donderdag 22 maart 2012

BOEKENBAL EEN SUCCES!

Vorige week was het Boekenweek. Maar dat feit was niet de reden voor de boekenlounge en -veiling die het bibliotheekteam donderdag 15 maart organiseerde. De aanleiding vormden 13 dozen boeken die Athenaeum Boekhandel ons cadeau deed. Om geld binnen te halen voor het instrumentenfonds werden de boeken geveild en kon er geheel vrijblijvend geld in de koekendoos worden gegooid. Het eindresultaat mag er zijn!


Athenaeum Boekhandel doneert boeken
Alles staat klaar voor de start
Athenaeum Boekhandel kwam bij VluchtelingenWerk terecht voor de boeken die 'over' waren. Proefdrukken, inkijkexemplaren, leesexemplaren (waar is een boek anders voor?), een paar honderd boeken, van alles en nog wacht: dichtbundels, thrillers, romans - fictie en non-fictie - best sellers en worst sellers - boeken in het Nederlands, Engels, Duits, Frans - van alles zat er bij. 13 dozen vol. En wat doe je met zoveel boeken? Je organiseert een boekenlounge en -veiling. Zodat je geld overhoudt voor een goed doel en ook nog een leuke avond hebt. En een hoop mensen die naar huis gaan met een hoop leuke boeken.    

Sylvia 
Instrumentenfonds: een goed doel!
Het goede doel waar de opbrengst van veiling en lounge naartoe gaat is het instrumentenfonds van het project Integratie in Harmonie. Sylvia zette uiteen wat het project behelst. Het idee is helder: regionale orkesten en vluchtelingen bundelen hun muzikale krachten om gezamenlijk tot een mooi muzikaal programma te komen. Maar niet iedere vluchteling heeft zijn of haar instrument mee kunnen nemen. En sommigen zijn pas sinds dit project aan het musiceren geslagen. De aanschaf van een instrument is niet niks. Een instrumentenfonds is kortom bepaald geen overbodige luxe.      

De boeken lagen prachtig uitgestald, er waren drankjes en nootjes, er was bibliothecair verantwoorde muziek, er was een afslager met hamer, er waren tal val leesgierige collega's en er was een koekendoos waar eenieder geld in mocht stoppen. Het feest kon van start.

Pander Geert
Geert in control als afslager
Geert D. was volledig in zijn element als afslager danwel pander, een functie die goed aansluit bij zijn onkreukbare reputatie als controller. Gewapend met zijn houten hamer dreef hij de prijzen langzaam maar zeker op. Het eerste boek - de biografie van Obama - leverde via een bellende bieder €7,50 op, daarna gingen de prijzen door het dak. Boeken die nieuw nog geen vijf euro opleveren gingen hier al gauw voor meer dan 15 of 20 euro de deur uit. Zelfs dummies waar behalve op de kaft geen letter in stond gingen voor 12 euro de deur uit.  

Er werden onder het mom van deze veiling kamerruzies uitgevochten. De keuze van de boeken waarop sommigen fanatiek een bod uitbrachten gaf bijzonder veel prijs over de fantasieën en hersenspinsels van de bieder. De een had 20 euro over voor een boekje met experttips over hoe je een mooie volle bos haar krijgt, de ander bood alsof haar leven er van af hing grif geld voor de allerbloedigste thrillers. Een veiling maakt oerinstincten in je collega's los en laat dingen zien die je soms liever niet gezien had. Maar dat zijn allemaal maar bijkomstigheden.  

Rondedansje Marja 
En wat brengt dat nu op?
Want de hamvraag is natuurlijk: wat heeft het nu eindelijk opgeleverd voor ons Goede Doel? Nou, best veel! Want zonder dat we alle boeken kwijt zijn staat de teller al op 360 euro! En dat is een mooi bedrag. Daar kunnen flink wat instrumenten voor gekocht worden. Dank allen voor jullie bijdrage, en natuurlijk Athenaeum Boekhandel voor de boeken!








dinsdag 13 maart 2012

JAPAN REVISITED


Onlangs werd bekend dat de toestand in Fukushima, Japan, veel ernstiger was dan werd aangenomen. De aardbeving en tsunami van 11 maart 2011 leken een kettingreactie teweeg te brengen die zijn weerga niet kent in kernrampenland. Men was al bezig met plannen voor de evacuatie van Tokio. Ik ben bijzonder benieuwd hoe je dat doet, een stad met zo'n 30 miljoen inwoners evacueren. Als de NS echt een slechte dag heeft dan zie je verontrustende beelden van gestrande reizigers die zij aan zij op stretchers in de Jaarbeurshal liggen. Stel je voor, dat maal 10 miljoen!

