dinsdag 27 januari 2009

ADDER

Telefonische verkopers... Ik heb het er niet zo op. Raoul Heertje had er een goede oplossing voor: je vraagt: "heeft u even?" en je geeft vervolgens de telefoon aan je dochtertje die een leuk kleine kindergesprek gaat voeren. Alleen al voor dat doel had ik graag een kind gehad. Een andere oplossing is te zeggen: "Een momentje alstublieft," om vervolgens de telefoon ergens neer leggen en door te gaan met waarmee je bezig was.

Vandaag werd ik gebeld door iemand van Pretium, een telefoonaanbieder waar ik trouwens wel echt bij zit. Dat begin irriteert me al: je zegt je naam en de een of andere sukkel begint met: "Heb ik het genoegen te spreken met de heer Haan?" Ja, natuurlijk heeft u dat genoegen! Vervolgens kwam er een verhaal over een prachtig aanbod: ik zou een cadeauboek krijgen met fantastische aanbiedingen, minder hoeven betalen voor mijn telefonie en ook nog wekelijks kans maken op een prijs in een loterij. En dat alles gratis en voor niets! Ja ja... "Nou, hoe klinkt dat, meneer?" vroeg de stem aan de lijn. "Wil je dat ik zeg: prachtig of zo?" zei ik lichtelijk geïrriteerd. De stem - ik was vast de honderdzoveelste klant van vandaag - interpreteerde dat blijkbaar als: "Ja, ik stem in met dit prachtige aanbod!" Van dat punt was ik evenwel nog mijlen ver verwijderd.

Maar dat had de stem niet echt door. Die begon met het volgende punt op zijn vragenformulier: "Kan ik dan even uw adresgegevens controleren?" Toen had ik het wel een beetje gehad. Ik zei dat ik mij niet kon herinneren dat ik met het prachtige aanbod had ingestemd. En dat zo'n prachtig aanbod vast geen zuivere koffie was. Dat er vast nog een flinke adder onder het gras zat. Dat ik dan bijvoorbeeld ook wekelijks interessante post zou ontvangen met interessant aanbiedingen waar ik niet in het minst in geïnteresseeerd was: Pretium-propaganda. Het was best vreemd, maar na een aanvankelijke aarzeling ging de stem toch onverdroten voort: "En bent u toevallig getrouwd? Want dan maakt u 2 keer zo veel kans op een prijs bij de loterij!" Ik repliceerde: "Daar krijgt u problemen mee! Dat mag helemaal niet, dat gaat in tegen het anti-discriminatieprincipe als niet iedereen evenveel kans maakt!" "Hoe bedoelt u?" sprak de stem. Ik herhaalde de boodschap. Na weer een aarzeling kwam de stem niet meer terug, maar klonk een piep-piep-piep-toon.

Het blijft toch vreemd... Ook al zou ik niets meer hoeven te betalen en 100 euro toe krijgen, ik zou niet ingaan op een mij telefonisch gedaan aanbod. Hoe dat komt? Tsja... Zo'n snaak die me niet eens kent en via de telefoon ongevraagd mijn huiskamer binnendringt met ongevraagde aanbiedingen. Het moet niet gekker worden!

PS: Inmiddels heb ik alle telefonische terreur laten blokkeren via www. infofilter.nl. Ben benieuwd of het werkt!

maandag 26 januari 2009

MOBIEL

Vorige week was ik op een nieuwjaarslezing van de NVB. Onderwerpen waren Web 2.0 en netwerken op internet. Doelgroep vormden informatiespecialisten van speciale bibliotheken. Web 2.0 is gericht op interactiever gebruik van internet. Dat kan op veel manieren: on line delen van video's, foto's, blogs of complete bibliotheken. Communiceren, netwerken en gelijkgestemden zoeken via twitter, hyves, linked in. Tenenkrommende reacties schrijven over onderwerpen waar je geen verstand van hebt op fora en blogs. Samen werken aan een lemma voor een soort van Wikipedia. Je om de 5 minuten per mail laten attenderen op nieuwe berichten op ontelbare sites.

