zondag 27 februari 2011

COMPLOT

In 1990 was ik voor het eerst in Praag. Praag was nog lang niet de toeristenval die ze heden ten dage is. Het was nog Oostblok troef: de geur van bruinkool, grauwe slecht onderhouden historische gebouwen, de wisselkoers was 1 op 15, men dronk nog koffie met drab (kava Turecka) en het bier was bijna gratis. Tijdens dat bezoek ben ik naar de beroemde Joodse begraafplaats geweest met zijn dicht op elkaar geplaatste en vaak scheefgezakte grafstenen met smalle kronkelpaadjes ertussendoor. Toen de begraafplaats vol was mocht er niet uitgebreid worden, waarna de doden laag na laag werden opgestapeld. Zeker op een sombere dag, met mist en miezer, is de begraafplaats een unheimische plek. Een prima plek voor een halloween party of gothic festival.

Die begraafplaats speelt de titelrol in de laatste roman van Umberto Eco, De begraafplaats van Praag. Op die plek kwamen volgens de overleveringen eens in de 100 jaar rabbi's uit alle windstreken bijeen om belangrijke zaken te bespreken. De afgeluisterde gesprekken leidden tot de conclusie dat de Joden plannen aan het beramen waren om de wereld over te nemen. Dit is een van de bronnen voor de zogenaamde Protocollen van de Wijzen van Zion.

Het verhaal speelt van 1830 tot eind negentiende eeuw en beslaat daarmee een interessante periode in de Europese geschiedenis. Onder meer de eenwording van Italië en de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) komen voorbij. Het boek is grotendeels gebaseerd op ware gebeurtenissen en bestaande personen. De hoofdpersoon heeft niet echt bestaan, maar volledig verzonnen is hij ook niet. Bij lezing is het handig de historische atlas bij de hand te hebben. Ook Wikipedia is hard nodig om alle illustere groepjes die voorbij komen (Satanisten, Luciferianen, Palladisten, Vrijmetselaars, Garibaldijnen, Rozenkruisers, etc.) te duiden. De informatiedichtheid is bijzonder hoog. Normale schrijvers hebben aan alle personen, intriges en ideeën genoeg voor hun hele repertoire, Eco propt het allemaal in één boek.

Hoofdpersoon is Simonini, een notaris, meestervervalser en spion voor wie bereid is te betalen. Hij heeft aan werkelijk de hele mensheid een hekel, maar aan Vrijmetselaars, Jezuïeten en vooral Joden nog het meest. Zo is er altijd wel een persoon of een groep mensen zwart te maken, waarvan iemand anders dan weer heel blij wordt. Hier een beetje informatie droppen, daar wat vervalste brieven afgeven, een complot uitdenken en daar één partij gruwelijk voor straffen en klaar ben je. Nee, een toffe vent is hij bepaald niet, maar om een waarachtig meestervervalser te zijn moet je soms over lijken gaan.

Simonini leidt aan een extreme vorm van schizofrenie, waardoor hij in zijn ene persoonlijkheid niet weet wat hij in zijn andere persoonlijkheid heeft gedaan. Waar dit - behalve voor het scheppen van verwarring bij de lezer - voor bedoeld is weet ik niet, maar zo kan wel Zygmunt Froid - ook deskundige in persoonlijkheidsstoornissen - ten tonele worden gevoerd als personage in het boek. Een van de weinige Joden overigens waar Simonini goed mee kan opschieten.

De Protocollen van de Wijzen van Zion zijn door Simonini op schrift gesteld. Hij was daarmee niet echt de eerste. De protocollen zijn feitelijk een samenraapsel van allerlei meer en minder bekende anti-Joodse publicaties. Het is niet vreemd dat in Mein Kampf de protocollen worden aangehaald. In de periode waarin het verhaal afspeelt viert het antisemitisme sowieso hoogtij. Sommige kranten lijken in het leven te zijn geroepen als antisemitische propaganda.

