem wel het type om google hierover aan te klagen. En het is zo'n Überprolet dat ie die zaak dan waarschijnlijk nog wint ook. Het is maar goed dat die man alleen maar de baas van de Fifa is.

Trademark 2010 op Youtube

vrijdag 13 november 2009

WENDE

Het zijn goede tijden voor iedereen die is geïnteresseerd in de DDR. De Muur viel 9 november twintig jaar geleden . Reden genoeg voor allerlei activiteiten en festiviteiten in het land: in Amsterdam het festival Die Wende met DDR-films, optredens, discussie enzovoorts. De Culturele Zondag van 8 november heeft als thema Niemandsland. Ook weer over de DDR. De documentaires rijgen zich sogar aaneen op de tv. De tijdschriften en kranten wijden er themanummers, katernen, artikelen aan. Je komt dus wel aan je trekken als Ostalgisch Germanofiel.

Toen de Muur viel lag ik op bed met ziekte van Pfeiffer. Naar het toilet gaan was al zo vermoeiend dat ik daarna weer een uur of wat moest slapen. Tv kijken en lezen waren ook veel te vermoeiend. Om die reden zijn alle gebeurtenissen rond 9 november 1989 langs me heen gegaan. Ik kan me natuurlijk wel beelden herinneren van sjofel geklede types die op de Muur inhakten, Ossies en Wessies die elkaar in de armen vielen, mannetje op de muur met paraplu tegen waterkanonwater. Gelukkig kan ik nu alles inhalen. En eigenlijk is het wel zo interessant, met de wetenschap van vandaag terugkijken naar dat historische moment.

Gelukkig heb ik op de valreep nog mogen proeven van wat reëel bestaand socialisme. De interrail-vakantie van zomer 1989 leidde onder meer naar Hongarije en Joegoslavië. Na terugkomst ging ik vervolgens naar de USSR, met een tussenlanding en overnachting in Berlin, Hauptstadt der DDR.

Met terugwerkende kracht begin ik een beetje te twijfelen aan mijn historisch besef in die tijd. Het was duidelijk dat op camping Római nabij Budapest veel Oost-Duitsers waren. Maar dat Hongarije overspoeld werd... Terwijl op dat moment toch al tienduizenden DDR-burgers naar Hongarije waren vertrokken nu een kleine opening in het IJzeren Gordijn dat toeliet. Ik kan me niet heugen dat ik me daar op dat moment bewust van was. Aan de bonnetjes in het fotoalbum valt af te lezen dat we rond 10 juli 1989 in Budapest waren. De Ossies waren jonge gasten, studenten waarschijnlijk, met natuurlijk van die leuke Trabantjes bij zich. Ik weet niet hoe ze zich anders gedroegen, maar ze maakten er wel wat leuks van op de camping. Wij waren meer van de cultuur en de verpozing.

Budapest was helemaal niet zo Oostblokkeriaans als ik had verwacht. Het was zo op het oog een normale moderne stad. Er waren danstenten als Fekete Lyuk (Zwarte Gat) waar hippe westerse muziek werd gedraaid (Do the Mussolini! van DAF!), flink werd geblowd en vooral gigantisch werd gezopen. Na wat gegoogle blijkt die club nog stedds te bestaan en is een uitgaanstip voor nazi-skinheads. Ook de loveboat-party waar we op de een of andere manier verzeild raakten was zo westers als wat. Soms keken kleine stukjes socialistische heilstaat om de hoek. Bijvoorbeeld toen we in een van de vele baden zagen dat er een radioactief bad was met een aanbevolen maximale zwemtijd. Ook toen we met zijn vijven in een Fiat Polski gepropt zaten met een evenzeer dronken als bezeten chauffeur. Wij moesten ons ook inlaten met schimmige wisselpraktijken op de camping. En in de metro zaten veel wat oudere mensen die pech hadden gehad met hun haarververij: groen en roze haar, met uitgroei, zag je veel in die tijd. En dat is eigenlijk nog steeds zo.

Als je terug kijkt naar de foto van een bezoek aan een wijnkelder, uitgehouwen in de krijtrotsen nabij Eger, dan zie je dat de kledingkeuze van de Hongaarse familie niet alleen heel erg eighties is, maar ook heel erg Oostblok. Trainingspakken in kleurencombinaties waarvan je zou denken dat ze verboden waren. Was dit een manier om de machthebbers te sarren? Of was het toch vooral een gebrek aan smaak, gecombineerd met een gebrek aan keuzemogelijkheden?

