zaterdag 4 december 2010

BUS

Onlangs was ik bij mijn zusje langs. Zij woont nog steeds in Vianen, het stadje waar ik mijn hele schoolgaande jeugd woonde. Ze woont in De Hagen, het Overvecht van Vianen. Vroeger kwam ik daar eigenlijk alleen maar om de lokale huisdealer, Bush, te bezoeken die op nummer 98 woonde.

Ik zit in de bus terug naar Utrecht. Sinds kort is er geen rechtstreekse bus meer, je rijdt eerst half Vianen, Nieuwegein en Utrecht door. Tijdens de busreis kom ik langs de ene na de andere plek waar herinneringen aan kleven. Herinneringen aan personen, herinneringen aan gebeurtenissen. Een nostalgisch reisje met de stopbus.

De bus rijdt door de Goudkust, waar Charles woonde. Hij zat bij mij in de klas en als collegakrantenbezorger kwam ik hem geregeld 's ochtends vroeg tegen. Hij was twee keer krantenbezorger van het jaar geweest. Dat is mij nooit gelukt. Hij had een opvallend gebit. Hij had nooit gewisseld en had al zijn melktandjes nog. Het was een apart gezicht als Charles zijn prachtig verzorgde, maar proportioneel niet kloppend, hagelwitte melktandjes bloot lachte.

Zijn vader had een paar jaar terug een auto-ongeluk gehad, waardoor hij een tijd in coma had gelegen. Daardoor was zijn reukvermogen verdwenen. Charles kon dat niet geloven en moest het uiteraard uittesten door een sluipmoordenaar van een scheet te laten. En toen wist hij het zeker: zijn vader kon niet meer ruiken.

We komen langs een bushalte, de bushalte waar ik zelf opstapte als ik naar Utrecht of Nieuwegein moest. Ik heb er niet vaak gestaan, want ik ging bijna altijd op de fiets. In dat bushokje heeft overbuurjongen Daan een paar zeer gelukkige momenten beleefd. Hij zat in dat bushokje te wachten en naast hem zat een meisje. Hij had niet echt een killer look. Hij raakte in gesprek met het meisje. Als door een wonder leken zij te zijn samengebracht in dit bushokje, dat het startpunt was van hun relatie. Ze keken elkaar in de ogen en het was gebeurd. De relatie heeft niet lang geduurd. Het was liefde op het eerste gezicht.
Eerst deden we een beetje lacherig over deze ontmoeting van welhaast Bijbelse proporties. Maar hij was zo blij met zijn meisje, en je gunde het hem ook zo.

Het was ook een zielig mannetje. Hij liep moeilijk als gevolg van kinderpolio en zag er verder tamelijk verfomfaaid uit, als een schildpad. Hij moest ontzettend vaak naar het ziekenhuis, waar wij wel eens op bezoek gingen. Je kon er tafeltennissen, maar verder was het er niet bepaald gezellig. En het rook er enorm naar ziekenhuis. Met buskruit deden we vaak alsof we struikelden, of hem pas heel laat zagen, zodat ie ook eens de tijd had om als eerste bij de bal te zijn. Onze Daan is niet oud geworden.

Een eindje verder komt de bus langs het huis waar mijn eerste vriendinnetje vroeger woonde. Ik ben een keer met haar en nog een stel vrienden uitgeweest in Utrecht, naar de beroemde Surinaamse feestband Trafassi. Van Wasmasjien en zo. Omdat het feest was had ik me feestelijk uitgedost. Mijn zussen zijn tijden bezig geweest om 36 vlechtjes in mijn haar te zetten. Het zag er waarschijnlijk niet uit, maar apart was het wel.

Ik was al tijden knalverliefd op S. en dit was de avond waarop het allemaal moest gebeuren. De hormonen gierden door de werfkelder waar het optreden was. Na een avondje gezellig dansen, drinken en ouwehoeren fietsten we de twintig kilometer terug van Utrecht naar Vianen tot we uiteindelijk bij het ochtendgloren voor het ouderlijk huis van S. stonden als een stelletje verliefde pubers - wat we ook waren. We zaten nog wat na te praten en waren beide in dubio hoe we deze avond tot een goed eind moesten brengen. Zoenen, niet zoenen, nog ergens een verstopt bankje zoeken of toch maar snel naar huis?

Gelukkig hoefde we geen keuze te maken. Plots kwam de vader van S. naar buiten. We voelden ons enorm betrapt, terwijl we daar alleen maar stonden en nog geen punt achter onze avond konden zetten. Pa zou ons toch niet gehoord hebben en even stevig van leer trekken ter meerdere eer en glorie van de maagdelijkheid van zijn dochter? Nee, dat was niet het geval. Pa was werkzaam bij ECI en hij was de eerst aangewezen persoon om bij het afgaan van het alarm in zijn beige Lada naar het gebouw op het nabijgelegen industrieterrein te racen en te kijken wat er loos was. Maar waarom uitgerekend op deze zondagmorgen? Uitgerekend op dit tijdstip?

In een klap was de betovering van de avond verbroken. Onwennig gingen we uit elkaar. Het moment waar we zo lang naar hadden uitgekeken was weer tot nader order opgeschoven.

vrijdag 19 november 2010

LETNA, STALIN, REVOLUCE, OCTOPUSSY EN MICHAEL JACKSON

Woensdagmiddag 17 november hebben we met wat vrienden van Marek afgesproken op Václavské náměstí. Tijdens het wachten komt langzaam maar zeker een demonstratie op gang voor het grote ruiterstandbeeld van Wencesclaus. Langzaam breidt de groep zich uit met nieuwkomers die protestborden bij zich hebben met voor mij onbegrijpelijke teksten. Dit is niet bepaald de eerste demonstratie hier. Het is een historische plek. De plek waar Jan Palach neerzeeg nadat hij zichzelf in brand had gestoken, waar Russische tanks een einde maakten aan een revolutie, waar kaarsjes werden gebrand door studenten. En waar de aanzet werd gegeven voor de fluwelen revolutie van 1989.

Dat was ook op 17 november. De organisatie van de huidige demonstratie heeft ongetwijfeld deze datum niet voor niets gekozen. Het is de dag dat een vreedzame studentendemonstratie tijdens de herdenking van de bezetting door de nazi's 50 jaar geleden bruut uiteen werd geslagen. Dit was het begin van het einde van socialistisch Tsjechoslowakije.

Deze demonstratie stelt heel wat minder voor. Hoe het precies zit is me niet duidelijk, maar in ieder geval zijn er in Praag twee partijen aan de macht, en volgens de demonstranten zijn dat alleen maar zakkenvullers: 'Ne kleptocracy!' dus. Het is een heel ontspannen demonstratie, er is nauwelijks politie op de been en kleine kinderen zijn welkom. Er worden wat redevoeringen gehouden waarbij een man op een keukentrapje met een spandoek en een carnavalsmasker op de boel heel gematigd ophitst. Er is een pauze-act van een protestzanger, die zichzelf begeleidt op gitaar. Blijkbaar slaan zijn teksten aan: de refreinen worden goed meegezongen.

Vandaag heb ik door de oude stad gewandeld richting Čechův Most. Als je die brug oversteekt kom je bij een serie trappen die naar de top van de heuvel Letna leiden. Bovenop staat sinds 1992 een lelijk kunstgeval, een enorme metronoom met een bewegende rode naald. Alles is slecht onderhouden en alles waar op geklad kan worden is besmeurd met graffiti. Het schijnt een hotspot voor skaters te zijn, maar vandaag even niet. Het zal door de regen komen.

Waar nu de metronoom staat stond van 1955 tot 1962 het grootste Stalin-beeld ter wereld: ruim 15 meter hoog. Helaas viel meneer na zijn dood snel van zijn voetstuk. In 1962 werd het beeld dus vernietigd, wat geen eenvoudige klus was. 800 kilo dynamiet was nodig. Het schijnt dat het hoofd van Stalin netjes de Vltava in is gerold, daaruit opgevist en op een open truck door de straten is gereden.

Het is hondenweer. Het miezert en het is koud. Het Letnapark is groot, leeg en voorzien van symmetrische assen die van of naar het voormalige Stalinbeeld lopen. Zo hoort dat!

Ook dit is een historische plek. De demonstraties die op die van 17 november 1989 volgden vonden hier plaats. Václavské náměstí was inmiddels veel te klein om alle demonstranten te herbergen. Op de Letnaheuvel kwamen meer dan 500.000 mensen samen om vanuit het aanpalende stadion van Spartak Praag toegesproken te worden door Vaclav Havel. De regering had inmiddels door dat er geen weg terug meer was. Geen geweld. Berusting. Wachten op het einde. Het was zondag 28 november, de tweede dag dat er massaal werd gedemonstreerd.

Een historische plek, en een toplocatie. Inmiddels zijn er wilde plannen voor hoorde ik van Marek. Een architect heeft een ontwerp gemaakt voor de nationale bibliotheek: de octopus. Een bijzonder ontwerp in bijzondere kleuren. President Klaus heeft te kennen gegeven het ontwerp niet te zien zitten, waarop ook de burgemeester van Praag het ineens een slecht plan vond. Architect Kaplicky kan zelf niet meer vechten voor zijn ontwerp, want hij is overleden. De ontwerper van het Stalin-beeld pleegde een dag voor de onthulling zelfmoord. Stalin overleed een paar jaar na de onthulling er van. Michael Jackson, wiens standbeeld bij de start van zijn HIStory-tour (1996) kortstondig de plaats innam van die andere grote naam uit net een ander deel van de geschiedenis, is overleden. Hopelijk is het Vratislav Novak - de kunstenaar die de metronoom heeft ontworpen - beter vergaan. Hoe het ook zij, ik denk dat de gemiddelde wichelroedeloper met een wijde boog om deze plek heenloopt. Hoe zou het er over vijf jaar uitzien?

Praha hlavní nádraží

Vanuit het raam van mijn hotelkamer kijk ik uit op het centraal station van Praag. Ik wist dat niet van tevoren, maar ik ben er blij om. Het is echt een fantastisch station. Als ik in Praag ben ga ik altijd even een kijkje nemen.

Het station is begin vorige eeuw door architect Fanta onder handen genomen. Hij heeft zich helemaal uitgeleefd in allerlei fraaie jugendstil stijlelementen. Maar dat geldt maar voor een klein deel van het station. In de socialistische tijd is er een enorm blok tegenaan gekwakt, met veel glas en grijs en in het interieur heel veel zeventiger-jaren-plastic verwerkt. De metro werd op die manier met het spoor verbonden.

Ook dit deel is erg mooi. Een socialistisch zeventiger jaren stijlicoon. Het mooiste zijn de lampen in het plafond van de entreehal: mooi symmetrisch aaneen gelegde knaloranje vierkante elementen met een ronde uitsparing waarin vijf kleine tl-lampjes hun koude licht produceren.

Op de een of andere manier heeft socialistische architectuur en hele lage aaibaarheidsfactor. Veel gebouwen die golden als stijlvoorbeeld zijn al gesloopt. Het Kulturpalast om er maar een te noemen. Ook in dit station dreigt de slopershamer. Ze zijn bezig met het verwijderen van de plafonds. Doodzonde. Ik denk dat ze die lichtbakken heel goed per opbod kunnen verkopen aan types met dezelfde afwijking als ik: een liefde voor socialistisch architectuur.