Ik ben zelf niet zo van de complottheorieën, maar als je dit boek leest dan geloof je echt nergens meer in, behalve in de volkomen onbetrouwbaarheid van de mens. In combinatie met goedgelovigheid is dat een levensgevaarlijke combinatie.
Je krijgt wel een beetje de kriebels van het boek. Sowieso doordat je weet dat de Holocaust heeft plaatsgevonden. En dat ook die de geest van de protocollen niet heeft kunnen verdrijven. Antisemitisme is niet bepaald verdwenen en complottheorieën waren nog steeds rond. Waarom waren alle Joden niet op hun werk verschenen op de dag dat zich twee vliegtuigen in de torens van het WTC boorden? En onlangs zag ik een documentaire over het zogenaamde dokterscomplot, dat door vadertje Stalin werd uitgedokterd om te laten zien dat met hem niet te spotten valt. Het waren niet toevallig Joodse artsen die werden geslachtofferd.

Wat ook een beangstigende gedachte is, is dat er momenteel vanuit zekere kringen ook weer wild met complottheorieën wordt gestrooid. De islamisering van het vrije westen heet het nu, of de islam streeft de wereldheerschappij na. Daarvoor hoeven geen vervalste protocollen te worden geschreven. De goede lezer vindt het allemaal in het Heilige Boek. Andere tijd, andere groep, dezelfde mechanismen: een vergaande complottheorie gecombineerd met desinformatie over bijvoorbeeld migratie en terrorisme, gecombineerd met ondersteunende speldenprikjes over halal voedsel, boerkini's en kutmarokkanen.

Zoals een van de opgevoerde personages het achterliggende probleem verwoordt: 'Het belangrijkste kenmerk van mensen is dat ze bereid zijn alles te geloven. Hoe had de Kerk zonder die universele goedgelovigheid anders bijna tweeduizend jaar kunnen standhouden?'

zondag 13 februari 2011

PAUPERPARADIJS VS. TUIGDORP

Als stukjesschrijver is het soms beter bepaalde onderwerpen volledig te negeren. Zeker als het onderwerpen betreft die de Koning van de Framing voor het voetlicht smijt. Het nieuwste frame van de koning is tuigdorp. Het is een nieuwe naam voor iets wat al bestaat, zowel in Nederland als daarbuiten. Tuigdorpen avant la lettre zijn minder centrale plekken waarnaar gezinnen worden verplaatst die hun buren of buurtbewoners erg veel overlast bezorgen. Zo kunnen ze hooguit hun mede-overlastgevers tot last zijn. Dit schijnt prima te werken.

Tuigdorpen 2.0 zijn echter ook bedoeld voor hen die stelselmatig het soort overlast veroorzaken waar de buren geen last van hebben: overval, diefstal, beroving. Als de daders eenmaal hun strafje hebben uitgezeten moeten ze als klap op de vuurpijl naar een tuigdorp. Een tuigdorpbenadering lijkt me voor deze groep niet passend. Sterker nog: ze wonen welbeschouwd vaak al in een soort van tuigdorp. En dat is nu juist een van de oorzaken van de problemen.

Het lijkt me heel goed als de Koning van de Framing eens het boek Het Pauperparadijs van Suzanna Jansen leest. Daarin wordt op prachtige en ook zeer persoonlijke wijze duidelijk gemaakt hoe hardnekkig de achterstandsproblematiek, en alles wat daarbij komt kijken, is. In het boek volgt Jansen haar familiestamboom vijf generaties terug. De familie komt begin negentiende eeuw in het bedelaarsgesticht Veenhuizen terecht, waar vader van Generatie 1 bewaker is. Het blijkt een regelrechte val - een armoedeval - te zijn waaraan de familie pas twee generaties later weet te ontsnappen.

