vrijdag 29 mei 2009

HEEL NEDERLAND DEBIELPROOF?

Het is al een tijdje gaande in Nederland fietsland, maar dit jaar is ook heel Utrecht opgenomen in het netwerk van fietsknooppunten. Het is op zich een prachtig systeem: bij elk kruispunt en elke afslag die er voor de fietser enigszins toe doen staat aangegeven welke kant je op moet om naar een volgend knooppunt te gaan. Om de zoveel knooppunten is er een overzichtskaart met alle knoopunten in de buurt. Kind kan de was doen zou je denken. Verdwalen is een onmogelijkheid als je de nummers weet. Maar of heel Nederland nu debielproof is?

Als geograaf zweer ik natuurlijk bij een goede topografische kaart. Tomtoms op de fiets en in de auto, en nu ook nog rijden van nummer naar nummer: het besef van afstand, ligging, lokatie gaat er volledig aan. Niet dat het voorheen goed gesteld was met de topografische kennis van de gemiddelde Nederlander. De Vakantieman bewees het keer op keer: vakantiegangers hebben geen sjoege waar ze zich bevinden. Ik kan me nog het verhaal herinneren dat Roy Makaay in het begin van zijn Tenerife-tijd niet door had dat ie op een eiland woonde en dat ie verbaasd was dat ze altijd gingen vliegen naar uitwedstrijden.

De nieuwe fietsknooppuntenrage ben ik noodgedwongen uit gaan proberen toen ik op een fietstocht de kaart vergeten bleek te zijn. Bij een van de overzichtborden heb ik bij gebrek aan pen en papier een hele rits getallen in mijn mobiel ingetoetst, die mij de weg moest leiden. 5 cijfers ging het goed, maar toen ging het voor het eerst mis. En dan ben je ver van huis, zeker als er geen fietsknooppuntnummers meer lijken te bestaan. En waar is zo'n handige overzichtskaart als je hem nodig hebt? Na 3 keer fout rijden vond ik het welletjes en ben ik weer gewoon op de paddenstoelen gaan rijden. Zo debielproof is het allemaal dus ook weer niet.

Ik verdenk die monopolisten van de fietsknooppunten er van dat dat expres is. Er moet natuurlijk wel geld in het laatje komen. En dat doe je door kaarten met fietsknooppunten te verkopen. Die dus echt nodig zijn als je knooppuntsgewijs door Nederland fietst.

IJSVOGEL

Een jaar geleden werd ik op een ochtend wakker met een nieuw woord in mijn hoofd: bestiekemen. Ik weet niet meer waar ik over gedroomd heb, maar dat woord heb ik onthouden. Ik vermoed dat de droom over vogels ging. Vogels die ik dus aan het bestiekemen was. Met een verrekijker, verdekt opgesteld achter het riet. Het is ook niet zo gek dat ik dat gedroomd heb, want ik doe best vaak aan het bestiekemen van vogels. Alleen noemde ik dat nog niet zo. Tegenwoordig wel. En wat mij betreft mag dat woord best algemeen ingeburgerd raken. Het dekt de lading heel goed, al zeg ik het zelf. En het is natuurlijk op veel meer situaties van toepassing dan op het quasi-onopvallend bekoekeloeren van vogels. Hoewel ik niet voor gebruik ben in constructies als 'bestiekemingscamera' voor bijvoorbeeld een bewakingscamera in een parkeergarage.

In de late lente en gehele zomer maak ik 's avonds geregeld een rondje om fort de Klop. Er nestelt al jaren een paartje ijsvogels. IJsvogels kijken is stukken leuker dan tv kijken. Met hun metallic blauwe veren, een fonkelend roodbruine borst, een goed gekozen grootte en vorm, een vriendelijk voorkomen en leuk gedrag zijn ze het bestiekemen meer dan waard. Het fort ligt een paarhonderd meter bij mijn flat vandaan. 's Avonds schijnt de zon op de westkant van het fort. Daardoor zijn de ijsvogels bijzonder goed uitgelicht. Bovendien is er en rietkraag waarachter je je verdekt kunt opstellen. Ideale onstandigheden dus!