Het mooiste aan het station is dat, wanneer je een van de gangen richting treinen in gaat - ik weet nog steeds niet welke en moet altijd eerst wat ronddolen vooreer ik hem vind - de oranje symmetrie ophoudt en overgaat in een lelijk wit plafond, dat op een totaal onverwachte plek overgaat in een open ovaal die je langs een rand met in lichtblauwe jugendstil-letters Fantova Kavarna er op, een doorkijkje biedt naar een prachtig beschilderde en van gekleurd glaswerk voorziene koepel waaronder zich een wonderschone Kavarna - koffiehuis - bevindt in prachtige jugendstil, waar reizigers rustig een kopje koffie drinken, alsof de tijd 100 jaar heeft stilgestaan. De tijd heeft niet stilgestaan, het onderhoud wel. Al een jaar of 50 zo te zien. Dat deze prachtige koepel gerenoveerd en niet gesloopt wordt is echter zo klaar als een klontje. Van alle architectonische stijlen heeft de jugendstil natuurlijk de hoogste aaibaarheidsfactor.

zondag 14 november 2010

OZON

Het schijnt dat je aan geuren de sterkste herinnering hebt. Een geur kan je ver terugvoeren in je verleden of naar een andere plek. Dat had ik gisteravond, toen ik de slaapkamer binnenstapte. Het raam stond open en er hing een geur die ik direct thuis kon brengen: de geur van kleurentelevisie.

En niet zo maar een kleuren-tv, maar van het grote, nauwelijks te tillen exemplaar dat centraal in de woonkamer stond opgesteld. De tv waarop ik in mijn jeugd zoveel moois en soms ook beangstigends heb gezien. De tv waarvoor degene die het dichtst bij zat de afstandsbediening was.

Maar hoe ruikt kleuren-tv? Het is de geur van glas en statische elektriciteit. Fris maar tegelijkertijd muf vanwege de door statische elektriciteit aangetrokken stofdeeltjes die aanbrandden, want de tv was in die tijd nog een warme lamp. Ik heb ook het idee dat tv naar ozon ruikt, alhoewel ik niet weet waar dat op is gebaseerd.

De tv was indertijd totaal anders dan nu. Als je dichter bij het beeldscherm kwam zag je minuscule honingraatjes in rood, groen en blauw, die gezamenlijk beelden vormden en zich tot de benodigde kleuren mengden. Pointillisme après le lettre.

In die tijd was het hoogtepunt op tv-gebied die ene woensdagmiddag in de maand, waarop allemaal tekenfilms werden uitgezonden. Je keek er echt naar uit. Met de zusjes en soms vriendjes en vriendinnetjes zaten we al tijden van tevoren klaar voor de tv, tot het begon. Als we geluk hadden kregen we een drie musketiers, zo'n joekel van een reep met karamel en chocola. Waar zijn ze gebleven?

Voor mij was 'Naar het middelpunt der aarde' het hoogtepunt. Superspannend, en er figureerden ook nog dinosaurussen in! Ook 'Kuifje' was enorm spannend. Zo spannend dat ik soms last had van macaroni. Ik had last van macaroni als ik te fanatiek nagels had gebeten. Het afgebeten randje van de nagel dat nog net vast zat zag er uit als een verfijnd macaronietje met bloed als rode saus. Bloed, omdat je de boel in het leven getrokken had. Het gaf een gemene scherpe pijn. Die kan ik me nog herinneren als de dag van gisteren, maar niet zo goed als de geur van kleuren-tv.

woensdag 27 oktober 2010

PRAKTIJK

Een jaar of tien geleden verleende ik wat hand- en spandiensten bij een Europees project met als onderwerp de integratie vluchtelingen. Doel was om uit alle verschillende ervaringen zogenaamde good practices on integration te formuleren. In welk land hebben ze een goed werkend systeem voor de huisvesting van vluchtelingen? Waar hebben ze slimme oplossingen voor begeleiding van vluchtelingen naar werk? Waar zijn er mooie projecten gericht op sociaal-culturele participatie? Er werd ook gekeken of de ervaringen uitwisselbaar waren, anders was het geen good practice.

Het was een erg interessant project. Hoogtepunt was het afsluitende congres waarbij alle deelnemende organisaties aanwezig waren. Ook tientallen vluchtelingen uit alle deelnemende landen waren van de partij. De vluchtelingen spraken over hun ervaringen uit hun dagelijkse praktijk. Zo konden alle opgetrommelde deskundigen uit de eerste hand horen hoe in diverse Europese landen alles rond een bepaald thema was geregeld. In veel landen was er overigens bijzonder weinig geregeld, zeker als je meer richting Middellandse Zee kwam.

Voor mij was dat congres de eerste keer dat ik live vluchtelingen tegenkwam. Er waren hele bijzondere mensen bij. Overlevers die ondanks - dankzij? - alles wat ze hadden meegemaakt een groot enthousiasme en een ongekende gedrevenheid aan de dag legden. Er was bijvoorbeeld een bijzonder slimme Somalische vrouw uit Italië met een enorme hoeveelheid hutkoffers bij zich, en een stuk of zes kinderen waar ze blijkbaar geen opvang voor had kunnen regelen. Echt een fantastische vrouw, zoals ze haar vaak bar slechte ervaringen uiteen zette, zonder iets of iemand te veroordelen. Haar koffers hebben we de volgende dag kilometers over de onverharde wegen naar het terrein moeten sjouwen waar de Onbegrensde Ontmoeting plaatsvond, een groot festival voor vluchtelingen. Het moet er mooi hebben uitgezien: drie van die sliertige Hollandse mannen met een grote koffer op het hoofd, gevolgd door een stevige Somalische vrouw in vrolijk gekleurde jurk, met een sliert kinderen er achteraan.

Er was ook een Angolese jongeman die ergens rond de poolcirkel in Zweden terecht was gekomen. Hij was daar de enige zwarte in de wijde omgeving, maar had het er prima naar zijn zin. Hij was dol op de Zweedse vrouwen, en zij op hem. Zelfs de lange maanden zonder zonlicht konden hem niet klein krijgen. Ik kan me het beeld helemaal voorstellen: een bijna twee meter lange basketbalneger die daar in een klein stadje blijmoedig door de geselende sneeuw loopt, slechts verlicht door een eenzame lantaarnpaal.

's Avonds zaten we na te borrelen met een flink aantal vluchtelingen van all over the world. Een stateloze Palestijn - ik kon en kan me er nog steeds niets bij voorstellen. Een Bosniër, een Rus, een Sierra Leonees. Toen de bar gesloten was bleek een Iraanse man - wat een held! - diverse flessen sterke drank bij zich te hebben. En ik altijd maar denken dat mensen uit dat soort landen niet mochten drinken... De gesprekken die we daarna gevoerd hebben zijn waarschijnlijk heel diep geweest, maar ik kan er helaas geen verslag van doen. Maar geïntegreerd hebben we.

Ik moest aan dat project good practices on integration denken toen ik onlangs op de tuin werd uitgenodigd voor thee met baklava. Een mannetje of twintig had zich verzameld in de tuin van een Turkse familie. De helft van de aanwezigen was Turks, de andere helft Nederlands. Er werd muntthee geschonken uit een samowaar die op houtskool gestookt werd. Er waren twee gigantische schalen baklava en nog veel meer zoetigheid.

Een volkstuinencomplex is een serieuze good practice on integration. Want waar spreek je nou een Turk die hier als gastarbeider is gekomen in de tijd dat een brief naar zijn gezin in Oost-Turkije vijf weken onderweg was? Of een Turk die problemen heeft omdat hij een enorme binge-drinker is? Waar krijg je van je Koerdische buren een heerlijk stukje kip van de barbecue? Waar zing je met je tuingenoten Turkse verjaardagsliedjes voor het jarige zoontje van Imael? Juist: op de volkstuin!

Daarom mijn advies: laat 1000 bloemen bloeien ter meerdere eer en glorie aan de verbondenheid der volken: ieder AZC zijn eigen volkstuin! Want waar samen getuinierd wordt daar komen de mensen elkaar nader.

dinsdag 26 oktober 2010

ETHIEK

In een krant stond onlangs dat robotwapens onder vuur liggen. Dat blijkt bij nadere lezing wel mee te vallen. De koppenmaker van dienst was iets te creatief. VN-rapporteur voor buitengerechtelijke executies - is dat een slechte vertaling of gaat het echt om executies? - Heyns wordt in het stuk geciteerd: 'De internationale gemeenschap moet zich buigen over de wettelijke, politieke, ethische en morele gevolgen van de ontwikkeling van dodelijke robots.' Niets meer en niet minder.

Dat de internationale gemeenschap de wettelijke en politieke aspecten bespreekt vind ik tot daar aan toe. Maar dat die arme robots worden getoetst aan een ethisch en moreel kader, dat vind ik vreemd. Hoe kun je nou een onwetend ding dat gemaakt is om mensen te laten ontploffen hierop toetsen? De mensen die deze dodelijke robots programmeren om bevelen uit te voeren, en de bevelhebbers zelf, dat zijn toch degenen die hier over gaan? Of moet je je ethischer gedragen omdat bij het gebruik van een robot je zelf geen mensen verliest? En waarom zouden robots dan geen mensen mogen vermoorden en mensen wel? En moeten de ethische en morele aspecten van zelfmoordaanslagen en bermbommen dan ook niet gelijk onder de loep worden genomen?
Ik dacht dat juist bij oorlog winnen belangrijker was dan het meedoen. En je maakt de meeste kans op winst door meer leden van de tegenpartij te doden dan dat er van je eigen manschappen worden omgebracht. En daarbij zijn heel veel middelen geoorloofd. Ethiek en oorlog, vrienden zijn het niet. Maar het lijkt me stukken ethischer om een zwaar bewapende robot een mitrailleursnest in te sturen dan je eigen manschappen.

Het lijkt me het beste wanneer de inzet van dodelijke robots tot speerpunt wordt gemaakt in iedere defensiestrategie wereldwijd. Waarbij defensie in dit verband eufemistisch dient te worden opgevat. Massale inzet van robots zal er voor zorgen dat er over een jaar of tien bij oorlogen die er een beetje toe doen überhaupt geen mensen meer dood gaan. Een oorlog wordt een grootschalig robotgevecht in een prachtige arena, op primetime gebracht bij u in de huiskamer. Brood en spelen. Bloeddorstige robots zonder bloed bevechten elkaar. En mocht je als land geen robot hebben, dan is er een clausule dat ook soldaten de arena in mogen worden gejaagd zodat er nog een klein beetje sprake is van equality of arms.