Ook Joegoslavië leek eerder een westers-kapitalistische samenleving dan socialistische volkshuishouding. De lokale bevolking waar we mee te maken hadden waren dol op onze Duitse marken. Dat was ook niet gek. Je kon in die tijd 2 miljoen dinar opnemen op een acceptgirokaart (inderdaad, waar zijn ze gebleven). De geldontwaarding was zo groot dat er al een navenant verschil was in het afgeschreven bedrag als je met een week ertussen twee keer hetzelfde bedrag opnam. De bevolking was heel goed in onderhandelen en wij waren zo nu en dan behoorlijk de pineut.

Joegoslavië was in die tijd een land dat bewoond werd door Joegoslaven, net zoals de Sovjet-Unie nog in zijn geheel werd bewoond door raszuivere Russen. Achteraf blijken we vooral in Montenegro te zijn geweest. Daarvoor zijn we een flink stuk Servië (Vojvodina) doorkruist met de trein. Nog geen twee jaar later is het er oorlog.
In Belgrado moesten we de nodige tijd stukslaan tot de trein vertrok die door de ongekend mooie Zwarte Bergen naar de kust reed. Belgrado was niet echt een gezellige stad: groot, vuil, armoeiig en veel lelijke hoge Plattenbauflats. Dus zo zag het Oostblok er uit?

Als dat al het geval is, dan toch in verwaterde vorm. Dat merk je snel genoeg als je eenmaal in de DDR zelf bent. Het vliegtuig van Interflug wordt bevrouwd door stewardessen van een zeer speciaal soort. De pakjes waren flets en niet bepaald nieuw en de stewardessen gingen voor wat betreft het gebruik van make up duidelijk voor kwantiteit in plaats van kwaliteit. Dat past dan achteraf prima in het plaatje dat de DDR in 1989 zo goed als failliet was. Ik vond het al spannend zat: mijn eerste vlucht, en ik ging landen op vliegveld Ost-Berlin. De controle staat me nog helder voor de geest. In een goedkoop pashokje van laminaat werd je grondig efouilleerd. Intiem en intimiderend. Zelfs al wist je dat je niets verkeerds bij je had, het voelde toch unheimisch. Het Flughafenhotel waar we daarna terecht kwamenn was omgeven door hekken. Gezellig is anders.

's Avonds hebben we nog tijd om de stad in te gaan. Alexanderplatz is een verlaten trieste bedoening. We hebben het idee dat we met ons clubje - een stuk of vijftien leerlingen en docenten van de school waar ik dat jaar eindexamen heb gedaan - erg opvallen. Van Alex lopen we langs het Palast der Republik, dat toen nog met recht Honeckers lampenwinkel werd genoemd, Unter den Linden op. UDL zag er in 1989 totaal anders uit dan nu. De voor de DDR dure hotels in typisch socialistisch-realistische bouwstijl. En Skoda, Trabant, Aeroflot en Interflug hadden er hun hoofdkantoor.

Op enige tientallen meters van de Brandenburger Tor kon je niet verder. Hekwerk, prikkeldraad, wachthokjes, het gebruikelijke recept. Door het hek neusden we naar de andere kant, West-Berlijn. Een van ons nam foto's. De wachtlopers, die behoorlijk bewapend waren, vonden dat niet leuk. We werden achteruit gemaand met geschreeuw en armgebaren. In Nederland zou je in zo'n geval nog even doorgaan, even laten merken dat je niet onder de indruk bent. In de DDR laat je dat wel uit je hoofd. En ja, het voortbestaan van de DDR stond op dat moment al behoorlijk onder druk. Als makke lammetjes, enigszins geschrokken, liepen we achteruit.

Vervolgens gingen we naar een Kneipe op UDL. Het was er ongeveer zo gezellig als in een Turks koffiehuis. We waren met negen man en bij de tafels hoorden acht stoelen. Maar een er bij schuiven was geen goed idee. De reden was ons volstrekt onduidelijk, maar aan een tafel voor vier moesten per se vier stoelen staan en aan een tafel voor acht, acht. Niet onderhandelbaar. Om 22:00 uur ging de kroeg dicht, om kwart voor tien kon je echt niet meer een biertje bestellen. Berlijn leek tegen die tijd sowieso compleet uitgestorven. Gelukkig was er in ons hotel nog de hele nacht thee en zelfs bier te krijgen.