Een jaar of wat geleden zou dit soort verhalen me met afschuw vervullen. Tot 2 jaar geleden deed het bezitten van een mobiel dat ook met me. Nu heb ik er een en ik gebruik hem zelfs soms. Ik heb een hyves met al meer dan 50 vrienden. Ik heb een blog. Een Twitter-account (nooit gebruikt). Een Wiki. Ik beheer websites. Ik doe aan contentbeheer. Ik geef het ruiterlijk toe: ik ben een informatiemanager! En ook VluchtelingenWerk moet er aan geloven en een beetje Web twee punt nullig gaan opereren. En daarom mag je dan naar dit soort lezigen. Maar misschien moeten we de fase van Web 2.0 maar overslaan en direct inzetten op de trede die daarna lijkt te gaan komen.

Want net nu ik een beetje gewend dacht te zijn geraakt aan al die toch bizarre ontwikkelingen van de laatste jaren, werden me tijdens de bijeenkomst een paar toekomstscenario's ontvouwd die me ernstig voor die toekomst deden vrezen. Want eigenlijk is Web 2.0 alweer een beetje achterhaald: interactiviteit op het wereldwijde web dat blijft, alleen het niveau waarop gaat veranderen. Zo hebben we Web 2.5, waarin de communities (ja, van dat woord kreeg ik vorig jaar ook nog het zuur, maar nu durf ik het al hardop te zeggen!) niet langer louter zijn gegroepeerd rond gedeelde interesses. Neen, dat kon natuurlijk beter! Web 2.5 wil in die communities een complete Roos van Leary verwerken, zodat menstypes waar je potentieel niet mee zou kunnen opschieten uit jouw netwerk geweerd worden. Na 2010 hoef je dus niet meer te leren omgaan met de grootste eikels van de afdeling, want die zijn er al uitgefilterd. Dat scheelt weer investeren in het doorgronden van vaak slecht leesbare gebruiksaanwijzingen van collega's en verhoogt de arbeidsvreugd.

De laatste ontwikkeling die voorzien wordt is - er is inderdaad niets zo voorspelbaar als een internetguru - Web 3.0. Van dat verhaal werd ik een beetje mismoedig en van het bijbehorende illustratieve filmpje zelfs zeeziek. Het medium in kwestie is de Google Phone, die jou kent, je profiel, en de hele wijde wereld. Dit fenomeen werkt op twee manieren: in de eerste plaats vertelt de Google Phone je waar je leuke dingen kunt vinden die aansluiten bij je profiel. Ik zal even mijzelf nemen als uitgangspunt: ik loop door een straat in Barcelona en mijn Google Phone begint te bliepen: let op, binnen een straal van 100 meter is er een platenzaak waar ze uit de Rare Tunes Collection volume 3 van From latin to jazz dance hebben. Ik word er naar toe geleid en de zo gewilde geluidsdrager is van mij! Het apparaat heeft even later door dat het etenstijd is en leidt me naar een ultiem restaurantje waar ze het allerfavorietste gerecht uit mijn profiel hebben: verse barracuda van de steenkoolgrill, hoezee! En dat met mijn favoriete uitzicht ook nog, en zo waar (hoe weet ie dat allemaal?!) ook een hele fijna akoestiek. Later word ik naar een geweeeeeldige jazzclub geleid waar... Afijn, het beeld is helder.

De tweede manier werkt als het ware andersom: je kunt a la Google Earth vanachter je computer alvast een tour nemen door Barcelona, in cyberspace langs die platenzaak gaan en alvast die zeer gewilde cd luisteren. Je kunt het restaurant virtueel binnenwandelen en live iemand vragen hoe de barracuda van de steenkoolgrill smaakt. Je kunt naar het programma van de jazzclub kijken, maar ook direct on line meejammen met de sessie van die avond. Het filmpje van de cybertour die de lezingenman me voorschotelde deed me duizelen: winkel in en uit, als Spiderman de straten door, door het raam naar een vast niet willekeurige woonkamer, waar je via een schilderij dat geen schilderij is iemands computer binnengaat en interessante bestanden downloadt. Privacy is blijkbaar meer iets voor het echte leven.