En nog twintig jaar er bij en de robots kunnen zelf hun morele en ethische afwegingen maken, zonder tussenkomst van enige menselijke invloed, behalve die van de programmeur. Geen emotionele overwegingen als: 'Hij moet boeten voor de moord op mijn beste vriend, ' 'Voor volk en vaderland' of 'Allah akbar!' De robots maken doorlopend nette berekening die in een fractie van een fractie van een seconde leiden tot een volstrekt ethische beslissing of er al dan niet een genadeschot moet worden gelost.
Of dit op korte termijn leidt tot de oplossing van de vluchtelingenproblematiek wereldwijd waag ik te betwijfelen, maar ach... je moet ergens beginnen.

maandag 25 oktober 2010

VACANCE A FRANCE 1: ABDIJ

Vriendin en ik komen aan bij driesterrenhotel l'Abbaye in het Bretonse plaatsje Plancoët. Inderdaad, een hotel in een voormalige abdij. Het is een mooi oud gebouw, alhoewel dat oud later, bij nadere inspectie, meer richting verwaarloosd gaat. We worden hartelijk ontvangen door de patron. Hij heeft een professioneel getrimd baardje en een professionele constante glimlach op zijn gezicht. Hij heeft zich in zijn carrière een trage en nadrukkelijke manier van bewegen en praten aangeleerd. Opdat al die stupide toeristen hem goed kunnen volgen.

Hij deelt ons met geveinsde vriendelijkheid mede dat de kamer helaas nog niet klaas is. Dat hindert niet. We gaan met onze pain et fromage naar de ruime tuin achter de voormalige abdij. In de tuin staat op verschillende plekken goedkoop wit plastic tuinmeubilair. Het hotel wordt veel gebruikt voor conferenties en workshops, dus die zullen wel bedoeld zijn om in praatgroepjes uiteen te kunnen gaan om over allerlei belangwekkende onderwerpen te delibereren. Helaas begint het net een beetje te regenen als we aan de lunch beginnen.

---

Als we naar de kamer kunnen – meneer de receptionist belt nadat we gevraagd hebben of de kamer nu wel klaar is heel nadrukkelijk de schoonmaker om heel nadrukkelijk te vragen of de kamer al gereed is – staat daar nog wel een koffer. De kamer is niet bepaald top. Zo te zien is er sinds een jaar of twintig à dertig niets meer aan gebeurd. Alles is oud, verlept en uit de tijd. De uiterst lelijke vloerbedekking is vergeven van vlekken in diverse kleuren, vormen en maten. Ook de badkamer heeft vloerbedekking, zelfs rond de toiletpot. Dat noemen wij in Nederland: zeer onhygiënisch. De muren zijn bedekt met een soort textielbehang van verwassen synthetische sokken. Op het twijfelaarbrede bed ligt een vervaalde sprei over een paardendeken.

Het venster heeft een klassieke vorm, als van een kerkraam: langwerpig en naar boven toe spits uitlopend. Er zitten verscheidene ruitjes in die er, als het raam eens goed dichtklapt, ongetwijfeld uit vallen. De stopverflaag ontbreekt of is in vergaande staat van ontbinding. De niet al te frisse douche blijkt levensgevaarlijk te zijn: de temperatuur varieert in een natuurlijke maar toch volstrekt onvoorspelbare golfbeweging van koud tot bijna kokend. Drie sterren in Frankrijk...

---

Meneer de patron had het ons al bij aankomst al heel nadrukkelijk medegedeeld: het is erg druk vanavond druk en daarom dient u ofwel heel vroeg ofwel heel laat te eten. Daar heeft hij wel gelijk in. Om half negen staat er nog steeds een rij van zo'n twintig man in afwachting van hun diner. Als we - na enig voordringen, we blijven Hollanders - eindelijk zitten blijkt dat we hebben gewacht op een maaltijd waar de honden nog geen brood van lusten. In de zaal loopt zeven of acht man bedienend personeel als kippen zonder kop door elkaar met eten waarvan ze geen sjoege hebben naar welke tafel het moet. Sommigen hebben een onduidelijk taakje. Ze staan vanaf een vaste plek te wachten op werk en zijn hun vertrouwen in een goede afloop van de avond al uren geleden kwijtgeraakt.

Het duurt een kwartier eer we eindelijk iemand zo ver hebben gekregen om ons wijn in te schenken. Ach, hoe jammer, er klotst een flinke scheut over het versleten maar toch spierwitte tafellinnen. De stoelen zijn gammel en om er nog wat van te maken bekleed met zalmroze stof waar de rafels aan hangen.

De eerste gang van ons démi pension menu valt enigszins tegen. Tussen mijn mosselen zit zand en van alles en nog wat dat tussen de tanden knarst. Heel wat anders dan de overheerlijke mosselen die we op onze eerste fietsdag aten: fantastische mosselen in fantastische hoeveelheden met fantastische frieten er bij op een fantastische plek. En dat nadat we ons bijna een hongerklop hadden gefietst, al rijdend langs de smaragden kust van Bretagne.

De tweede gang komt. Het dienstertje heeft ons al gezegd dat er iets mis is met het hoofdgerecht. Alhoewel het een raadsel blijft wat. Maar alles valt nu op zijn plaats. De afdeling inkoop heeft een beetje sober ingekocht, en nu zijn de ingrediënten voor het hoofdgerecht helaas op. Ze hebben daarom een alternatief voor ons bedacht. Ik dacht altijd dat de Fransen zich er op voor stonden dat ze zo'n beetje het eten hebben uitgevonden. Nou, vergeet het maar! Ik krijg een soort gebonden jus met verschillende soorten vlees in kleine stukjes. Aangebrand vlees dat door andere eters is teruggestuurd, wat minder aangebrand vlees van niet bestaande dieren, ham die we de volgende ochtend ook bij de ontbijttafel krijgen. We eten zo veel als onze braakreflex toestaat op. Klagen is zinloos, terugsturen al helemaal.

Na een slotakkoord in de vorm van een driesterrentoetje begeven we ons vertwijfeld richting twijfelaar. De fietstocht van morgen leidt gelukkig naar een hotel zonder sterren.

maandag 18 oktober 2010

VERONICA

Al weer een tijdje terug vertelde mij iemand dat ze meedeed aan een soort online-wedstrijd wie het groenst leeft. Alle deelnemers moesten daarvoor bijhouden hoeveel kilometer ze reden, met welke soort brandstof en tegen welk verbruik, wat voor boodschappen ze deden, hoeveel kilowattuur stroom, kubieke meter gas en liter water ze verbruikten en meer van die dingen.

Bij zo'n wedstrijd kan ik zo meedingen naar de hoofdprijs. Ik rijd geen auto, eet biologisch of uit eigen tuin, per fiets of met het openbaar vervoer, vlieg niet, heb weinig stroomverslindende apparaten, eet nauwelijks vlees, heb geen kinderen. Kortom: mij is het nauwelijks aan te rekenen, mocht planeet Aarde vergaan.

Milieu is een van de zogenaamde linkse hobby's, waartoe ook bijvoorbeeld ontwikkelingshulp, sociale zekerheid, hoge cultuur en vluchtelingenhulp behoren. Je zou ook hiervoor een online-wedstrijd kunnen maken. Degene die het hoogste scoort op dit amalgaam van alles wat Goed is, komt op de hoogste sport van de ladder van morele superioriteit. De zogenaamde Jezus-ladder.

Het begrip morele superioriteit vindt de laatste tijd heel gemakkelijk de weg naar de media. Wilders viel in het debat over de Regeringsverklaring de vermeende morele superioriteit van de linkse kerkers aan. Hij spuugde het woord uit alsof het een tropische geslachtsziekte was. Wilders heeft een hele duidelijke mening waar de superioriteit zit. Bijvoorbeeld in de Joods-humanistisch traditie, en niet in de islamitische.

Inmiddels hebben Wilders en de zijnen ieder recht om iets te zeggen over morele superioriteit verspeeld. Met de hele club op de tafeltjes trommelen als uitgeprocedeerde Irakezen worden uitgezet naar het altijd gezellige Bagdad is niet echt netjes. En als je fractieleden in je partij hebt die zich publiekelijk gedragen of gedroegen als een stelletje berserkers dan ben je snel uitgepraat. Zeker als je dat gedrag ook nog relativeert.

Emeritus hoogleraar sociologie Abram de Swaan liet onlangs in de Volkskrant optekenen dat de verheffing van het volk tot stilstand is gekomen rond 1980. De opkomst van Veronica en Radio Noordzee leidden tot een visie: het volk hoefde zich helemaal niet te verheffen, 'het volk was goed zoals het was'. Inmiddels wordt ‘…de linkse elite aangekeken op de crisis en ontspringt de zakenelite de dans’. Nie wieder morele superioriteit als het ware.

Een vriend wees me - na lezing van de blog Haatzaai - op een column van Afshin Ellian. Ellian maakt daarin op goed getroffen wijze gehakt van de linkse kerk en haar vermeende morele superioriteit. Met al dat vrome politiek correcte gelul overwin je geen crisis. Maar je voelt wel een enorme morele verhevenheid boven die onmensen op rechts. En dat voelt goed!

Vriend wees me niet voor niets op die column. Hij is zelf een van de weinigen in mijn vriendenkring die VVD stemt en lijkt zich daarvoor telkens te moeten verantwoorden bij zijn wat linksere vrienden. Terwijl ook hij het heel goed voor heeft met de mensheid, Nederland en de economie.

Maar we kunnen natuurlijk niet iedere zielenpoot op deez' aard' pamperen van wieg tot graf. En we kunnen niet het milieu volledig ontzien, met alle negatieve gevolgen van dien voor de economie. De schoorsteen moet ook roken en van die dingen.

Eigenlijk denk ik dat linkse en rechtse kerk het in veel opzichten in grote lijnen met elkaar eens zijn. Het verschil gaat om de grenzen. Wie valt al dan niet binnen de zieligheidsdefinitie? Iedereen heeft heel christelijk zijn naaste lief als zichzelve, maar wie die naaste precies, daar zit hem de kneep.

Ergernis over die vermeende superioriteit van links, daar kan ik me alles bij voorstellen. Anderzijds moet je je ook wel heel wat laten welgevallen om superieur te zijn. Biologisch eten, geen vlees, geen SUV, vakantie op de fiets, niet vliegen...

Aan mijn lijf niet langer deze polonaise. Morele superioriteit is een gotspe. Een gotspe ter meerder eer en glorie aan jezelf. Als ik weiger te vliegen stijgt er geen vliegtuig minder op. Het is alleen maar ingegeven doordat je dan vanuit een zekere superieure superioriteit mensen kunt aanspreken op hun verwerpelijke vlieggedrag. 'Wat, drie keer per jaar minimaal? En ook binnen Europa? Nou nou nou...' Mij maakt het niet uit. Superieurer word je er niet van, maar het is wel zo makkelijk en het scheelt en hoop geld. Vanavond ga ik naar Praag: per vliegtuig!

zaterdag 16 oktober 2010

HAATZAAI

Vandaag is Wilders door het OM vrij gesproken van het aanzetten tot haat en discriminatie. Het is al erg genoeg om Wilders en Moszkowicz met hun triomfantelijke koppen op TV te zien, maar ach, zoals strafrechter De Roos in de Volkskrant terecht opmerkt: Wat er ook uitkomt, Wilders wint altijd.