Ik heb me voor mijn reis naar Japan nauwelijks ingelezen. Ik heb links en rechts wat verhalen gehoord en tips gekregen van mensen die er waren geweest en zelfs van een raszuivere Japanse. Natuurlijk ben ik bekend met rare Japanse fenomenen als kamikaze en hara kiri, ik weet dat Japanners kicken op extreem kinderachtig of extreem gewelddadig en dat ze ultra-sadistische banana splitgrappen hilarisch vinden. Kortom: ik had wel een beeld.

Maar dat beeld werd niet bevestigd. Oké, Japanners zijn in sommige opzichten een beetje raar. Ze kijken elkaar niet aan, wat heel maf is als westerling. En de af en toe extreem onderdanige houding is ook vreemd, evenals de manier waarop men elkaar begroet. Het maken van een tosti of het zetten van koffie is voor Japanners een welhaast rituele handeling. Maar al dit 'vreemd' legde ik voor mijzelf uit als iets positiefs: in Japan heeft men nog respect voor elkaar, in Japan weet men zich tenminste te gedragen in de openbare ruimte, in Japan worden de dingen - of het nu koffiezetten of een tempura bakken is - met zorg, rust en aandacht uitgevoerd, in Japan kleden de mensen zich netjes, enzovoorts.

In de Trouw verschenen afgelopen weken verschillende interessante artikelen van Sybilla Claus, de vrouw ter plaatse in Japan. Zij schreef ernstig verontrustende artikelen waardoor ik mijn beeld van Japan met terugwerkende kracht toch een beetje dom of op zijn minst westers etnocentrisch vond.

Een artikel ging over het liefdesleven van Japanners, en dan vooral het ontbreken daarvan. Relaties aanknopen vinden ze ingewikkeld nadat eeuwenlang relatie-gen is gedegenereerd door gearrangeerde huwelijken. Vrouwen willen rijke mannen, mannen willen geen gezeur en verliezen zich in workaholism. Want dat hoort, dat is ook cultuur. Het resultaat: de geboortecijfers liggen inmiddels zo laag dat vergrijzing in Japan een gigantisch probleem wordt. Porno en prostitutie zijn booming business.

Wat ik ook opvallend vond was dat Japanners als voornaamste voorbehoedsmiddelen onthouding, het condoom en abortus kennen. Slechts 2% van de vrouwen gebruikt de pil: de pil is voor hoeren. "Een door mannen gedomineerde samenleving geeft de voorkeur aan een door mannen beheerst voorbehoedmiddel" heet dat. Tsja, en dat op Vrouwendag...

Bij tempels zag je geregeld groepjes maffe stenen poppetjes staan met sjaaltjes of kleertjes aan. Leuk voor een foto, maar ik had geen idee wat het te beduiden had. Het bleken zogenaamde mizuko's te zijn, zogenaamde 'waterkinderen' die de zielen symboliseren van de geaborteerde foetussen. En de ouders komen dan jaarlijks terug om hun 'kindje' van een sjaaltje of mutsje te voorzien.

Gisteren stond er weer een verhaal in de krant over zogenaamde hikikomori: degenen die niet mee kunnen in de Japanse ratrace van werk en collectiviteit. Die geen zin hebben gepest te worden in een land waar dat toch echt je eigen schuld is en een schande bovendien. Die zich terugtrekken op hun kamertje achter de computer, maar wel blijven wonen bij hun ouders, waarmee ze op voet van oorlog verkeren, want geen baan betekent in Japan geen woning. Dat ze op voet van oorlog verkeren met hun ouder (in casu: hun moeder) is ook niet gek. De opvoedpraktijken zijn ook extreem, en in ieder geval niet extreem liefdevol. Je kunt de opvoeding net zo goed overlaten aan een robot is de mening van menig hikikomori.