Wordt waarschijnlijk vervolgd

woensdag 11 november 2009

VOETBAL

In de laatste jaren van de basisschool werd voetbal - zowel in actieve als passieve vorm - steeds belangrijker. Er werd natuurlijk flink op los gevoetbald. En het was tijd om kleur te bekennen. Want voor welke club was jij? Die keuze kon verstrekkende gevolgen hebben. De meesten kozen daarom de veilige weg: Ajax. Vanwege verschillende redenen - iets met roots en zo - koos ik voor FC Groningen.

Kleur bekennen nam ik erg letterlijk: toen mijn kamer geverfd moest worden, moest dat natuurlijk in de clubkleuren groen-wit. Eigenlijk wilde ik dat felle gifgroen dat zo kenmerkend is voor FC Groningen. In polderoverleg met mijn ouders werd het uiteindelijk depressief boswachtersgroen.

Het hoorde er ook bij dat je allerhande snuisterijen aanschafte van je kluppie. Zweetbandjes, mini-clubtenue met zuignap voor op het raam, petjes, sjaaltjes, dekbedovertrekken... Mijn moeder is nog eens naar Groningen afgereisd voor mijn verjaardagscadeau, op zoek naar de fanshop van FC Groningen. Daar kocht ze zweetbandjes en een kleppet. Op de zweetbandjes stond niets. Dat was een fikse tegenvaller. Ik heb er zelf maar Z-side op geschreven. Op de pet wel, dus de heb ik toen tijdenlang op gehad. Mijn moeder heeft ook nog zelf een muts en sjaal gebreid in echt FC Groningenwol. Dat moet prachtig gestaan hebben, knaloranje haar met gifgroene muts en sjaal!

In die tijd (begin 1980) speelden de nog zeer jonge broertjes Koeman bij Groningen. Ik heb ze nog een keer zien spelen in Stadion Galgenwaard tegen FC Utrecht. Groningen verloor als ik het wel heb. Ik was Studio Sport gewend, en dat is toch heel anders voetbal kijken dan in een stadion. Als er wat gebeurde keek ik net naar een overvliegende meeuw of zo. En herhalingen, ho maar, in zo'n stadion. Bovendien scheen de zon genadeloos in je ogen. En de aanwezige mensen waren ook een beetje eng. Het was bepaald geen pretje.

Daarom heeft het bijna 30 jaar geduurd voordat ik weer eens naar het stadion ben gegaan. Dat was vorige week. Een vriend uit Tsjechië had kaartjes geregeld via een Tsjechische speler van Heerenveen, voor de wedstrijd Utrecht-Heerenveen. En niet zo maar kaartjes, nee, op de eretribune. Gelukkig had ik een kleppet mee, want ook - of: juist - op de eretribune schijnt de zon laag je ogen in. Dat had ik wel geleerd van de vorige keer. Over het voetbal zelf zal ik het niet hebben, wel over de indrukken.

Ik dacht dat er een nare opgefokte sfeer zou zijn, maar niks daarvan. In een gezellige en rustige optocht lopen we naar het stadion. Stadion Galgenwaard ziet er tegenwoordig prachtig uit. Alles glimt, er is een entree met designmeubels, net gepoetste roltrappen, en overal lopen schone jonge vrouwen rond in prachtige clubmantelpakjes die er met wat beminnelijk geknik voor zorgen dat je met een goed gevoel op de juiste stoel terechtkomt. In de pauze is de drank voor de hele eretribune op kosten van het huis. Ze schenken prima witte wijn.

Ook na de wedstrijd wordt er lekker doorgeschonken voor een paarduizend man en vrouw. Er is fijne achtergrondmuziek te horen. Marvin Gaye, Donny Hathaway, James Brown, al mijn helden komen voorbij. De bitterballen en andere versnaperingen worden door keurig nette bediening steeds op het juiste tijdstip aangeboden. Roken mag, en wel buiten met uitzicht over het sprookjesachtig verlichte veld. Als de bar gesloten is, blijkt twee klapdeuren verder nog een enorme club mensen zijn. Ik ontwaar er verschillende voetbalbobo's. Ook hier is alles gratis. Dat dat er allemaal uit kan, ik ben verbaasd! Ik overweeg bijna om toch maar Groningen in te ruilen voor Utrecht.
De volgende dag hoor ik bij Voetbal International dat Utrecht een schuld heeft van 2,5 à 3 miljoen euro. Sinds de voorgaande dag verbaast me dat in het geheel niets.