Ik als leek kan hier wel wat lekenrechtspraak tegenin brengen. Maar ja, dat win je al helemaal niet. Ik vraag me sowieso af wat volgens het OM wél haatzaaien of discriminatie is.

Om een indruk te krijgen van de manier waarop Wilders en consorten bezig zijn, is het verhelderend om eens kijken naar toon en strekking van de kamervragen die de PVV afgelopen jaren stelde. Je kan je moeilijk aan de indruk onttrekken dat ze voor niets anders bedoeld zijn dan het maken van een stoer en stevig punt. Statements over het gevaar van moslims en Marokkanen en alles wat buut'nlands is. De fractiemedewerkers zitten de godganselijke dag internet rond te struinen op zoek naar nieuws over moslims, Marokkanen en -inderdaad - en alles wat buut'nlands is, waar dan kamervragen over kunnen worden gesteld. Maar het is natuurlijk geen haatzaaien of discriminatie, het stellen van dit soort kamervragen, dat zie ik ook heus wel.

Je hebt als PVV welbeschouwd niets aan het stellen van dit soort kamervragen. Het is louter preken voor eigen bruine kerk. Het is goedkoop scoren over die tere ruggetjes van de belastingbetaler, want het beantwoorden van een kamervraag kost gemiddeld bijna 2000 euro.

Hier een bloemlezing uit de lijst kamervragen van de PVV. Lees en oordeel zelf.

Antwoord vragen Kortenoeven, Wilders en Driessen over Islamitische Jihad tegen christenen in de Islamitische Republiek Pakistan

Antwoord vragen Fritsma en Brinkman over islamisering van de Nederlandse krijgsmacht

Vragen van de leden Fritsma en Agema (beiden PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat boerkinizwemsters het vertrek van mannen eisen uit het zwembad (ingezonden 15 december 2009).

Vragen van de leden Wilders, Bosma en Fritsma (allen PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht dat de Haagse Hogeschool dit jaar geen kerstboom in de school plaatst en het bericht dat het Gemeentelijk Vervoerbedrijf (GVB) van Amsterdam een christelijke tramconducteur niet toestaat een christelijk kruisje zichtbaar te dragen.

Vragen van de leden Wilders, Fritsma, Graus en Bosma (allen PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, mw. Dijksma, over het artikel «Halal kerstdiner op katholieke school in Weert»

Vragen van de leden Agema en Fritsma (beiden PVV) aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat kritiek op de islam kan leiden tot minder orgaandonaties door moslims. (Ingezonden 19 oktober 2009)

Antwoord vragen Wilders en Fritsma over de groei van het aantal moslims in Europa

Antw vr Fritsma en Brinkman over het bericht dat de politie personeel werft in de moskee (18 kB)

Vragen van de leden Wilders en Fritsma (beiden PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht «Minister gooit in gedachten wel erg veel moskeeën dicht».

Vragen van de leden Fritsma en Brinkman (beiden PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het inrichten van een stemlokaal in een moskee in de gemeente Apeldoorn. (Ingezonden 28 mei 2009)

Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de komst van een moskee in de Arnhemse wijk Klarendal die minaretten van 25 meter hoog mag hebben. (Ingezonden 11 mei 2009)

Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat in Haarlem meer dan vijfduizend hoofddoekjes worden uitgedeeld. (Ingezonden 28 april 2009)

Vragen van de leden Fritsma en Agema (beiden PVV) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de «inburgering» van de boerkini. (Ingezonden 19 februari 2009)

Antwoorden op vragen Wilders en De Roon over de moslimoorlog tegen christenen in Indonesië

Het bericht dat schilderijen met varkens zijn verwijderd uit een polikliniek om te voorkomen dat moslims er aanstoot aan nemen

De islamitische jihad tegen christenen in de Islamitische Republiek Pakistan

Het bericht "Mohammed Bouyeri: "Geen spijt moord Theo van Gogh"

Het bericht "Luxekantoor koopje voor moslimclub"

Antwoord vragen Fritsma, Bosma en Wilders over het bericht dat moslimleerlingen moeite hebben met de holocaust

Vragen van de leden Fritsma en Agema (beiden PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de islamisering van een Gouds ziekenhuis. (Ingezonden 4 december 2009)

Vragen van het lid Bosma (PVV) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitlating van rector-magnificus Van der Heijden over een politicus die zou spreken over een tsunami van moslims. (Ingezonden 12 februari 2010)

Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de staatssecretaris van Justitie en de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat in tal van gevangenissen uitsluitend halal eten wordt geserveerd. (Ingezonden 30 juni 2009)

Vragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie en de staatssecretaris van Justitie over het bericht dat autochtonen in Rotterdam bijna een minderheid vormen. (Ingezonden 7 mei 2009)

Vragen van de leden Fritsma en Wilders (beiden PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het bericht dat bejaarde biljarters hun clubhuis moeten verlaten om een Marokkaanse vereniging te huisvesten (ingezonden 28 april 2010).

Vragen van het lid Fritsma (PVV) aan de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over de door Marokkaanse straatterroristen veroorzaakte geweldsgolf in Veenendaal. (Ingezonden 19 maart 2010)

Vragen van de leden Fritsma, Brinkman en Wilders (allen PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over lastige Marokkanen die met de politie op vakantie gaan. (Ingezonden 8 oktober 2009)

ragen van de leden Brinkman en Fritsma (beiden PVV) aan de ministers van Justitie, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor Wonen, Wijken en Integratie over een door Marokkanen gepleegde, en verzwegen, mishandeling. (Ingezonden 16 oktober 2009)

Vragen van de leden Brinkman en Fritsma (beiden PVV) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister voor Wonen, Wijken en Integratie over het door de Goudse politie niet aanpakken van (Marokkaanse) stenengooiers. (Ingezonden 18 mei 2009)

Vragen van de leden Fritsma en De Roon (beiden PVV) aan de ministers van Justitie en voor Wonen, Wijken en Integratie over het door Marokkanen met straatstenen bekogelen van twee meisjes. (Ingezonden 4 mei 2009)

Vragen van de leden Fritsma en Brinkman (beiden PVV) aan de ministers voor Wonen, Wijken en Integratie en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat een Marokkaanse meute in Gorinchem twee politieagenten heeft aangevallen. (Ingezonden 16 februari 2009)

dinsdag 5 oktober 2010

KRAAK 3

Enige tijd terug schreef ik een verslag van een treffen tussen krakers en ME. Drie paarden zijn daarbij gewond geraakt. Hier het relaas van een van hen.

Het is al weer een paar dagen geleden gebeurd, maar ik bevind me nog steeds in het ziekenhuis. In mijn rechterflank zijn de nodige hechtingen aangebracht. En diep, want het was een behoorlijke jaap. Bloeduitstortingen, kneuzingen... Best pijnlijk allemaal. Hoe het precies gekomen is weet ik niet. Het is het risico van het vak. Beroepsrisico. Je bent getraind om zo'n groep in te rennen. En dat doe je dan ook, het is je taak! Met zijn zessen op een rij in volle galop op de meute af, een muur van paardenvlees. Prachtig! Die krakers hebben op zich niet eens een hekel aan ons. Ze houden meer van mensen dan van dieren. Voor mij, als ME-paard, hebben ze nog wel enig respect, maar voor een politieagent...

Het was een heftig dagje vrijdag. We hadden de weken daarvoor een aantal keren geoefend, maar in het echt is het toch altijd weer totaal anders. En we oefenen het grootste deel op gras. Is trouwens maar goed ook, over bestraatte wegen rennen is niet echt goed voor je aanhechtingen. Ik heb sindsdien weer doorlopend zo'n artritisgevoel in mijn knieën en zo. Maar ja, dat hoort er gewoon een beetje bij. En nu heb ik natuurlijk ook niet de lichtste ruiter, en vooruit, ook ik word een dagje ouder.

Het aanvalsplan waarop we hebben geoefend hebben we naar eer en geweten uitgevoerd. We moesten eerst op de massa inrijden en dan, vlak voor de grote botsing, als een idioot stoppen en rechtsomkeert maken. Twintig meter terug, een pirouetje, en dan op de plaats halt en de menigte boosaardig aankijken. Bij het pirouetje raakte ik nog per ongeluk nog iemand op zijn voet. Met mijn volle gewicht er op, dat zal die jongen gevoeld hebben. Ik kon er echt niets aan doen, ik werd slecht gestuurd. Veel tijd en ruimte om te corrigeren is er niet.

Er wordt me wel eens gevraagd: 'Vind je dat nou niet eng, zo'n demonstrerende menigte inrennen?', maar nee: ik vind het niet eng. Niet meer. Je raakt het grotendeels kwijt, alhoewel het volstrekt tegen je natuur in gaat. Het is er volgens mij gewoon uitgefokt, die angst. Al drie generaties is onze familie in dienst bij de politie, en mijn zoon, die gaat het ook weer doen.

Ik weet nog wel de eerste keer dat ik op zo'n massa moest inrijden. We hadden al jaren van oefening achter de rug. Omgaan met stress-situaties, rook, knallen, joelende mensen. Maar dat is toch iets anders dan in te rennen op een groep totaal opgefokte idioten die niet te beroerd zijn een klinker naar je te gooien. Dat gaat hard tegen hard. Mijn hele lijf, mijn hele wezen schreeuwt: wegwezen!!! Maar toch, je doet wat je moet doen. Het is tenslotte je baan. Ik krijg wel tips van de familie. Mijn vader heeft me aangeraden gewoon mijn ogen dicht te doen, maar dat is een keer goed mis gegaan.

Het is elke keer weer spannend: je gaat met je vrienden, waar je al zo veel mee hebt meegemaakt, in een werkelijk prachtige en ook goed gepantserde trailer naar de plek van de actie. Het spannende is dat je nooit van tevoren weet wat er gaat gebeuren. En da's eigenlijk maar goed ook. Want ik heb al wat leed gezien. Een oom van mij is kreupel geworden. Normaal gesproken is dat einde oefening voor een paard. Of einde oefening, gewoon het definitieve einde. Als paardenbiefstuk bij de betere slager. Maar niet bij ons soort paarden. Die oom, die woont hier vlakbij, bij de seniorenpaarden. En die worden daar tot hun dood als vorsten behandeld!

Voor mij is het nog lang niet zo ver. Eerst beter worden en dan moet ik ongetwijfeld weer snel aan de bak. Ze zullen ons nodig hebben, de komende tijd. In de trailer werd gefluisterd dat er 200 kraakpanden ontruimd gaan worden aankomend jaar. Ik ben er bijna klaar voor!

KREEFT

We lopen over een smal pad dat aan beide zijden is omgeven door rietlanden, elzenbos en water. De Ankeveense Plassen. Het is een prachtig pad. Alleen is het jammer dat zo veel senioren uitgerekend vandaag op dit pad moeten fietsen. Passeren is er nauwelijks mogelijk.