Veenhuizen is een bedelaarsgesticht in Drenthe, waar landlopers, bedelaars en andere onaangepaste types achter slot en grendel worden gezet, ver van de bewoonde wereld. Landlopers leveren alleen maar gedonder op en in de grote steden is men deze mensen liever kwijt dan rijk. Daarom is landloperij strafbaar. Overplaatsing naar een strafkolonie lost het probleem niet echt op, maar de overlast in de steden wordt wel een stuk minder. De analogie met de door het huidige Kabinet voorgestelde strafbaarstelling van illegaliteit is onmiskenbaar: dan kun je ze tenminste opsluiten. Natuurlijk is strafbaarstelling van illegaliteit niet de oplossing, maar voor veel Nederlanders is het gefundenes fressen om zoiets te roepen.

Generatie 3 heeft Veenhuizen inmiddels verlaten, maar de naam Veenhuizen staat nog als een stempel op het voorhoofd gedrukt. Een besmette naam en aangeboren onderdanigheid, ontsnappen aan de armoe is vrijwel onmogelijk. Generatie 3 en 4 leven in de nu zeer hippe 9 Straatjes in Amsterdam. Begin 20ste eeuw woonden de mensen er onder erbarmelijke omstandigheden. In de heden opgehipte en zeer populaire souterrains met ateliertjes woonden indertijd soms meerdere gezinnen bij elkaar in de vochtige en lage ruimtes van huisjes die nauwelijks overeind bleven staan.

De situatie op de woningmarkt was zelfs zo beroerd dat het gemeentebestuur begin 20ste eeuw besloot tot de bouw van nieuwe woonwijken aan de overzijde van het IJ, geheel volgens het uit Engeland overgewaaide tuindorpprincipe. Het werd de Amsterdamse variant, de Amsterdamse School, die veel prachtige architectuur heeft opgeleverd. Zo niet in Oostzaan, Floradorp of Asterdorp. Ga maar eens buurten in de Weegbreestraat of het Zonneplein met streetview van Google maps.

De bewoners van de armetierige zeventiendeeuwse buurten werden dus verplaatst naar de nieuwe tuindorpen aan de andere kant van het IJ. Asterdorp is voor de 'ontoelaatbaren' die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Het is een open gevangenis waarvan de bewoners begeleiding krijgen bij het wonen in een écht huis. De grote binnenplaats heeft maar één uitgang, een poort, met daaromheen woonblokken, waardoor de huizen tijdens de Tweede Wereldoorlog handig gebruikt konden worden als doorgangslager voor jodentransporten. Oostzaan is een tuindorp zonder begeleiding, Floradorp heeft wel begeleiding maar is minder een gevangenis dan Asterdorp. Generatie 4 lijkt het in eerste instantie te treffen (Oostzaan), maar uiteindelijk komt ze toch in Floradorp terecht. Ook voor Floradorp geldt: als je daar vandaan komt dan wordt het wel heel ingewikkeld om nog iets van je leven te maken. Een straatnaam die herleidbaar was tot Floradorp, was destijds bij een sollicitatie net zo bepalend als heden ten dage een naam die te herleiden is tot noord-Afrika.

Wat het boek duidelijk maakt is dat het verhaal over het dubbeltje dat maar geen kwartje kan worden waar is. Het is de schrijfster - Generatie 6 - uiteindelijk gelukt zich aan de misère te ontworstelen. Maar in Floradorp, waar haar moeder is geboren, is nu nog steeds 70% van de bewoners werkloos (Asterdorp is afgebroken in de jaren '50, de bewoners zijn deels verplaatst naar Floradorp). Floradorp haalt jaarlijks de krant vanwege de rellen tussen bewoners en politie rond oud en nieuw.