Wat het echt tot een sport maakt is dat ijsvogels niet alleen knap schuw zijn, maar ook heel goed door lijken te hebben dat je ze aan het bestiekemen bent. Als je komt aanlopen langs het water rond het fort, klinkt er een alarmroep (iep iep iep!) en zie je een blauwe schicht vlak langs de waterrand wegvliegen. Meestal de hoek om, dus uit het zicht. IJsvogels bestiekemen vereist een lange adem. Je moet wachten tot ze het idee hebben dat het veilig is om zich weer naar hun favoriete visplaats te begeven, waartegenover je je natuurlijk met verrekijker in de aanslag hebt genesteld. Alhoewel nestelen in dit verband wel veel eer is.

Meestal wacht je niet lang genoeg en heb je de ijsvogel dus maar één keer gezien: als wegschietende flits. Als je dan weg loopt geven ze vaak nog een hele pesterige toegift. Als je naar de ijsvogel zijn zin ver genoeg bent verwijderd, zie je ze uit een ooghoek voorbij schieten in aan jou tegengestelde richtin, waarbij een triomfantelijk iep iep iep klinkt. Ze gaan dan meestal precies op de plek zitten waar je luttele tellen geleden met je verekijker in de aanslag stond te wachten op De Terugkeer.

Voor alleen het hiervoor beschrevene zou ik natuurlijk niet zo vaak die ijsvogels (het is een paartje) gaan bestiekemen. Af en toe heb je dikke mazzel, en daar kan je dan weer tijden op vooruit. Zo kwamen vorig jaar in de boom waarnaast ik verdekt stond opgesteld 4 net uitgevlogen puberijsvogels zitten, gevieren wiebelend en kwebbelend op een tak. Op 2 meter afstand! En dan had ik al een kwartier lang 2 ijsvogels tegenover me - pa en ma gok ik zo - in de kijker. Hoogtepunten uit het bestaan van een bestiekemer.

Ten bewijze van het bestaan van de ijsvogels bij fort de Klop heb ik nu foto's, gemaakt door een vriend die er genoegen in schept om hele dure lenzen te kopen voor zijn fotocamera. Nu maar hopen dat het er niet al te druk gaat worden met mede-bestiekemers.

zaterdag 23 mei 2009

EENDJE

Onlangs - daar beginnen mijn blogs vaak mee heb ik het gevoel - was ik aan het wandelen in de Bethunepolder. Daar is een pad tussen de weilanden met aan weerzijden een sloot, dat langs een elzenbosje voert waar veel mooie vogels zitten. Ik wil daar nog steeds een keer een blauwborst zien. Die schijnen daar te zitten. Elke keer als je er wandelt zie je grutto's, kievieten, krakeendjes, tureluurs, karekieten en vaak ook de bruine kiekendief.

Bij mijn tocht zag ik een familie bergeend met tien prachtige jonkies. Het is net alsof ze magnetisch zijn en naar elkaar toe getrokken worden. Ze zwemmen echt op een kluitje, zeker als er gevaar dreigt. Ik probeer heel rustig in slow motion en met een zo groot mogelijke boog om de eenden te lopen. Ik wil ze niet laten schrikken. Daar heb ik slechte ervaringen mee. Vorig jaar deed ik een bergeendenfamilie opschrikken. De ouders vlogen uit pure schrik zeker een half uur lang - toen ging ik weer verder - simultaan en laag ellipssen boven het terrein. De jonge eendjes waren in rep en roer en zwommen in een kluitje van beduidend minder dan tien, angstig naar papa en mama in de lucht kijkend. Die eendjes waren slachtvee.