Al wandelend zie ik in mijn ooghoek een rood bewegend iets. Een schorpioen lijkt het zo op het eerste gezicht, maar dat kan niet. Het beest heeft mij ook gezien. Als ik hem nader is het direct klaar voor de aanval, de scharen gaan hoger in de lucht naarmate ik dichter bij kom. Echt een agressief baasje. Het is een soort zoetwaterkreeft. Een prachtige metallic roodbruine zoetwaterkreeft van een centimeter of 15. Maar wel een met karakter.

Ik neem een paar foto's vanaf ongeveer het gezichtspunt van de kreeft zelf. Hij gaat elke keer in de aanval met zijn scharen als het koordje van het fototoestel in zijn buurt komt. Ik houd hem het koordje voor en hij pakt het stevig vast met een schaar. Ik kom overeind en de kreeft laat niet los. Ik til hem op en roep vriendin, die doorgelopen is, dat ze moet kijken.

Als ze zich omdraait heeft de kreeft al losgelaten. Ik zie het niet. Ik hoor krak als ik met mijn bergschoen op hem ga staan. Dat geluid ken ik uit visrestaurants, waar je speciaal gereedschap krijgt om een krab te opereren, inclusief een speciaal krakertje waarmee je de poten van het dier, waar het meeste vlees in zit, kunt kraken. Dat geluid. De kreeft probeert snel weg te komen, maar heeft nu duidelijk een balansprobleem. Als een op hol geslagen tank waarvan een rupsband is afgelopen schuift hij het riet in. Ik durf niet te kijken hoe het met hem gaat. Het zit me de rest van de wandeling niet echt lekker, dit ongelukje.


Als we aan het einde van het pad zijn gekomen staat er een bordje dat aangeeft dat er linksaf een eetetablissement moet zijn. En dat je er gerookte paling en kreeft kunt eten die beiden uit deze plas afkomstig zijn. Blijkbaar zit er genoeg kreeft die lekker genoeg is om als lokale delicatesse te dienen. Maar het klaarblijkelijke feit dat deze kreeften gevangen en gegeten worden maakt het niet minder erg dat ik een van hen per ongeluk heb verminkt - misschien zelfs vermoord - met mijn lompe bergschoen.

Een paar uur later zitten we op een terras wat te drinken. We wachten op ons eten. Ik heb gamba's met frites en salade besteld. Als de gamba's worden geserveerd realiseer ik me dat dat niet zo'n goede keus was. Ze vertonen veel te veel gelijkenis met hun Ankeveense soortgenoten. Het moment van lichte walging is echter snel voorbij. De gamba's smaken voortreffelijk!

zaterdag 2 oktober 2010

KRAAK 2

Gisteren liep ik met twee Tsjechische vrienden in de kennelijke staat waarin toeristen toch zo vaak menen te moeten verkeren door Amsterdam. Ons doel was een café op de Spuistraat. Vanaf de Singel liepen we een steeg in waar muziek te horen was. Live-muziek leek het. Het zag er knap druk uit, daar aan het einde van het steegje. Naderbij gekomen stuitten we op krakers, waarvan ruim de helft het bekende uniform droeg van zwarte kleding, capuchon op en sjaal voor de mond. Het zag er desondanks best gezellig uit. We voegden in en gingen mee in de processie, die tijdelijk tot stilstand was gekomen bij een vers gekraakt pand op de hoek van het steegje en de Spuistraat, en nu weer langzaam verder trok richting krakersbolwerk Vrankrijk.

De processie was tamelijk rumoerig. Zeker voor een processie. Er werden slogans gescandeerd als 'kraken gaat door!' Je raakt toch snel begeesterd in dit soort omstandigheden. Massa's. Ik kon het niet laten af en toe vrolijk mee te roepen.

Ik ben ook best voor kraken. Althans, als je kraken als middel ziet om speculatie, leegstand en woningschaarste tegen te gaan. Het is de overheid in ieder geval nooit gelukt nog nooit gelukt die problemen op te lossen. Ik heb alleen wel een ontzettende hekel aan krakers. Humorloze hardliners met vieze honden. Maar de krakersscène heeft - dat moet gezegd - ook een hoop moois opgeleverd. Ik noem hier alleen Tivoli, ACU, de Vrije Vloer.

Door megafoons klonken onverstaanbare boodschappen in blik. Er was een geluidsinstallatie waaruit muziek klonk die ik niet zo goed vond passen bij krakers. Ik ben bevooroordeeld. Het was eigenlijk best gezellig. We hebben nog wat gebabbeld met mensen links en rechts. Het ging er gemoedelijk aan toe. Net als in de tachtiger jaren, gezellig met zijn allen demonstreren voor de goede zaak. Er liepen ook wat kindertjes tussen zo her en der, waarschijnlijk - net als wij - per ongeluk daar verzeild geraakt. Een politieagent die vanuit het raam van het politiebureau toekeek kreeg handenvol middelvingers te verwerken. Die krakers hebben heel duidelijk een autoriteitsprobeem. Millions of dead cops viel er te lezen op een propagandashirt.

We liepen inmiddels een beetje voor de troepen uit. Die krakers zijn niet echt in staat om er een stevig marstempo in te houden. Marek was nog wat plaatjes aan het schieten toen schijnbaar uit het niets zes ME-paarden met dito ruiter verschenen. Ineens werden de paarden groter en groter, net als dingen die dichterbij komen. Als in een beetje een lullige Nederlandse remake van een aanvalsscène uit In de Ban van de Ring reden de paarden knoeperd hard op de massa in. De bereden ME-ers zwaaiden met extra lange gummiknuppels in de lucht. Een muur van op hol geslagen paardenvlees.

De paarden liepen wat mensen onder de voet - ook Marek, die nog vrolijk foto's aan het nemen was, zich niet bewust van wat er in de rug naderde. Het ging net goed, maar hij kreeg toch een flinke beuk. Er klonken knallen. Direct na het contact met het enthousiaste publiek maakten de paarden rechtsomkeert, om na 30 meter terugtrekken met zijn zessen tegelijk een pirouette te draaien en tot stilstand te komen, de verbouwereerde krakers tegenover zich. Eén pirouette was precies op de voet van een jongeman die een meter bij me vandaan stond.

Ineens stond een compleet peloton ME - of weet ik veel, een mannetje of 50 - klaar. Waar die nou weer zo plots vandaan kwamen? Dat met die paarden was louter ter intimidatie, dit was de echte aanval. Er volgde een charge van ME-ers, die als een kudde berserkers op de massa injoegen met gummi's en schilden vooruit. Een perfect geplande aanval, waarvoor op een besloten training eindeloos is gerepeteerd. En wat was nou helemaal de aanleiding? Een megafoon, een paar honderd mensen die vreedzaam demonstreren, af en toe een rotje, een klein kraakje, verder niets. We vluchtten snel een steegje in, waarmee het ooggetuigenverslag is beëindigd.

We zaten op een paar honderd meter van de veldslag een biertje te drinken. In de verte zag je zwaailichten en een helikopter vloog laag rond. Toen we teruggingen naar de warzone om te zoeken naar trofeeën, bleek het er stevig aan toe te zijn gegaan. Auto's met kapotte ruiten en krassen, een verfbommetje, traangaspatronen, opengebroken stukjes straat, waar klinkers waren uitgenomen om als munitie te dienen. Ook vonden we de flyer van de demo, die daar bij bosjes lagen. De kop luidde: "Kraken crimineel? Kom ons maar halen!" Was getekend het Actie Comité Amsterdamse Boefjes.

zondag 19 september 2010

DUIKBOOT

Je geheugen is een raar ding. Herinneringen vormen verhalen in je hoofd. Je kleurt ze in met je eigen palet. Je schrijft gaten dicht, je brengt waar nodig logica aan, je vult hier en daar wat gaten op met niet-gedane maar wel mooie waarnemingen, zaken waardoor je er minder goed uitkomt verdoezel je, gloriemomenten worden benadrukt. Als je ze opschrijft zijn ze vastgelegd. Jouw waarheid staat op papier.

Hoe kom ik hier nu op? Aan de beantwoording van die vraag is het nodig een verhaal te vertellen. In mijn studietijd volgde ik college over politieke geografi
e. De docent was een van de grondleggers van die stroming en had in de jaren '70 een baanbrekend politiek-geografisch artikel gepubliceerd. Veel later is hij een beetje van het pad afgeraakt en in de jaren '90 gaf hij aan de Universiteit Utrecht een beperkt aantal uren per jaar college in het vak waar hij zijn sporen in had verdiend. Een bijvakje voor de studenten die het interessant vonden, meer was het niet.

En mijn interesse had het. De colleges waren leuk. De docent vertelde prachtige
spannende verhalen waarin James Bond nooit ver weg was en waarin politiek en geografie elkaar raakten. Soms met vergaande gevolgen. Een van de verhalen ging over de Falklandoorl
og, een nogal vreemde oorlog: Engeland vond het nodig om vanwege een onbeduidend eiland waar voornamelijk schapen wonen een echte oorlog te beginnen. Het ging uiteraard om
de zeer strategische ligging (geografie!) van de Falklandeilanden, precies op een doorgaande duikbootroute. Ik
had niet gedacht dat duikboten zo vast zaten aan een route, als waren het trolleybussen. Hoe het precies zat met de strategische ligging weet ik niet meer, en ik kan me eigenlijk geen ander voorbeeld herinneren dat onze docent gaf. Het was niet bepaald mijn productiefste studiejaar.

Wat ik nog wel weet is dat toen de docent het lokaal binnenkwam, een van de studentes een spontane hartverzakking kreeg. Ze trok helemaal wit weg. Het was overduidelijk dat ze zich niet op haar gemak voelde in de aanwezigheid van deze docent. Later bleek waarom.

Een paar weken eerder fietste deze studente op een avond langs het Ledig Erf en zag tegenover de geldautomaten (die er inmiddels niet meer zijn), aan de kop van de Twijnstraat tegen een goed gevuld fietsenrek, een wat oudere man liggen die werkelijk stomdronken was. Het leek er op dat hij in gevecht was geraakt met zijn fiets bij zijn pogingen het slot te openen. Hij had zich bij de nederlaag neergelegd. Hij was nog wel bij kennis, maar niet in staat te lopen. Hij zwaaide met zijn armen, op zoek naar houvast, want zelfs als je ligt heb je in zo'n staat houvast nodig. Hij had een spitse neus en een snor die in het midden geelbruin was van de nicotine die er in de loop der jaren langs was gewaaid. Aan zijn mosgroene corduroy broek, lichtblauwe trui met V-hals en beige lange regenjas te zien was hij geen zwerver. Hij had meer iets van een verstrooide psycholoog. Niet laten liggen dus.

De studente heeft zich met haar vriend over de man ontfermd en hem ondersteund op zijn wankele weg richting het terras van café Ledig Erf, waar een taxi klaarstond. Hij verontschuldigde zich als een klein kind, steeds herhalend dat het hem speet dat hij er zo aan toe was en zij hier getuige van moest zijn. Althans, ze veronderstelde dat dat de strekking was van de half in jenever opgeloste woorden die hij losliet. Hij was helaas niet dronken genoeg om niet door te hebben dat dit een situatie was om zich dood voor te schamen. De taxi-chauffeur nam hem na de nodige vijven en zessen in genade aan in zijn taxi, dit ondanks een behoorlijk kans dat hij de achterbank kon gaan poetsen. Als een plunjezak viel de man op de achterbank. Moeizaam richtte hij zich op. Hij prevelde voordat de deur dicht ging nog een verontschuldiging naar zijn redder. De taxi trok snel op en de dronken man bewoog als een duikelaar mee op de middelpuntvliedende krachten die de auto op hem losliet.