Ik heb het idee dat ik toch nog een beetje moet wennen aan deze cyberachtige toekomstschets. Maar ach, met dat mobieltje is het me ook gelukt en, ik geef het toe, ook dat ding heeft zo zijn voordelen. Nu de rest nog.

zaterdag 17 januari 2009

SCHEEF

Gisteren kwam ik Reinder tegen op kantoor. Hij liep een beetje stijfjes. Zo stijfjes dat het opviel. De verklaring kwam al snel. Hij heeft alle waarschuwingen in de wind geslagen, en is afgelopen weekend als ongetrainde senior en zonder helm het ijs opgegaan om met zijn bijna antieke Vikingetjes rake klappen uit te delen aan het nog maagdelijke ijs. Op techniek, handjes op en wind in de rug, zoefde hij over het ijs, licht door de knieën en met de neus een metertje boven het spiegelende ijs. Uiteraard volgde Reinder niet het uitgekauwde, wit uitgeslagen pad, maar stak hij de plas pontificaal en diagonaal over. Het ging, ondanks onwillige knietjes en een schaatspauze van 12 jaar, hartstikke soepel.Maar ja, het zou een saai verhaal zijn als het daar bij bleef. Toen Reinder na gedane arbeid aan het uitglijden was - in de zin van tempo verminderen door geen slagen meer te maken - ging het toch nog mis: een schaats gleed weg, reed als het ware bij Reinder vandaan, met als onvermijdelijk resultaat een harde smak tegen het ijs. Zijn ribben kregen een zware klap te verwerken, alle lucht werd uit zijn longen geslagen met acute ademnood tot gevolg. Door een paar jonge deerntjes, die zeer kwiek ter schaats waren, werd hij omhoog gehesen en naar de wallekant begeleid. "Niks gebroken, meneer?" "Nee, dat geloof ik niet..." Een paar gekneusde ribben, dat had ie dan weer wel. Dat betekende 2 daagjes plat en vooral NIET hoesten en uitbundig lachen. Arme Reinder! Reinder vertelde mij dit verhaal, maar ik ken mijn pappenheimers: dit is niet het hele verhaal! Hij heeft niet verteld over die koek & zopietent waar ze loeihete glühwein verkochten met een klein (nou ja, klein) scheutje rum. Na een weintje of 4 ("ik weet het niet meer helemaal zeker...") en een gezellig onderhoud met wat schaatsvolk, aan wie hij zijn heldendaden te schaats prima kon slijten, aanvaardde ons Reinder enigszins rozig en enigszins wankel de terugtocht over het meer dat ineens wel heel erg groot leek. En wat woei de wind nu gemeen tegen zijn roze wangetjes! En het wankelen werd heviger en de beentjes kregen een eigen willetje... Eén ging er spontaan naar rechts, waar de rest van Reinder rechtdoor wilde. Dat moest wel leiden tot een flinke buikschuiver over het ijs, met alle pijnlijke gevolgen van dien. Uren later werd Reinder, koud tot op het bot, gevonden door een prins Bernhard met een tonnetje om zijn nek, een brancardslede achter zijn potige lijf aanslepend. Reinder gleed zich naar het tonnetje, richtte zich met de nodige pijn een weinig op en draaide het kraantje met een bovenmenselijke inspanning open. Een flinke scheut strohrum liep hem in de droge mond. Dit hartversterkertje gaf hem net genoeg kracht om zich zijdelings, zijn arme ribben krakend, op de brancard te rollen, waarna de hond hijgend en met de tong bijkans tot op het ijs de terugtocht aanvaardde. Bij de EHBO stond zijn vrouw al op hem te wachten. Ze reed hem naar huis, stopte hem in een warm bad en daarna in bed. Een fors uitgevallen pijnstiller deed de rest: er leken geen ribben meer te zijn. Reinder doezelde in en droomde zijn heldendroom te schaats, waarbij vergeleken de Elfstedentocht van 1963 iets is voor mietjes.Ach, Reinder, je had het toch best kunnen vertellen, het echte verhaal. Ik kan daar prima mee omgaan en had het op zeker niet aan de grote klok gehangen. Maar als het zo moet...

zaterdag 10 januari 2009

De dichters van Bethune

Op 28 december fietste ik naar de Molenpolder. Die ligt altijd bijzonder snel dicht als het een tijdje vriest, dus het was heel wel mogelijk dat er door ware durfals al werd geschaatst. Het zag er prachtig uit: de lange stroken ijs, omzoomd door smallere met riet en elzen begroeide stroken. Deze legakkers, overblijfselen uit de turfwinning, zorgen er voor dat de wind minder vat heeft op het water waardoor er makkelijk ijs aan kan groeien. Er waren al meer fietsers die bekeken of het al mogelijk was te schaatsen. We waren helaas te vroeg, zelfs de allergrootste waaghalzen durfden het niet aan.

