zondag 22 augustus 2010

GANS

Als ik vanaf mijn huis langs de Vecht naar de tuin fiets, kom ik altijd langs een clubje van een stuk of twintig à dertig tamelijk opgefokte ganzen. Meestal staan ze pontificaal midden op de weg. Als je langs ze fietst steken ze luid gakkend de nekken in de lucht en de snavels omhoog gericht. De aanvalshouding. Niet dat ze je aanvallen, ze doen niets. Hooguit sissen als je ze te na komt.

Het is heel grappig om te zien dat mensen die door dit clubje hangganzen heen willen fietsen steevast bellen met hun fietsbel. Alsof die ganzen dan zullen denken: 'Hé, een fiets, snel aan de kant.' Automobilisten denken op dezelfde manier de ganzen aan de kant te kunnen toeteren. Kansloos! Ganzen begrijpen geen bellen en toeters, maar gaan uiteindelijk heus wel aan de kant als ze anders geraakt worden.

De ganzen schijten met zijn allen de hele weg compleet onder. Schijten kunnen ze als de beste, en dat is ook niet zo gek. Ze worden om de een of andere reden op tamelijk professionele wijze gevoerd. Ik zie af en toe mensen in de auto langskomen, die dan een vuilniszak Turks brood uit de achterbak halen om dat in grote brokken - en als het brood verscheuren lang genoeg heeft geduurd in hele broden - aan de gansjes te voeren. Alsof ze vetgemest moeten worden. Binnen de kortste keer is ook een hele armada van meerkoeten, eenden en meeuwen gearriveerd en begint het gevecht om het brood. Terwijl er toch echt voor iedereen meer dan genoeg is. Maar dat hebben ze natuurlijk niet door.

De ganzen waar het hier om gaat zijn een soort mislukte grauwe ganzen. Net als bij stadsduiven - oorspronkelijk waren dat prachtige uit Spanje afkomstige rotsduiven - zijn ze dusdanig gedegenereerd en vermengd dat je dat nog maar net kunt zien dat het generaties terug grauwe ganzen waren.

Tussen dat clubje opgefokte soort van grauwe ganzen is op de een of andere manier een brandgans verzeild geraakt. Nou ja, een brandgans... Hij heeft veel weg van een brandgans, maar ook dit exemplaar is niet zuiver in zijn genetica. Deze vreemde gans in de bijt wordt door de rest getolereerd, maar niet van harte. Terwijl dit toch echt de sympathiekste gans in van het hele rot. Hij gakt niet naar je als je langs komt fietsen, hij steekt zijn nek niet naar je uit. Toch wordt dit gansje door de rest van de groep volledig genegeerd. Je ziet hem vaak op een, twee meter van de grote groep af staan. Soms zit ie rustig aan de andere kant van de weg, in de wei, terwijl de rest aan de slootkant opgefokt doet. Misschien is dat zijn eigen keuze, distantieert hij zich van dat zootje ongeregeld, maar het gaat me toch aan het hart. Niets menselijks is mij vreemd, en de ganzen ook niet.

woensdag 18 augustus 2010

FAN

Gisteren viel ik tijdens het zappen in een BBC-documentaire over heavy metal. De hele meute kwam voorbij: Ozzy Osbourne, Mötley Crüe, Iron Maiden, Judas Priest, Metallica. Niet echt mijn kopje thee, maar toch leuk om te zien. En ik kan me ook heel goed voorstellen wat er aanspreekt in metal-muziek.

Twee onderwerpen uit de documentaire mogen best even worden genoemd. In de eerste plaats hoe de zanger van Judas Priest de hele look van de metalscène heeft beïnvloed. Rob Halford is homoseksueel en erg into fetish, vooral leer en studs. Zijn podiumoutfit kocht hij bij elkaar in obscure fetishwinkeltjes. ERn daar had ie succes mee op het podium. Naar dit voorbeeld is een uniform ontwikkeld dat door ongeveer alle metalbands en metalheads is overgenomen. Best bijzonder in zo'n wereld van échte mannen.

In de tweede plaats de rechtszaak die was aangespannen tegen Judas Priest omdat twee Priest-fans zelfmoord hadden gepleegd, direct na het beluisteren van muziek van hun helden. Althans: bij de een was het gelukt, de ander kon het navertellen, hoewel dat moeilijk zal zijn geweest zonder onderkaak. De leden van Judas Priest werden verantwoordelijk gesteld voor de zelfmoorden. In hun muziek moedigden ze de jeugd hiertoe aan via geniepig verborgen subliminal messages.

Verborgen boodschappen in de muziek... het is te danken aan de Amerikaanse moral majority dat er sinds de Beatles ('Paul is dead') eindelijk weer wat horen was over dit potentieel gevaarlijke fenomeen. Tipper Gore (de vrouw van inderdaad) was de drijvende kracht achter de club die alle platen doorluisterde op al dan niet subliminale maar in ieder geval onwelvoeglijke boodschappen. Niet voor niets is aan het einde van de elpee White bread blues van Victims Family, na het nummer Anti satan song for mom, als je de plaat terugdraait te horen: 'I hope you break your needle Tipper!' Zo ging dat in die tijd, hard tegen hard.