Terug in de collegezaal. Inderdaad, die man is de docent van vandaag. De studente die hem een paar weken daarvoor van de straat heeft opgeraapt zit helemaal vooraan in een groep van een mannetje of twintig. Politieke geografie is niet meer die grote stroming die ze eens was. De man moet haar in ieder geval zien, en de vraag is of hij die avond wel dronken genoeg was om zijn redder in nood niet meer te herkennen. Het eerste college-uur gebeurt er niets - geen blik, geen opmerking, geen schrik - wat doet vermoeden dat hij haar herkent. We overtuigen haar er tijdens het academisch kwartiertje van dat meneer echt zo lazarus moet zijn geweest dat hij haar van zijn levensdagen niet meer herkent.

En dat is ook zo. De hele verdere collegeserie loopt zoals dat gaat met zo'n vak. Oude maar interessante verhalen, opnieuw opgelepeld door een oude legende die in elk handboek over de geografie in Nederland voorkomt. Maar toch komt hij vooral over als een beetje een sneue, vermoeide, eenzame man.
Op de dag van het tentamen zitten we met hooguit 25 man in de zaal. Onze docent heeft nog een student-surveillant meegenomen. Dat is op zich vreemd, want voor zover wij al van zins zijn om samen te werken of af te kijken, of er nu een of twee surveillanten zijn, dat is sowieso onmogelijk. Later wordt duidelijk waarom de student er bij is. Dan kan de docent op zijn gemak een sigaretje roken en een paar jenevertjes wegtikken. Als hij terugkomt loopt hij wat onvast en om hem heen hangt een niet te missen aura van rook en jenever.

Steeds meer studenten zijn klaar met het examen. De blaadjes worden ingeleverd. Ook ik ben zo ver. Ik loop zo'n beetje de deur uit als de studente haar blaadjes inlevert, waarop de docent haar met een vraagteken op zijn hoofd aanspreekt met zijn vriendelijke doorrookte stem: "Kan het zijn dat wij elkaar niet al eens eerder hebben gezien?"

Dit verhaal klopt. Sommige details zijn verzonnen, maar eigenlijk ook weer niet. De eigen waarnemingen zijn minder helder dan de waarneming uit tweede hand. De tweede hand vertelde me het verhaal van de bewuste avond. In mijn hoofd is daarvan om de een of andere reden een kort filmpje opgeslagen met een bijzonder exacte en gedetailleerde weergave van de avond waarop de man zo dronken werd. Als een uiterst heldere droom. Ik weet op welke kruk hij heeft gezeten in café de Poort, en wat hij dronk: kopstootjes, nogal wiedes. Hij had een donkerblauwe sjaal om die avond. Ook de rest van de kleren en de plaats waarop hij neerstortte zijn echt, terwijl die details me nooit zijn verteld en ik ze nooit heb gezien. Maar mijn gedachten hebben ze gezamenlijk tot een nieuwe realiteit omgevormd. En het verhaal is daarom volledig waar. Op de laatste zin na dan.

vrijdag 17 september 2010

TWITTER HET MAAR!

VluchtelingenWerk is sinds een maand of wat actief op Twitter. Natuurlijk wordt Twitter door VluchtelingenWerk vooral gebruikt om onze boodschap het land in te sturen. Ook op twitter zijn we meer van het zenden dan van het ontvangen. Terwijl Twitter ook heel interactief te gebruiken is. Onzes ondanks krijgen we toch reacties.

De berichten op Twitter zijn voor iedereen te zien. En iedereen mag er zijn ding meedoen: retweeten, reageren en meer. De reacties vanuit onze eigen linkse kerk zijn natuurlijk louter positief. Zij retweeten onze berichten regelmatig of koppelen er een meer persoonlijke boodschap aan. Er zijn echter ook mensen die elk bericht aangrijpen om hun eigen puntte maken. Maar dat zijn wel punten uit een totaal andere kerk. We hebben zelfs een personal twitter-stalker! Als je bijvoorbeeld twittert dat onze nieuwe directeur bescherming van vluchtelingen erg belangrijk vindt krijg je als reactie: "Voor jullie eigen werkgelegenheid. Welk jaarsalaris krijgt de nieuwe directeur?" En als je twittert dat het idioot is dat er iemand is uitgezet naar Somalië dan krijg je als reactie: "Aanslag op Pim Fortuyn en Theo van Gogh: toch vluchten Nederlanders niet naar Mogadishu. Donder op met jullie spelletjes."

Andere interessante aan ons gerichte berichten zijn bijvoorbeeld "Stop met jullie verkooppraatjes. Hebben jullie onze maatschappij nog niet genoeg opgezadeld met enorme kostenposten?" of "VluchtelingWerk ( http://twitter.com/VluchtelingWerk ) is al sinds 1989 onlosmakelijk verbonden met de schimmige Postcodeloterij, een zéér lucratieve Linkse Kerk constructie." Kortom: hele positieve en constructieve bijdragen.

Als je op Twitter een beetje volgt wat er allemaal wordt gezegd over vluchtelingen en asielzoekers dan vallen een paar dingen op. De term vluchteling heeft een veel positiever bijklank dan asielzoeker. Vluchtelingen zijn bijvoorbeeld mensen die Limburg ontvluchten vanwege de verkiezingsuitslag, of personen die vanwege de bankencrisis persona non grata zijn geworden. Asielzoeker wordt gebruikt voor mensen die zielig zijn, vies, achterbaks, gewelddadig etc. Asielzoeker is op twitter een scheldwoord: "Wat een vokking asielzoeker!" En dat hoeft dan dus helemaal niet te betekenen dat het ook echt om een asielzoeker gaat. Seks met een asielzoeker komt op Twitter veel aan bod en slaat op wilde en exotische seks - niet per se met een asielzoeker overigens - met een grote kans op een al dan niet exotische SOA. Asielzoeker wordt ook gebruikt voor allerhande dieren die zielig zijn: "Last van een asielzoeker in mijn huis, het wordt nu echt herfst." Met een foto van een lief klein spinnetje er bij. Maar er zijn ook genoeg oprechte tweets van oprechte personen die oprecht bij de vluchtelingenproblematiek betrokken zijn: "NL had 5 jaar geleden meer dan 50asielzoekcentras. Waarom hebben ze dat niet meeer? omdat alle asielzoekers aan degrens al zijn doodgevriest."

De afdeling humor mag ook niet ontbreken in dit overzicht. De tweet die echt al maanden over Twitter rondwaart en telkens als je dacht dat je er vanaf was weer nieuw leven ingeblazen wordt met retweets is de volgende: "Aan een asielzoeker vragen of hij al spaart voor zijn uitzet is nooit grappig." De grappen zijn vaak bijzonder actueel. Gister werd het volgende bericht getwitterd naar aanleiding van de schrikbarende bezuinigingen op inburgering: "Bezuiniging op inburgering. Asielzoekers voortaan voor eigen rekening naar de Inburgerking."

Ook van recente datum is "Goeie software moet zijn als een asielzoeker met heimwee: die wijst zichzelf uit." Maar mijn favoriet is toch wel de volgende tweet die van de week op twitter is gezet:

"Būter brea en brūne soeker
wer dat net sizze kin is een asielzoeker"

En sa ist moar krek!

zondag 5 september 2010

TEKEN

Onlangs zag ik op Facebook de foto's van een Facebookvriendinnetje dat naar Taizé is geweest. Ik ben er zelf in 1986 en '87 geweest met een groep van school. Taizé is een kloostercomplex in Frankrijk waar de ukkemenie vanuit de hele wereld bijeen komt om samen het geloof te belijden, in stilte te bidden, religieuze hits te zingen en te praten over hogere dingen. Het is een wereld op zich. Een wereld met een bijzonder hoog percentage mensen van het type veel te goed voor deze wereld. Alhoewel ik er mijn teen om durf te verwedden dat de meesten die goeiïgheid buiten de muren van Taizé weer snel kwijt zijn.

Toch... Als je thuis kwam na een weekje Taizé dan was het gek genoeg altijd even wennen, die grote boze buitenwereld. Ik was verheugd te zien dat er nog plekken zijn op deze planeet waar zelfs na 25 jaar toch weinig lijkt te zijn veranderd. Foto's van blije jongeren van all over the world. Foto's van jongeren die bij de kerk een bordje tonen met 'silence' er op. Ook wat betreft het eten leek er weinig veranderd: de foto's lieten ondefinieerbaar gaarkeukenvoer van het ergste soort zien. Ik ga er van uit dat ook de oude non - die als een ware komediante bij elk nieuw lied vooraf verstrooid met een stemvork op haar hoofd tikte en vervolgens de steel in haar oor stak om de juiste toon te bepalen - nog steeds zangles geeft.

Een van de begeleiders die mee was, was een vrouw met bijzonder lang en bijzonder dik haar, een snor, een gezicht waar overduidelijk in geen eeuwigheid enig drogisterijproduct op was losgelaten en waar doorlopend zo'n intense blijheid vanaf straalde dat je al van een kilometer afstand kon zien dat je met een oprecht en belijdend christen van doen had. Toch had ze ook iets stars, iets verbetens over zich. Tegen het enge aan, maar een stuk minder eng dan de wijze waarop ze auto reed.

Ze vond het oprecht zielig dat ik nooit Jezus in mijn leven had binnengelaten en zou tot God bidden om Hem ook Mij een teken te laten geven. Dat vond ik prima. Je hebt er hoe dan ook geen last van. Een aantal jaren later kwamen we elkaar al fietsend tegen, ergens op Kanaleneiland. Ze was blij me te zien. Hoe wederzijds was dat? Na wat gebabbel over onder meer mijn huidige relatie tot Jezus scheidden onze wegen. Een paar weken later hoorde ik van een huisgenoot van de studentenflat waar ik toen woonde dat er een raar mens langs was geweest. Ze was op zoek naar mij. Toen ik niet thuis bleek te zijn heeft ze een boodschap voor me achtergelaten, in een verfrommeld envelopje. Daarin zat een bruingeel papiertje dat ergens uitgeknipt was, met een tekst er op. Achterop stond met balpen een groet, en de boodschap dat ze die ene keer achter me aan was gefietst om mijn adres te achterhalen. Gelukkig bleef het bij dit ene gevalletje van reli-stalking.

Op het bruingele papiertje stond een evangelische boodschap. De tekst heb ik zo goed onthouden omdat ik er al snel een soort countryliedje van had gemaakt, met de tekst als telkens terugkerende refrein, afgewisseld met een Sympathy-for-the-devil-achtig whoe-hoeh-koortje. Ik kan het zo weer spelen. De tekst ging als volgt:

You can go to college
You can go to school
But if you ain't got Jesus
You're an educated fool


Ondanks het veelvuldig bidden door mijn eenmalige reli-stalker heb ik nooit Het Teken gekregen en ben ik toch de educated fool geworden waarvoor ik ben gewaarschuwd. En ik ben er geloof ik niet rouwig om. Het blijft me een volkomen raadsel waarom zo veel ogenschijnlijk weldenkende mensen toch werkelijk denken dat God bestaat, en de hele rataplan d'r bij. Maar ach, het zal de kift zijn. Voor hetzelfde geld krijg ik morgen mijn teken.