Dus fietste ik door richting Bethunepolder. Direct van de grote weg zag ik een grote zilverreiger die, toen ik naderbij kwam, met een trage vleugelslag het luchtruim koos. Wat een majesteitelijk vogels zijn dat, alhoewel ik dit te veel eer vind voor onze majesteit! Nergens ter wereld is er een polder waar zo veel kwelwater naar boven komt: 1000 liter Bar le Duc spuit er per seconde de grond uit. Een groot deel van de Amsterdammers drinkt er van. Was dat niet het geval, dan was de polder allang aan het water teruggegeven, net als met de omliggende polders (nu veenplassen) is gebeurd. De Bethunepolder is de laagste plek en al het omliggende water uit omliggende polders en plassen heeft de natuurljke neiging om daar naartoe te stromen. Dat schijnt niet handig te zijn. Als je het waterpeil verhoogt, dan is dat niet meer het geval, maar dat heeft natuurlijk weer andere gevolgen.

In de berm stonden verschillende protestborden waarop de bewoners uiting gaven aan hun ongenoegen over plannen om de polder onder water te zetten. Ik kan me voorstellen dat de bewoners daar niet blij mee zijn. Ik ben er ook op tegen, niet zo zeer om die arme boeren die daar hun weilanden hebben, maar meer vanwege die typische weidevogels die daar niet van houden: grutto's, scholeksters, snippen (vandaag nog 1 gezien), tureluurs, een verdwaalde lepelaar.

Dat de bewoners van de Bethunepolder zich druk maken, daar kan ik inkomen. Maar waarom ze dat met zulke potsierlijke teksten moeten uiten... Een greep:

Hoppe hoppe hoppen
straks kun je hier in de polder soppen

Met het waterpeil omhoog
houden wij onze voeten niet droog

Houd dit landschap in stand
met koeien op het land

Polder onder water
bewoners met de kater

wij leveren helder water af
de peilverhoging is onze straf

In schimmige besluiten zien wij geen heil
maar wel in handhaven huidig polderpeil

En het erge is: ik heb deze rijmpjes niet zelf bedacht, dat hebben de Bethuners echt zelf gedaan. Ik spreek hierbij de hoop uit dat binnenkort alle Sinterklaasgedichten van alle Bethuners on line worden gezet, dit ter lering ende vermaeck. Ik wens ze verder veel succes bij hun actie.

IJS EN WEDER

Een maandje terug had ik zusje aan de telefoon. Ze had gewandeld langs de Zederik, een wetering die loopt van het Merwedekanaal naar de Lek. Je kan er prachtig wandelen langs de rietkragen. Je kan er zwarte sterns en purperreigers spotten. En vroeger kon je er in de winter wekenlang fantastische schaatstochten maken. Die prachtige schaatstochten, daar moest zusje aan terugdenken toen ze daar aan het wandelen was. En dat dat tegenwoordig nooit meer gebeurt, een winter met schaatsijs. Al hingen de vellen aan je voeten, je schaatste door. Als het echt een goede winter was dan kon je onder de A27 door schaatsen. En als het echt een héle goede winter was dan kon je over hotseknotseschotsenijs het Merwedekanaal afschaatsen tot aan Meerkerk en daar overklunen naar de Zederik. Je kon doorschaatsen tot aan de voet van de Lekdijk, waar de Zederik ophield. Daar was in het plaatsje Sluis een cafeetje waar je - na een listig stukje klimmen tegen de dijk op - warme chocomelk kon drinken.

Ik kan me vooral nog een tocht herinneren met superijs. Het had klaarblijkelijk een paar nachten zo hard gevroren dat er een volmaakt gladde ijslaag was ontstaan. Het was net glas, je kon op de ondiepe plekken de bodem zien. Het water was zo snel bevroren dat onder het ijs allerlei klein watergrut - krink'lend wrink'lend waterding - gevangen was geraakt. Je kon, met de knietjes op het ijs en het ijs als vergrootglas, zeldzaam goed zwarte en geelgerande waterkevers, bootsmannetjes en vissen, die met hun buikje tegen het ijs hingen, bekijken. Een paradijs voor de zoetwaterentomoloog in me. Het was alleen jammer dat er best veel schaatsers waren die er van uitgingen dat iedereen netjes in de schaatsstroom meeging.