In de documentaire is een scène te zien van de rechtszaak waarin de jury moet aangeven of zij vinden dat de zanger ergens ver weg op de achtergrond 'Do it, do it' zegt is behoorlijk bizar. En dan is in ieder geval in de documentaire volstrekt onduidelijk wát ze dan precies moeten doen. Uiteindelijk liep de rechtszaak met een sisser af en werden alle Judas Priests vrijgesproken. En dat was maar goed ook, want hoe moet je je nou in godsnaam verweren tegen verdenkingen van subliminal messages?

Overigens zitten er in mijn familie de nodige metalheads. In Groningen, of meer algemeen, in perifere, meer rurale regio's zoals geografen dat zo mooi noemen, was en is metal nog steeds hot. Vooral mijn neef J. was een enorme metalfan. Hij droeg ook studs en van die maffe strakke broeken met verticale strepen. Dat vond ik altijd ontzettend stoer. Hij - en nog meer neven - waren groot fan van Iron Maiden. Ik vond dat toch maar een beetje eng, dat satanistische gedoe - Number of the beast! - en die akelige elpee-hoezen. Neef J. was ook nog lid van de fanclub van Status Quo. Ik weet, dat is geen metal maar hardrock, maar goed.

Ergens in de tachtiger jaren troffen wij de familie van J. ergens op een camping in Frankrijk. Na een aantal dagen vertrok de familie. Vlak voordat ze vertrokken - de auto was ingeladen, de vouwcaravan opgevouwen en aangekoppeld - deed J. een daad die grote indruk op mij maakte. Op de parkeerplaats waar hun tent naast stond schreef hij groot: Quo-fan 276.389 was here! Dat nummer weet ik niet helemaal zeker, maar Quo-fans werden dus, net als goede flessen wijn, genummerd. Ik vond het een uiterst stoere daad, zoals ie dat deed, met krijt, alsof het simpelweg een plicht was, zonder zich te haasten, terwijl de auto met de anderen ongedurig stond te wachten op vertrek.

dinsdag 17 augustus 2010

PEST

Uit recent onderzoek blijkt dat er in bejaardenhuizen heel wat wordt gesard, getreiterd, gekleineerd en gekoeioneerd. Pesten houdt sommige bejaardenhuizen volledig in hun greep. Bejaarden worden genegeerd, ze krijgen geen taart als iedereen taart krijgt, hun rollator wordt steeds in de lift gezet, ze krijgen voortdurend neerbuigende opmerkingen naar hun hoofd.

Wat zo wreed is - maar ook zo voorspelbaar - is dat het zowel aan de kant van de pesters als van de gepesten om dezelfde personen gaat die 60 jaar eerder op school respectievelijk dat sadistische jongetje met zijn achterbakse wrede berekenende gedrag en het kind van de rekening waren. Als je op de lagere school gepest wordt dan staat je in het bejaardenhuis dus denkelijk de nodige ellende te wachten. En dan is de kans groot dat je tussendoor, in je werkzame leven, ook een klotentijd hebt. Opvallend is dat bij kinderen gepestheid al is terug te zien in hun lichaamshouding: pest me, sla me! Dat raak je niet zo snel weer kwijt.


Pesten is een zichzelf versterkend principe. Als het eenmaal op gang is wil iedereen mee doen, want dan staat hij of zij aan de goede kant. Ik vond het altijd razend irritant als van die slome tuttebellen uit de klas ineens mee deden aan het pesten. Terwijl ze op de pestladder maar net een paar treetjes lager stonden dan de echt zware slachtoffers.

Uit nog recenter onderzoek blijkt dat ook op militaire opleidingen pesterijen schering en inslag zijn. De charismatische en dominante leiderstypes weten hun potentiële strijdmakkers te bewegen om al wat afwijkt een gruwelijke tijd te bezorgen. Ik citeer: 'Een slapende adelborst (ik dacht dat de adelborst in Nederland niet meer voorkwam sinds de winter van '63) werd in 2007 geswaffeld door medeleerlingen en hield daar psychische klachten aan over'. Ik kan het me voorstellen! In mijn tijd schopten ze als pesterij je bal met een grote boog over een sloot de struikjes in, zodat je een eeuwigheid bezig was hem te zoeken. En zij maar lachen als je aan het zoeken was. Dat vond ik toen al best erg...

'Op het Koninklijk Instituut Marine geldt pesten als natuurlijke selectie' luidt een van de bevindingen uit het onderzoek. Pesten als Darwinistisch selectiemethode, dat klinkt interessant. Maar dan zouden mensen die gepest worden toch op den duur uit moeten sterven? Of hebben ze een functie? Vormen ze een dempende factor? Want als al die alfamannetjes de hele dag met elkaar aan het vechten zijn, wie levert dan het Goede Zaad? Of zijn die minder dominante, misschien zelfs wat vrouwelijker types, goed in dingen die ook van belang zijn voor het menselijk ras? Dingen die juist zij heel goed kunnen?