Met die ervaring in het achterhoofd was ik dan ook een weinig verontrust toen ik een drietal vrouwen luid kwakend - nota bene over Champions League voetbal! - zag komen aanlopen in mij tegengestelde richting. Toevallig bleek ik een van hen te kennen. Een oud-huisgenoot, inmiddels uitgegroeid tot een vrouw van slagschipachtige proporties. Na een korte 'Wat doe jij tegenwoordig?' liepen we weer door. Ik bedacht me dat die arme bergeenden dit echt niet gingen overleven, deze kwakende dames. In gedachten zag ik de oudereenden al weer schrikachtig ellipsen vliegen boven de ruige weilanden...

De drie vrouwen kwamen steeds dichter bij de plek waar ik de eendenfamilie had gespot en helaas, ze waren niet een zijsloot in gezwommen. Ze waren opgemerkt en de vrouwen positioneerden zich met hun lompe poten tussen het riet om niets van de doodsbange eendjes te missen. Op een paarhonderd meter afstand hoorde ik dingen als 'lief' en 'schattig.' Ik vond dat vader en moeder bergeend het knap lang uithielden. Ik zag nog nergens een paartje bergeenden simultaan ellipsen vliegen. De vrouwen liepen door, de eenden hadden zich met oneendelijke inspanning teweer gesteld tegen de groteske dynamiek van drie dames. Wat een topeenden!

zondag 17 mei 2009

KOZAK

Eerst was ik van plan te schrijven dat ik er toevallig langs zapte, maar nee: ik ben de schaamte ook op dit punt volledig voorbij. Ik heb gewoon de hele avond zitten kijken. Zowel de voorrondes als de grote finale. En ik heb me prima vermaakt! Ik heb heel wat ellende op muziekgebied aan me voorbij zien trekken, maar er waren ook best goede acts en liedjes bij. Maar verslag daarvan doe ik niet. Waarover dan wel? Wat mij echt verbaasde, was de Russische pauze-act van de eerste voorronde, bedoeld als opvulling om te kunnen televoten. Ik weet niet precies wat Rusland met de act wilde uitdrukken, maar het leek er op zijn minst op een uitdaging van het Vrije Westen. Rusland liet zich weer ouderwets zien als Militaire Grootmacht.

Alsof het een militaire parade op het Rode Plein betrof kwam een compleet kozakkenregiment opgemarcheerd in vol militair ornaat. Het bracht met veel bravoure bombastische Russische liederen ten gehore en danste daarbij een imponerende turbo-sirtaki. Een opzwepend militaristisch trommelintermezzo volgde. Maar dat was allemaal nog maar voorspel. Toen een paar lieftallige popzangeresjes het podium betraden, werd het beeld echt bizar. De dames werden geflankeerd door een MIG straaljager en een tank van vrolijk gekleurd piepschuim en papier maschee. Stonden de vrolijke motiefjes op tank en MIG voor een Rusland dat de vrede der volkeren nastreeft? Het leek er niet op. En dat op óns goede oude Eurovisiesongfestival, het evenement van de verbroedering der Europeesche volkeren.

Dat Europeesche volkeren moet trouwens niet al te letterlijk genomen worden. Om aan het songfestival deel te nemen hoef je alleen maar lid te zijn van de European Broadcasting Union. En geloof het of niet, ook Algerije, Egypte, Jordanië, Libanon, Libië, Tunesië en nota bene Marokko horen daarbij. Ik hoop niet dat die landen daar al te snel achter komen, want dan krijgen we na de Balkanisering ook nog de islamisering van het Eurovisiesongfestival! Een potentiële tsunami aan islamitische televotes? Het verontrustende is: de PVV heeft er nog geen kamervragen over gesteld!

zondag 10 mei 2009

VLEERMUIS

“Ga nooit op zaterdag de stad in!” Hoe vaak moet ik het nog tegen mezelf zeggen? Het is echt vreselijk. Als je je mensenhaat wil vergroten, ga dan wel. In alle andere gevallen: doe het liever niet!