Inmiddels is het een maand nadat ik zusje aan de telefoon had. En het is eindelijk zo ver: er kan weer geschaatst worden. Vorige week op de Molenpolder en vandaag (9 januari) een toertocht op de Loosdrechtse Plassen. Al om 9:15 uur ben ik op de fiets op weg naar Tienhoven. Het heeft er zelden zo mooi uitgezien: een laag winterzonnetje beschijnt een totaal berijpt polderlandschap. Elke boom, elk huis, elk grassprietje, alles is bedekt met een laagje rijp. Ook de rug van een minipony in wintervacht. Vooral de treurwilgen zien er magnifiek uit onder hun laagje ijs. Als een bevroren waterval waar niks treurigs aan is. Op onverklaarbare wijze zijn er in de Bethunepolder nog sloten ijsvrij. Het kan natuurlijk komen doordat er veel stroming is vanwege het kwelwater, dat is niet onwaarschijnlijk. In dat geval zijn de sloten op verklaarbare wijze ijsvrij. Als ik langs fiets, vliegt een groepje smienten op, vreemd genoeg vergezeld van een eenzaam nonnetje. Voor de vegetariërs: dat is een grappig witzwart soort van eendje. De wilde eenden zijn een stuk tammer en blijven zwemmen waar ze zwemmen.

Ik wist niet eens dat er een tocht mogelijk was, maar er blijkt een rondje om de Loosdrechtse Plassen uitgezet te zijn te zijn. Ik bind de schaatsen onder. Ik heb vanochtend nog met een priem extra gaatjes voor de veters gemaakt. Er waren er al meerdere uitgescheurd waardoor de schaatsen nauwelijks vast te snoeren waren. Nu wel. Het is een fantastische tocht. Het schaatsen gaat behoorlijk soepel en het ijs is prima. En wat is het godsgruwelijk mooi, ijs zo ver het oog reikt, berijpte elzen en riet, een ongekende rust. Het is fantastisch om de Loosdrechtse Plassen eens helemaal van de andere kant te kunnen zien.


Na een kilometer of 10 - het gaat nog steeds redelijk soepel - loopt de schaatstocht over de Drecht, een riviertje dat voor een groot deel midden door de plas loopt, met aan beide zijden slechts een smal strookje oever, begroeid met knotwilgen, berken, elzen en rietpluimen. En alles weer verpakt met een dun laagje ijskristallen. Door de lage winterzon lijkt het een hemelse tunnel omgeven door - excusez! - wit licht. Als er een hemel is, en die is er niet... Oké, ik zeg het anders: als ik de hemel mocht ontwerpen dan zou die er zo uitzien, en dan bij 25 graden zodat je in T-shirt en korte broek, en op slippers met ijzers kunt schaatsen, en als je valt voelt het ijs - dat uiteraard niet koud is - als eendendons, en bovendien val je niet, want het is tenslotte de hemel!


Als ik ongeveer op dat punt ben in mijn gedachten heeft de Drecht een bocht gemaakt en kom je weer uit op de plas. Dat het zo soepel ging dat eerste stuk was niet voor niets: nu blijkt dat ik de hele tijd wind mee heb gehad, of minstens niet tegen. Dat valt nog niet mee, schaatsen met tegenwind. En het lijkt er op dat ook de ijskwaliteit hier een stuk minder is, of denk ik dat alleen maar? In een mij vrij onbekend deel van de bips heeft zich acuut spierpijn genesteld. Ik krijg problemen met mijn toch al niet zeer verfijnde techniek. Er moet een handje van de rug om de vaart er in te houden, en ik besef dat mijn arm telgangt. Op de een of andere manier krijg ik het niet voor elkaar om uit de telgang te geraken, dus ik ga maar even rusten. Helpt meestal prima: schaatsen los, schaatsen vast, even zitten en weer verder. Maar nee, ik merk dat de koek toch wel op is.