Bovendien: ik geloof wel. Ik geloof in de werking van religieuze rituelen en bidden. Het geloof als placebo. Een placebo werkt niet omdat er medicijnen zijn die wél werken, maar omdat je gelooft dat het placebo - waarvan je niet weet dat het een placebo is - werkt. En dat geloof behoeft geen stevige fundering. Geloof is als het kusje van je moeder op je zere knie, als het delen van je diepste zieleroerselen met je kat, als het teddybeertje dat je neerlegt bij het afgebrande huis waar gisteren nog drie kindertje woonden. Het slaat welbeschouwd nergens op, maar helpen doet het op de een of andere manier wel.

Mocht het placebo onverhoopt toch niet helpen of bijwerkingen hebben, dan geeft de bijsluiter vaak een verklaring. Als je dacht dat placebo's geen bijsluiter hebben, dan heb je het mis! Placebo's móéten een bijsluiter hebben, want anders hebben ze geen bijwerkingen. Zo werkt dat met placebo's. Zo heeft ook elke religie zijn eigen meer of minder uitgebreide bijsluiter.

Misschien moet ik nog eens terug naar Taizé om de mensen daar te confronteren met deze placebo-theorie. Ik denk dat dat een prachtige ingang zou zijn voor 1001 gesprekken. Zou de wereldlijke ukkemenie er klaar voor zijn?

woensdag 1 september 2010

BOM II

Eerder schreef ik over een boeiend tv-programma waarin de Waffen SS en de Vietcong een wedstrijdje doen: wie heeft de beste wapens en wie weet ze het beste te hanteren? Van de week zag ik het programma weer. Het heet Deadliest Warriors, en dat is precies waar het over gaat: wie zaait de meeste dood en het meeste verderf. De vorige keer dacht ik nog grappig te zijn door Al Qaeda te tippen voor de overwinning. Want die zouden natuurlijk nooit meedoen met zo'n programma. Inmiddels ben ik daar niet meer zo zeker van. Als zelfs Somalische piraten meedoen, wie dan niet? Ieder zichzelf respecterend doodseskader krijgt zo zijn eigen promo-filmpje.

In deze episode namen Somalische piraten het op tegen de milities van het Medellin drugskartel. Waarbij ik eerder nog dacht dat het een programma voor wapenfetisjisten was, weet ik nu dat het voor totaal morbide figuren bedoeld is. Waarbij het mij fascineert dat het ook mij zo fascineert. Zo lekker veel filmisch opgediend geweld, vaak met de super-slowmo beelden van kogelinslagen en gutsend bloed uit varkenslijken.

Beide teams waren weer bijzonder goed gecast. Uit welke jungle trek je twee zulke griezelige types, die er zo trots op zijn dat ze het wreedst zijn van de hele melkweg? Doe de groeten aan Tanja trouwens. En waar haal je in godsnaam een paar Somalische acteurs vandaan die met zoveel trots vertellen over hun gewelddadige kapingen?

Wat kwam er nu weer voorbij? Een drive by shooting vanaf een motor (Medellin) en vanaf een speedboot (piraten). De poppen werden weer tot bloedens toe kapotgeschoten. Het fascinerendste was toch de demonstratie met de machete van de Medellinman. Hoe hak je een levensechte mensenpop zijn ledematen af, om vervolgens een Colombian necktie te strikken: strot doorhouwen en tong door de gapende wond naar buiten trekken. Het handelsmerk van de Medellinmannetjes, en trotst dat ze er op zijn! Of was het de demonstratie enterhaakgebruik door de piraat? De Somali ging als een bezetene een varkenskarkas te lijf met de enterhaak, het werd volledig uit elkaar getrokken en het bloed en vlees vloog in het rond. Dan vraag je je toch af: meneer de Somaliër, is dat niet haram, een varken openrijten? Geloofsslachtafval...

Ik heb weer het einde niet gezien, dus ik weet wederom niet wie nu het dodelijkst was. Maar ach, het gaat mij toch vooral om het spel. Wat mij wel oprecht verbaast: waarom zijn hier nog steeds geen kamervragen over gesteld? Al was het maar door de PvdD.

VAL

Op de terugweg naar huis steppen twee kindertjes mij tegemoet op van die kleine aluminium stepjes die kortstondig enorm hip waren. Ze zijn vijf en zeven gok ik. Ach, ik zou er zo een paar jaar naast kunnen zitten, maar vooruit. Ze steppen op de stoep met papa op een meter of wat snelwandelend achter ze aan. Beide kindertjes hebben zo'n kleurig kinderhelmpje dat belachelijk groot lijkt voor hun onvolgroeide hoofdjes. Calimero-syndroom, maar wel veilig. Want ze halen toch al gauw 4,75 km per uur en er kan zo maar een tegel los zitten of een hond oversteken.

Vroeger hadden wij nooit helmpjes op. Ja, als ik Willempie (wie kent hem niet?) nadeed op mijn fietsje of achterop zat bij mijn moeder op de brommer. En dan was het ook wel nodig, want als je even niet oplette kon ze snoeihard optrekken, waardoor je ruggelings achterover tuimelde, zoals ooit gebeurde bij de rotonde met de fontein met de reiger.
Kinderhelmpjes bestonden in die tijd gewoon nog niet. Ook in de Tour werd nog gewoon zonder helm gefietst. Dat doen ze nu ook alleen maar omdat het toevallig verplicht is. Vraag het de renners maar!

De helmpjes zijn een teken des tijds. En niet alleen de helmpjes, ook de helmen zijn dat. Soms zie je hele optochten van toeristen, senioren of beide met obligate fietshelmen op. Zadelbont gecombineerd met fietshelm, gekker moet het niet worden.

Gekker wordt het helaas wel. Van de week stond in de krant dat kinderen in Nederland hard aan valtraining toe zijn. Ze zijn het vallen simpelweg verleerd doordat ze zo ontiegelijk beschermd worden opgevoed. Voor ze überhaupt een keer kúnnen vallen zijn ze al tien keer opgevangen. Valtraining... mijn hele jeugd was een grote valtraining! Een val in een sloot, een val uit een boom, een val van de trap, een val van een fiets met kinderknietjes en grind. Vooral volleybal was voor mij altijd een prachtige oefening in vallen. Duiken naar ballen, heerlijk vond ik dat! Met bijna tot het bot geschaafde knieën, heupen en ellebogen kwam ik enthousiast verhalend over mijn heldendaden thuis.

Om tekenen des tijds kun je niet heen. Helmen maken deel uit van een uit Amerika overgewaaid fenomeen dat allitererend bekend staat als veiligheidsfascisme. Geen festival zonder beveiliging, geen vlucht zonder bodyscan, geen glijbaan zonder ambulance, geen kindje zonder helm. Hap hap hap, wie knaagt er aan mijn privacy? Oh, gelukkig, het is de overheid maar! Ach overheid, ik lever graag wat privacy in voor een stukje veiligheid. Als ik maar geen helm op hoef als ik fiets.

zondag 22 augustus 2010

GANS

Als ik vanaf mijn huis langs de Vecht naar de tuin fiets, kom ik altijd langs een clubje van een stuk of twintig à dertig tamelijk opgefokte ganzen. Meestal staan ze pontificaal midden op de weg. Als je langs ze fietst steken ze luid gakkend de nekken in de lucht en de snavels omhoog gericht. De aanvalshouding. Niet dat ze je aanvallen, ze doen niets. Hooguit sissen als je ze te na komt.

Het is heel grappig om te zien dat mensen die door dit clubje hangganzen heen willen fietsen steevast bellen met hun fietsbel. Alsof die ganzen dan zullen denken: 'Hé, een fiets, snel aan de kant.' Automobilisten denken op dezelfde manier de ganzen aan de kant te kunnen toeteren. Kansloos! Ganzen begrijpen geen bellen en toeters, maar gaan uiteindelijk heus wel aan de kant als ze anders geraakt worden.

De ganzen schijten met zijn allen de hele weg compleet onder. Schijten kunnen ze als de beste, en dat is ook niet zo gek. Ze worden om de een of andere reden op tamelijk professionele wijze gevoerd. Ik zie af en toe mensen in de auto langskomen, die dan een vuilniszak Turks brood uit de achterbak halen om dat in grote brokken - en als het brood verscheuren lang genoeg heeft geduurd in hele broden - aan de gansjes te voeren. Alsof ze vetgemest moeten worden. Binnen de kortste keer is ook een hele armada van meerkoeten, eenden en meeuwen gearriveerd en begint het gevecht om het brood. Terwijl er toch echt voor iedereen meer dan genoeg is. Maar dat hebben ze natuurlijk niet door.

De ganzen waar het hier om gaat zijn een soort mislukte grauwe ganzen. Net als bij stadsduiven - oorspronkelijk waren dat prachtige uit Spanje afkomstige rotsduiven - zijn ze dusdanig gedegenereerd en vermengd dat je dat nog maar net kunt zien dat het generaties terug grauwe ganzen waren.

Tussen dat clubje opgefokte soort van grauwe ganzen is op de een of andere manier een brandgans verzeild geraakt. Nou ja, een brandgans... Hij heeft veel weg van een brandgans, maar ook dit exemplaar is niet zuiver in zijn genetica. Deze vreemde gans in de bijt wordt door de rest getolereerd, maar niet van harte. Terwijl dit toch echt de sympathiekste gans in van het hele rot. Hij gakt niet naar je als je langs komt fietsen, hij steekt zijn nek niet naar je uit. Toch wordt dit gansje door de rest van de groep volledig genegeerd. Je ziet hem vaak op een, twee meter van de grote groep af staan. Soms zit ie rustig aan de andere kant van de weg, in de wei, terwijl de rest aan de slootkant opgefokt doet. Misschien is dat zijn eigen keuze, distantieert hij zich van dat zootje ongeregeld, maar het gaat me toch aan het hart. Niets menselijks is mij vreemd, en de ganzen ook niet.

woensdag 18 augustus 2010

FAN

Gisteren viel ik tijdens het zappen in een BBC-documentaire over heavy metal. De hele meute kwam voorbij: Ozzy Osbourne, Mötley Crüe, Iron Maiden, Judas Priest, Metallica. Niet echt mijn kopje thee, maar toch leuk om te zien. En ik kan me ook heel goed voorstellen wat er aanspreekt in metal-muziek.

Twee onderwerpen uit de documentaire mogen best even worden genoemd. In de eerste plaats hoe de zanger van Judas Priest de hele look van de metalscène heeft beïnvloed. Rob Halford is homoseksueel en erg into fetish, vooral leer en studs. Zijn podiumoutfit kocht hij bij elkaar in obscure fetishwinkeltjes. ERn daar had ie succes mee op het podium. Naar dit voorbeeld is een uniform ontwikkeld dat door ongeveer alle metalbands en metalheads is overgenomen. Best bijzonder in zo'n wereld van échte mannen.

