donderdag 28 februari 2013

HAND

Als je alleen de inhoudelijke samenvatting leest van 'The other hand' dan bekruipt je ongetwijfeld het gevoel dat dat geen goed verhaal kan opleveren. Het verhaal zit propvol grote gebeurtenissen, grote emoties en enorme morele dilemma's: offer jij je vinger op om iemands leven te redden? Help jij je ver gewaande medemens als die onverhoeds aan de deur klopt? Vind je het systeem waarachter je je kunt verschuilen belangrijker dan medemenselijkheid? 

Dat klinkt als veel te veel om in een goed boek te proppen. Het knappe is dat 'The other hand' juist heel goed de balans bewaart. Ondanks al die grote gebeurtenissen, emoties en dilemma's. In de eerste plaats omdat het gewoon bijzonder goed geschreven is. In de tweede plaats omdat van hoofdstuk tot hoofdstuk het perspectief switcht tussen de vrouw die haar vinger offert om een persoon te redden en de vrouw - of het meisje - die gered wordt omdat iemand haar vinger offert.

Ondertussen wordt er een schets gegeven van de manier waarop de westerse wereld met vluchtelingen omgaat: van de westerse medeplichtigheid daar (in Nigeria) tot de wijze waarop alles juridisch is dichtgetimmerd hier (in Engeland). Als je als asielzoeker aankomt dan krijg je een formulier voor je vluchtverhaal. Zoals de ene hoofdpersoon - een Nigeriaanse vluchtelingvrouw van 15 jaar - het zegt:  "They only gave you enough space to write down the very saddest things that happened to you. That is why people do not like refugees. It is because they only know the tragic parts of our life, so they think we're tragic people." De vrouw zit twee jaar in het detentiecentrum in afwachting van haar lot.

Een psychiater die actief is in dat centrum schetst zijn rol als volgt: "Psychiatry in this place is like serving an in-flight meal in the middle of a plane crash. If I wanted to make you well, as a doctor, I should be giving you a parachute, not a cheese-and-pickle sandwich. To be well in your mind you have first to be free, you see?" Kijk, dat zijn zinnen waar je wat mee kan! Nou, vooruit, nog een dan, van de Nigeriaanse vrouw: "The first week I was in the detention centre, U2 were number one here too. That is a good trick about this world, Sarah (de andere hoofdpersoon/verteller). No one likes each other, but everyone likes U2."  Ook de andere verteller - een Engelse vrouw met haar jonge snelle wilde baan en leven - heeft af en toe goede wisecracks, zoals na de zelfmoord van haar man: "Oh, I dare say I'll cope the way British women always used to cope, before the invention of weakness."

Aan het einde van het boek vliegt Cleave wat mij betreft toch een beetje de bocht uit. Ik hoef niet per se een happy end, maar dit is in de categorie unhappy ends niet echt heel erg subtiel te noemen. En dat nadat de balans zo lang zo sterk bewaakt leek in alle grote gebeurtenissen, emoties en morele dilemma's. Neemt niet weg dat het een heerlijk geschreven boek is. Na lezing nestelen zich twee vreselijke vragen in je hersenpan: zou ik mijn vinger offeren? En zou ik mijn huis open stellen? Gelukkig kun je die vragen - denk je - nog jaaaaaaaren vooruit schuiven.