Het is duidelijk: je te veel verdiepen in een land kun je beter niet doen. Want dan verandert elk land in waar wij Hollanders heel wat van kunnen leren in een land van hikikimori's en mizuko's.

woensdag 7 maart 2012

OUD


Soms vraag je je af of je nu echt definitief een oude lul aan het worden bent is een rare formulering als je eigenlijk bedoelt dat ik dit mezélf afvraag. Toch is dat de formulering die bij wijze van spreken uit de pen vloeit. Gebruik ik die formulering omdat ik bang ben voor het antwoord op deze ongetwijfeld retorische vraag, en om de vraag zo een min of meer universeel karakter te geven, alsof het een vraag is die iedereen zich zo nu en dan stelt? Het zou zo maar kunnen.

De aanleiding voor al deze gedachten zijn de ervaringen van een aantal concertjes waar ik de afgelopen maanden heen ben geweest. De vraag in kwestie: begin ik nou echt een oude lul te worden of is het echt zo dat het publiek tijdens liveconcerten steeds minder interesse lijkt te  hebben voor datgeen waarvoor iemand volgens mij normaal gesproken naar een poptempel, concertpodium of concerthal gaat: het bekijken en beluisteren van en dansen en uit je plaat gaan op het optreden van een tof bandje.  

Een concert is tegenwoordig een social media event. Je maakt een paar foto's en filmpjes, voegt er een leuk bedoelde quote aan toe en deelt die op het een of andere sociale medium met al je vrienden die er niet bij waren. Een concert is iets waar je bij geweest moet zijn om het er bij geweest zijn, niet omdat het een waaaaanzinnig optreden is met te gekke muzikanten die met een enorme drive dikke vette nummers neerzetten. Een concert is verworden tot de soundtrack van een vrijgezellenfeest waar lekker bij gelald, gezopen en om elkaars nek gehangen kan worden. Een concert is het hinderlijke live gespeelde lawaai waardoor het vaak lastig is de week te bespreken of je relatiecrisis door te nemen met je vrienden. Ik kan het mis hebben, maar ik dacht dat daarvoor nou net kroegen waren uitgevonden.

Wat die social media betreft: daar ben ik een beetje dubbel in. Het is suf als de helft van de concertbezoekers met zijn telefoontje het concert aan het opnemen is, maar het is de volgende dag wel weer leuk als je een filmpje kan bekijken van het concert waar je bij was. Dus vooruit, ook een oude lul moet een beetje met zijn tijd meegaan, dat moet kunnen. Maar moeten goedwillende geïnteresseerde voorbeeldige concertbezoekers zoals ik tijdens de zachte en middelzachte passages tijdens het concert zich dan maar gewoon níét ergeren aan het geroezemoes in de zaal waardoor je de muziek nauwelijks meer kan horen? Ik dacht het niet! Ik vind dat die altijd aanwezige mannetjes met een V-tje op de revers – die je vroeger natuurlijk nooit zag in een concertzaal, nergens voor nodig – deze personen na een eenmalige waarschuwing netjes uit de zaal dienen te verwijderen zodat de echte concertbezoeker wordt gevrijwaard van dit soort misstanden. Noem het de concertpolitie.  

Het zou best kunnen zijn dat vroeger (ja, inderdaad als je over vroeger begint dan bén je een ouwe lul…) de muziek harder stond. In de tachtiger jaren was de gehoorbeschadiging ternauwernood uitgevonden. Ik kan me concerten herinneren waarvan je nog dagen later een piep in je oren had (Shockheaded Peters, Wiseblood, Urban Dance Squad kon er ook wat van). Het was niet eens mogelijk een gesprek te voeren als zo’n bandje speelde. Maar zelfs al was het wel mogelijk, je deed het niet, uit puur respect voor de muzikanten op het podium. Logisch. Tsja, vroeger…