In de tweede plaats de rechtszaak die was aangespannen tegen Judas Priest omdat twee Priest-fans zelfmoord hadden gepleegd, direct na het beluisteren van muziek van hun helden. Althans: bij de een was het gelukt, de ander kon het navertellen, hoewel dat moeilijk zal zijn geweest zonder onderkaak. De leden van Judas Priest werden verantwoordelijk gesteld voor de zelfmoorden. In hun muziek moedigden ze de jeugd hiertoe aan via geniepig verborgen subliminal messages.

Verborgen boodschappen in de muziek... het is te danken aan de Amerikaanse moral majority dat er sinds de Beatles ('Paul is dead') eindelijk weer wat horen was over dit potentieel gevaarlijke fenomeen. Tipper Gore (de vrouw van inderdaad) was de drijvende kracht achter de club die alle platen doorluisterde op al dan niet subliminale maar in ieder geval onwelvoeglijke boodschappen. Niet voor niets is aan het einde van de elpee White bread blues van Victims Family, na het nummer Anti satan song for mom, als je de plaat terugdraait te horen: 'I hope you break your needle Tipper!' Zo ging dat in die tijd, hard tegen hard.

In de documentaire is een scène te zien van de rechtszaak waarin de jury moet aangeven of zij vinden dat de zanger ergens ver weg op de achtergrond 'Do it, do it' zegt is behoorlijk bizar. En dan is in ieder geval in de documentaire volstrekt onduidelijk wát ze dan precies moeten doen. Uiteindelijk liep de rechtszaak met een sisser af en werden alle Judas Priests vrijgesproken. En dat was maar goed ook, want hoe moet je je nou in godsnaam verweren tegen verdenkingen van subliminal messages?

Overigens zitten er in mijn familie de nodige metalheads. In Groningen, of meer algemeen, in perifere, meer rurale regio's zoals geografen dat zo mooi noemen, was en is metal nog steeds hot. Vooral mijn neef J. was een enorme metalfan. Hij droeg ook studs en van die maffe strakke broeken met verticale strepen. Dat vond ik altijd ontzettend stoer. Hij - en nog meer neven - waren groot fan van Iron Maiden. Ik vond dat toch maar een beetje eng, dat satanistische gedoe - Number of the beast! - en die akelige elpee-hoezen. Neef J. was ook nog lid van de fanclub van Status Quo. Ik weet, dat is geen metal maar hardrock, maar goed.

Ergens in de tachtiger jaren troffen wij de familie van J. ergens op een camping in Frankrijk. Na een aantal dagen vertrok de familie. Vlak voordat ze vertrokken - de auto was ingeladen, de vouwcaravan opgevouwen en aangekoppeld - deed J. een daad die grote indruk op mij maakte. Op de parkeerplaats waar hun tent naast stond schreef hij groot: Quo-fan 276.389 was here! Dat nummer weet ik niet helemaal zeker, maar Quo-fans werden dus, net als goede flessen wijn, genummerd. Ik vond het een uiterst stoere daad, zoals ie dat deed, met krijt, alsof het simpelweg een plicht was, zonder zich te haasten, terwijl de auto met de anderen ongedurig stond te wachten op vertrek.

dinsdag 17 augustus 2010

PEST

Uit recent onderzoek blijkt dat er in bejaardenhuizen heel wat wordt gesard, getreiterd, gekleineerd en gekoeioneerd. Pesten houdt sommige bejaardenhuizen volledig in hun greep. Bejaarden worden genegeerd, ze krijgen geen taart als iedereen taart krijgt, hun rollator wordt steeds in de lift gezet, ze krijgen voortdurend neerbuigende opmerkingen naar hun hoofd.

Wat zo wreed is - maar ook zo voorspelbaar - is dat het zowel aan de kant van de pesters als van de gepesten om dezelfde personen gaat die 60 jaar eerder op school respectievelijk dat sadistische jongetje met zijn achterbakse wrede berekenende gedrag en het kind van de rekening waren. Als je op de lagere school gepest wordt dan staat je in het bejaardenhuis dus denkelijk de nodige ellende te wachten. En dan is de kans groot dat je tussendoor, in je werkzame leven, ook een klotentijd hebt. Opvallend is dat bij kinderen gepestheid al is terug te zien in hun lichaamshouding: pest me, sla me! Dat raak je niet zo snel weer kwijt.


Pesten is een zichzelf versterkend principe. Als het eenmaal op gang is wil iedereen mee doen, want dan staat hij of zij aan de goede kant. Ik vond het altijd razend irritant als van die slome tuttebellen uit de klas ineens mee deden aan het pesten. Terwijl ze op de pestladder maar net een paar treetjes lager stonden dan de echt zware slachtoffers.

Uit nog recenter onderzoek blijkt dat ook op militaire opleidingen pesterijen schering en inslag zijn. De charismatische en dominante leiderstypes weten hun potentiële strijdmakkers te bewegen om al wat afwijkt een gruwelijke tijd te bezorgen. Ik citeer: 'Een slapende adelborst (ik dacht dat de adelborst in Nederland niet meer voorkwam sinds de winter van '63) werd in 2007 geswaffeld door medeleerlingen en hield daar psychische klachten aan over'. Ik kan het me voorstellen! In mijn tijd schopten ze als pesterij je bal met een grote boog over een sloot de struikjes in, zodat je een eeuwigheid bezig was hem te zoeken. En zij maar lachen als je aan het zoeken was. Dat vond ik toen al best erg...

'Op het Koninklijk Instituut Marine geldt pesten als natuurlijke selectie' luidt een van de bevindingen uit het onderzoek. Pesten als Darwinistisch selectiemethode, dat klinkt interessant. Maar dan zouden mensen die gepest worden toch op den duur uit moeten sterven? Of hebben ze een functie? Vormen ze een dempende factor? Want als al die alfamannetjes de hele dag met elkaar aan het vechten zijn, wie levert dan het Goede Zaad? Of zijn die minder dominante, misschien zelfs wat vrouwelijker types, goed in dingen die ook van belang zijn voor het menselijk ras? Dingen die juist zij heel goed kunnen?

Het lijkt nu alsof vrouwen in het geheel niet meedoen aan pesten, maar de waarheid is natuurlijk dat vrouwen er beter in zijn dan mannen. Alleen gebruiken ze heel andere methoden. Geen fysiek geweld - op een klein catfightje na zo hier en daar - maar psychologische oorlog van het koude soort. Hebben vrouwen er baat bij in evolutionair opzicht? Ik zie het nog niet zo. Misschien is pesten voor vrouwen een manier om zich in de etalage te plaatsen van de Grote Genenuitwisseling. Dat zij aan de Opperpesters kunnen laten zien dat ze als pester ook zeker hun mannetje staan. Want het is toch zeker zo dat pesters het met pesters doen en gepesten met gepesten? Ach ja, het zal er wel weer om gaan dat degene met de beste genen genen uitwisselt met diegene met de beste genen van het andere geslacht. De conclusie is duidelijk: de evolutie zal er niet voor zorgen dat pesten uitsterft.

BOM

Soms komen er op tv programma's voorbij – of eigenlijk is het eerder zo dat jij voorbij komt aan programma's – waarvan je denkt: hoe verzint iemand dit? Dat had ik onlangs. Hoe het programma heet weet ik niet. Het is een serie waarin verschillende elitetroepen uit historische oorlogen en veldslagen het tegen elkaar opnemen. Het is een soort idols voor oorlogsfetisjisten, met veel wapentuig en explosies. De nadruk ligt op eigenschappen als fitheid, doorzettingsvermogen en wreedheid, maar vooral op hoe goed je je wapens weet te hanteren.

In deze aflevering gaat de Waffen-SS de strijd aan met de Vietcong. Nu moet je niet denken dat beide teams ergens op een mooi wedstrijdterrein tegen elkaar ten strijde trekken. Er is gekozen voor een wedstrijd die het goed doet op tv. De effectiviteit van de wapens die beide partijen indertijd gebruikten, wordt op spectaculaire wijze vergeleken en beoordeeld door een deskundige jury. En effectiviteit gaat in dit geval om zo veel mogelijk dood en verderf. Boem! Kledder! Bakfiets!

Zowel de Vietcong als de Waffen-SS hebben een vertegenwoordiger die alle wapens demonstreert. Ze zijn allebei heel blij met de hun toegedichte rol en bovendien uitzonderlijk goed gecast. De SS-er spreekt Engels met een duidelijk Duits accent. Hij ziet er uit alsof hij regelrecht in de eerste lijn afstamt van een opper-Nazi. Hij is duidelijk trots op al die geniale wapens die zo ontzettend goed in staat zijn om mensen uit elkaar te rijten of te doorboren.

De Vietconger ziet er uit alsof hij zo weer aan de slag zou willen gaan om bijvoorbeeld een leuke val met geslepen bamboestengels in elkaar te knutselen. Hij is een afgetrainde Vietnamees die ook uitermate trots is op hun wapentuig, hun inventiviteit in het gebruik er van en vooral op het feit dat de Vietcong drie moderne westerse legers hebben overwonnen. Je mag dan de underdog zijn, maar met een beetje goede wil kan je iedere vijand aan.

Handwapens, mitrailleurs en mijnen worden in opeenvolgende sessies vergeleken en beoordeeld. Er is gekozen voor opstellingen met levensgrote poppen die als slachtoffer dienen. De poppen gaan echt bloeden als je raak schiet en ze hebben precies dezelfde eigenschappen als een mensenlichaam, zodat goed kan worden beoordeeld of de wapens werken.

Aan het einde van elke sessie wordt gekeken hoeveel schade de kogels of bommen hebben aangericht. Dat leidt tot enthousiasme bij deelnemers en jury: "Kijk, drie keer dwars door het hoofd! Die gast is ontzettend dood!" "Zag je dat, hij ligt helemaal in tweeën!" "Heeft iemand gezien waar zijn benen zijn neergekomen?" Het spectaculairst is toch wel de mijn die in de nabijheid van een varkenskarkas tot ontploffing wordt gebracht. Na de knal is er vrijwel niets meer van over en tot tientallen meters in de omtrek dwarrelen minuscule stukjes varken neer.

Ook de uitleg van de wapens verraadt rare obsessies. De Waffen-SS gebruikt een mijn die voor maximaal effect eerst een metertje opspringt alvorens te ontploffen. Met smaak worden anekdotes opgediend over de angst onder Engelse soldaten voor dit moorddadige wapen. Je was als je het - God verhoede - overleefde in ieder geval ontmand.

Jammer genoeg heb ik de einduitslag niet gezien, dus ik kan niet vertellen wie er gewonnen heeft. Het pleit natuurlijk wel voor de Vietcong dat ze in tegenstelling tot de Waffen-SS nog nooit zijn verslagen. Ach, wat zal het ook, dit waren nog maar de voorrondes. Wie zouden er doordringen tot de finale? Ik tip Al Qaida.