Het lijkt nu alsof vrouwen in het geheel niet meedoen aan pesten, maar de waarheid is natuurlijk dat vrouwen er beter in zijn dan mannen. Alleen gebruiken ze heel andere methoden. Geen fysiek geweld - op een klein catfightje na zo hier en daar - maar psychologische oorlog van het koude soort. Hebben vrouwen er baat bij in evolutionair opzicht? Ik zie het nog niet zo. Misschien is pesten voor vrouwen een manier om zich in de etalage te plaatsen van de Grote Genenuitwisseling. Dat zij aan de Opperpesters kunnen laten zien dat ze als pester ook zeker hun mannetje staan. Want het is toch zeker zo dat pesters het met pesters doen en gepesten met gepesten? Ach ja, het zal er wel weer om gaan dat degene met de beste genen genen uitwisselt met diegene met de beste genen van het andere geslacht. De conclusie is duidelijk: de evolutie zal er niet voor zorgen dat pesten uitsterft.

BOM

Soms komen er op tv programma's voorbij – of eigenlijk is het eerder zo dat jij voorbij komt aan programma's – waarvan je denkt: hoe verzint iemand dit? Dat had ik onlangs. Hoe het programma heet weet ik niet. Het is een serie waarin verschillende elitetroepen uit historische oorlogen en veldslagen het tegen elkaar opnemen. Het is een soort idols voor oorlogsfetisjisten, met veel wapentuig en explosies. De nadruk ligt op eigenschappen als fitheid, doorzettingsvermogen en wreedheid, maar vooral op hoe goed je je wapens weet te hanteren.

In deze aflevering gaat de Waffen-SS de strijd aan met de Vietcong. Nu moet je niet denken dat beide teams ergens op een mooi wedstrijdterrein tegen elkaar ten strijde trekken. Er is gekozen voor een wedstrijd die het goed doet op tv. De effectiviteit van de wapens die beide partijen indertijd gebruikten, wordt op spectaculaire wijze vergeleken en beoordeeld door een deskundige jury. En effectiviteit gaat in dit geval om zo veel mogelijk dood en verderf. Boem! Kledder! Bakfiets!

Zowel de Vietcong als de Waffen-SS hebben een vertegenwoordiger die alle wapens demonstreert. Ze zijn allebei heel blij met de hun toegedichte rol en bovendien uitzonderlijk goed gecast. De SS-er spreekt Engels met een duidelijk Duits accent. Hij ziet er uit alsof hij regelrecht in de eerste lijn afstamt van een opper-Nazi. Hij is duidelijk trots op al die geniale wapens die zo ontzettend goed in staat zijn om mensen uit elkaar te rijten of te doorboren.

De Vietconger ziet er uit alsof hij zo weer aan de slag zou willen gaan om bijvoorbeeld een leuke val met geslepen bamboestengels in elkaar te knutselen. Hij is een afgetrainde Vietnamees die ook uitermate trots is op hun wapentuig, hun inventiviteit in het gebruik er van en vooral op het feit dat de Vietcong drie moderne westerse legers hebben overwonnen. Je mag dan de underdog zijn, maar met een beetje goede wil kan je iedere vijand aan.

Handwapens, mitrailleurs en mijnen worden in opeenvolgende sessies vergeleken en beoordeeld. Er is gekozen voor opstellingen met levensgrote poppen die als slachtoffer dienen. De poppen gaan echt bloeden als je raak schiet en ze hebben precies dezelfde eigenschappen als een mensenlichaam, zodat goed kan worden beoordeeld of de wapens werken.

Aan het einde van elke sessie wordt gekeken hoeveel schade de kogels of bommen hebben aangericht. Dat leidt tot enthousiasme bij deelnemers en jury: "Kijk, drie keer dwars door het hoofd! Die gast is ontzettend dood!" "Zag je dat, hij ligt helemaal in tweeën!" "Heeft iemand gezien waar zijn benen zijn neergekomen?" Het spectaculairst is toch wel de mijn die in de nabijheid van een varkenskarkas tot ontploffing wordt gebracht. Na de knal is er vrijwel niets meer van over en tot tientallen meters in de omtrek dwarrelen minuscule stukjes varken neer.

Ook de uitleg van de wapens verraadt rare obsessies. De Waffen-SS gebruikt een mijn die voor maximaal effect eerst een metertje opspringt alvorens te ontploffen. Met smaak worden anekdotes opgediend over de angst onder Engelse soldaten voor dit moorddadige wapen. Je was als je het - God verhoede - overleefde in ieder geval ontmand.

Jammer genoeg heb ik de einduitslag niet gezien, dus ik kan niet vertellen wie er gewonnen heeft. Het pleit natuurlijk wel voor de Vietcong dat ze in tegenstelling tot de Waffen-SS nog nooit zijn verslagen. Ach, wat zal het ook, dit waren nog maar de voorrondes. Wie zouden er doordringen tot de finale? Ik tip Al Qaida.