Gelukkig nader ik een echte koek & zopietent. Een warme chocomelk met slagroom, daar kun je wel weer even op vooruit! Het blijkt uiteindelijk nog maar een schieteindje te zijn naar het beginpunt. En dan heb ik toch mooi 25 kilometer geschaatst. De auto's staan inmiddels tot in Tienhoven city aan toe. Kunnen ze dat niet gewoon weer elk jaar doen, een echte winter met een maandje ijspret? Als er een partij komt die zich hier sterk voor maakt zal ik de eerste zijn die er op stemt.

donderdag 8 januari 2009

MARTEL

Een tijdje terug stond er een bizar artikel in de krant over het gebruik van muziek als vorm van martelen. In Guantanamo Bay - en waarschijnlijk elke plek waar gemarteld wordt - worden verdachten uit hun slaap gehouden met keiharde muziek, en dat 24 uur per dag en dagen achter elkaar. Doel is ze geestelijk te breken zodat ze een verklaring afleggen. Jammer voor die mensen die ten onrechte vast zitten. En voor de rest trouwens ook. Langdurige blootstelling aan harde muziek als martelmethode is verboden door VN en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Jammergenoeg dringt dit soort zaken altijd erg langzaam door tot de krochten waar de martelingen in praktijk gebracht worden.

Er stond bij het artikel een lijst van de meest gebruikte martelmuziek. Naast medicinale muziek, douchemuziek en je favoriete plaat voor een onbewoond eiland is er weer een nieuwe categorie dus: de beste martelplaat. In de lijst stonden bijvoorbeeld Eminem, Bruce Springsteen, AC/DC, Queen, Christina Aguilera en als vreemde eend in de bijt het thema van Sesamstraat. De Taliban zullen ongetwijfeld ook hun favoriete martelplaat hebben. Het lijkt me me een crime als je als jongen van de Hollandse militaire pot door hen wordt opgepakt en 24/7 wordt blootgesteld aan schel Arabisch gejengel. Ik weet niet of de VN en het Hof nog gradaties hebben aangebracht in de gebruikte soort muziek, maar dat lijkt me wel op zijn plaats.

December is sowieso de maand die bol staat van wat lichtere vormen van muzikale marteling. Je begrijpt toch niet dat die arme winkelmeisjes geen moordneigingen krijgen na eerst een maand Sinterklaasliedjes, gevolgd door een massief toetje van zoetsappige kerstliederen. Ik heb al twee weken rondgelopen met dat ge-Merrily merrily merrily etc. Meine güte, wat een ellende. En dan krijg je als klap op de vuurpijl ook nog de Top 2000 Aller Tijden. De ergste vorm van muzikale marteling is voor mij toch wel Phil Collins, met Bryan Adams als goede tweede. Daar zouden de VN en het Hof eens wat aan moeten doen!

Een eeuwigheid geleden had ik een kortstondige romance met een erg fraai en erg fragiel meisje. Zij woonde ergens als een soort inwonende oppas - heet dat nou een au pair? - bij een gezin op een kinderkamerachtige kamer. Ze had ook zo'n mini-stereo-setje op haar roze kamerje met lichtblauwe gordijnen, waarin een complete ark met knuffels gestrand leek te zijn. Voor de goede orde: ze was ruim meerderjarig. Ze had een cd of twaalf, en als je iemands muzieksmaak kent, weet je wat voor vlees je in de kuip hebt. Dus bekeek ik het hele stapeltje en ach ja, het was helemaal duidelijk... Ik bleef niet slapen. Daar hadden de cd's overigens niet alles mee te maken, het mocht daar eenvoudigweg niet.

Toen ik thuis kwam vroeg mijn huisgenoot belangstellend of het nog wat geworden was. "Nou nee", zei ik, "dit wordt helemaal niks: ze heeft maar 12 cd's waarvan 3 van Phil Collins! En sterker nog: ze zette ze nog op ook!" Mijn huisgenoot wist genoeg: dit was een onoverkomelijke hindernis. We hebben nog tot diep in de nacht geluisterd naar Butthole Surfers, Scratch Acid, Henry Rollins, Primus, Einstürzende Neubauten. Het is duidelijk: over smaak valt, net als over marteling, niet te twisten.