Deze zaterdag doe ik het per ongeluk toch weer. Ik heb het idee dat ik echt serieus wat dingen moet kopen. Kleren en zo. Ik loop over de Oudegracht en het is net alsof het spookhuis een dagje vrij af heeft. Wat een volk! Er zitten mensen tussen van zo'n intimiderende lelijkheid dat ik er niet eens naar durf te kijken. Het devies: snel de blik afwenden voordat er per ongeluk oogcontact wordt gemaakt.

Ik loop de hoek om richting Steenweg. Een draaiorgel speelt een draaiorgelversie van ‘Heb je even voor mij’. Ik weet niet hoe het zit met die draaiorgelmannen: is dat genetisch bepaald of zo, dat orgelmannen zo lelijk zijn? Uitgelopen tatoeages gecombineerd met Zeemankleding en tekenen van lichte degeneratie. Als kinderen van hun moeder een muntje krijgen om in het rammelbakje te gooien ogen ze niet bepaald blij. De draaiorgelman: het lijkt een soort attractie waar je eigenlijk niet in durft, maar het geeft toch een kik als je het hebt gedaan. Snel muntje in bakje van engerd gooien en haastig terug naar mama’s warme rokken. Vroeger was ik ook als de dood voor de draaiorgelman. Vooral die ene met die uitgeplozen staart, die vierkante +12 bril en die getatoeëerde traan onder zijn oog... Spooky! En het suffe van orgelmannen is dat ze altijd totaal uit de maat meerammelen met hun geldbakje. Geen enkel eer in hun werk, geen enkel talent...

Gelukkig ben ik ze voorbij. De draaiorgeldeuntjes beginnen te vervagen. Ik loop langs de Schoenenreus en kijk per ongeluk naar binnen. Mijn god, het kan altijd nog erger qua concentratie spookhuisbewoners! Een vrouwachtig wezen dat met haar uitgezakte lijf op een soort elektrische driewieler zit, rijdt rokend voorbij. Haar nicotinekleurige permanent is het stadium van uitgezakt reeds lang voorbij. 2 kinderen - waarschijnlijk ook nog haar kinderen, god verhoede! - van 6 en 8 (schatting) rijden gezellig mee met mama, staand en hangend aan het niet-geheel-validen-karretje. Ze hebben een schreeuwachtige en zeer bondige manier van converseren in het platste Utrechts dat er is.

Als je denkt dat de Steenstraat erg is heb je het mis: dan ben je nog niet op de markt op de Vredenburg geweest. Het niveau daalt verder. Er loopt een sociale werkplaatsachtige vrouw heel onhandig met haar fiets aan de hand door de mensenmassa. Dat gaat niet echt van harte, maar dat ziet ze niet als haar fout. De vrouw lijkt mede door haar lange grijze wollen jas - het is ruim 20 graden - op een kruising tussen een vleermuis en een nijlpaard. Beter kan ik het helaas niet omschrijven. Ze heeft blijkbaar ook nog een soort vriendin bij zich en schaamt zich er in het geheel niet voor om met haar stem als een scheepshoorn over 20 meter afstand met die vriendin te converseren. Ook de scheepshoorn is afgesteld op plat Utrechts.

Ik vind het wel weer mooi geweest. Ik heb heus mijn best gedaan, maar het gaat vandaag niet lukken met de aanschaf van het een of ander. Mijn mensenhaat wint. Als troost vind ik dat ik het wel heb verdiend om nog even langs mijn favoriete platenzaak te gaan: Da Capo. Zo gaat dat nou altijd: je gaat de stad in voor kleren en komt thuis met een tasje LP’s. Zou dat stiekem toch de reden zijn dat ik op zaterdag nog steeds de stad in ga?

woensdag 6 mei 2009

Enige overpeinzingen bij 4 mei

Dit jaar was ik weer bij de Dodenherdenking op het Domplein. Het blijft bijzonder: een stille stoet die door de straten schuifelt. Van Pieterskerkhof naar het Domplein. Je zou eigenlijk vaker op die manier moeten rondlopen door de stad. Door de enorme traagheid en rust vallen je dingen op die je altijd over het hoofd hebt gezien. Je ziet de stad in een andere dimensie. De dimensie van de traagheid.