Wat leert het boek? De geldende mode over de wijze waarop je paupers moet aanpakken danwel verheffen maakt niets uit: individuele aanpak of niet, gesloten opvang of niet, reclassering of niet, begeleiding of niet, het maakt allemaal niks uit. Diep wetenschappelijk is het boek niet, maar het lijkt er op dat nature de overhand heeft boven nurture. Hoe het ook zij: het bij elkaar zetten van mensen die moeite hebben om het te redden in de samenleving - waarbij ongetwijfeld een stukje nature komt kijken, maar ook de nurture gezellig meedoet - leidt tot niets. Exit tuigdorpen dus, behalve dan voor mensen die hun buren het leven zuur maken. Want daarvoor helpen ze wel tegen. Alleen noemen we ze niet - nooit! - tuigdorpen.

Ik hoop bij nader inzien niet dat de Koning van de Framing Het Pauperparadijs leest. Over het landlopersprobleem, dat in de context van het verhaal breed moet worden opgevat, staat het volgende te lezen."Met het landlopersprobleem werd na meer dan een eeuw van heropvoeden korte metten gemaakt door de nazi's, die geen pardon kenden." De definitieve oplossing van het 'landlopersprobleem'... laat het Geert niet horen!

zaterdag 5 februari 2011

WINKELCENTRUM

'Mijn' winkelcentrum trekt een zeer gemêleerd publiek. Er komen senioren uit de nabije verzorgingsflat, er komen onvervalst plat Utrechts pratende bewoners uit het nabije Geuzenwijk, er komen jonge stelletjes met kinderen uit de nabije koopwoningen - gebouwd ter vervanging van afgebroken gribusflats met als doel de bevordering van de menging der sociale klassen - en er komen veel eerste-, tweede- en derdegeneratieallochtonen.

Bij de AH staat sinds kort een nieuwe straatnieuwsverkoper. Een vrouw die er eigenlijk helemaal niet uitziet als een straatnieuwsverkoper. Daar stel ik me een al decennia lang verslaafd vriendelijk maar enigszins verlopen en warrig type bij voor met als standplaats Hoog Catharijne. Ik geef haar voorlopig het voordeel van de twijfel, maar desondanks geen geld, want ik heb geen kleingeld bij me en wisselen bij een straatnieuwsverkoper dat is ook weer zoiets.

Bij de Read Shop haal ik een krant en ik koop per ongeluk een boek. Alsof er niet nog 35 ongelezen exemplaren liggen te wachten thuis. Er werkt een vriendelijke shagroker die zo op het oog niet een heel gezond leven heeft geleid. Hij kan heel knap, ondanks de drie ontbrekende vingers aan zijn rechterhand, boeken inpakken en bonnetjes uit de kassa trekken. Gelukkig hoeft hij geen eetbare zaken aan te reiken, zoals de ijscoverkoper op de Vredenburg vroeger, een lilliputterig mannetje dat ook zijn halve hand kwijt was. Ik moest me echt ergens overheen zetten als hij me met die hand het ijsje overhandigde. Het ijsje smaakte toch anders uit zo'n hand.

Bij de AH is het nog steeds voetbalplaatjesdag. Voor de deur staan een paar jongens die alle klanten bij het verlaten van de grootgrutter om voetbalplaatjes vragen. De vloer is bezaaid met strookjes papier. In de winkel zie ik een jongen die even daarvoor nog buiten stond op plaatjesjacht. Hij heeft een lichaamshouding die duidt op een zeer subdominant karakter: voorovergebogen, ontwijkende blik. Zijn grootste wens is op dat moment zo te zien algehele onzichtbaarheid. De reden is duidelijk: hij is weggejaagd door een grotere, oudere, stoerdere jongen die ook op plaatjesjacht is, en de AH ingevlucht.

Ongevraagd krijgt hij advies van een man met FC Utrechtsjaal, daarbij gesteund door een bejaarde krasse knar met looprek. Blijkbaar trekken ze zich het lot van de jongen aan. In zeer plat Utrechts gaat het eenzijdige gesprek: 'Heeft die grotte jongu je weggejoagd? Dan moejunnum gewon un knal foor sun harsus gevun, dan houttie wel op hor!" De jongen antwoordt niet en verdwijnt zonder dat het iemand opvalt.