Zo vlak voor het betreden van het Domplein deelden padvinders het programma uit, waarin ook de tekst van het Wilhelmus stond afgedrukt. Voor mij zijn die twee coupletten gesneden koek, maar er werd klaarblijkelijk ook rekening gehouden met de rest. Bij het bekijken van de tekst viel mijn oog op een koei van een taalfout:

Die mij mijn hart doorwondt

Het is niet zo erg als de aankondiging die ik onlangs op een muur in winkelcentrum Rokade aantrof: "Binnekort opend hier kapsalon Trendie". Maar toch, op zo'n officieel stukje papier verwacht je dat niet.

Doorwondt... Het ziet er niet uit, maar bij nadere beschouwing klopt het toch. Een medeherdenker wees mij op een denkfout: ik dacht in verleden tijd, maar het is gewoon tegenwoordige tijd! Iets verwondt je hart, iets doorwondt je hart! Ja, natuurlijk! De tirannie verdrijven die mij mijn hart doorwondt... Dat is beter, ook heden ten dage en zo ook in de toekomst zullen wij de tirannie verdrijven!

Ik heb het Wilhelmus nog geheel meegemurmeld, zelfs onwaarheden als dat God de Heer mijn schild ende betrouwen is. En bij het zingen kwam ik er ook ineens achter dat het niet is: Op uw zoon wil ik bouwen, maar toch echt: Op u zo wil ik bouwen. Ach ja, het verandert hoegenaamd niets aan mijn Oranjegevoel.

De uitdelende padvinders brachten mijn gedachten terug naar mijn eigen padvinderstijd. Voor mij was het welp zijn behoorlijk afzien. Ik zat in het roze groepje en heb nooit een ander insigne gehaald dan dat voor macramé. Een roze driehoekje en een lichtblauw macramé-insigne op de rechter mouw van mijn welpgroene hemd, in combinatie met knalrood haar, maakte me tot zeer geliefd pestobject voor de ouderejaars, de zogenaamde verkenners. Vooral aan mijn enige kamp heb ik een slecht gevoel overgehouden. Halverwege de eerste nacht heb ik me er maar bij neergelegd dat ik op een leeg luchtbed zou slapen dat weekend. En dat ik 's nachts niet naar het toilet kon omdat mijn zaklamp gemold of gejat was. Ik voelde dan ook weinig mededogen met de padvinders van allerhande soort, die op de windhoek die het Domplein is stonden te vernikkelen in hun militaristische outfits.

Een man van het 4 mei comité hield een niet echt fonkelend praatje. Hij vertelde onder meer waar in Utrecht de kransen gelegd waren. Het Joods kerkhof bijvoorbeeld. Ik schaam me als Utrechter behoorlijk voor ons Joodse kerkhof uit 1808, gelegen aan het Zandpad van de Vecht, dat destijds een flink eind buiten de stad lag. Juist dat deel van het Zandpad staat al sinds jaar en dag bekend als Gummidreef vanwege de tientallen woonbootjes waarin hoertjes de behoeftige medemens genot brengen. Daor kejje geniete van een broodsie warrum vlees, zoals onze Berkien dat noemt. Dagelijks rijden er stapvoets en filegewijs duizenden auto's langs de - overigens altijd gesloten - ingang van de begraafplaats. 24 uur per dag en 7 dagen in de week. Ik kan me niet voorstellen dat voor de kranslegging dit zelfs - of misschien wel juist - in crisistijd florerende stukje Utrechtse economie tot stilstand wordt gebracht. De mallemolen van het leven...

Als het alleen zo zou zijn dat er een hoerenstrip langs de begraafplaats loopt, zou ik het misschien nog tot daar aan toe vinden. Maar nee, een of andere planoloog heeft ooit besloten de rioolwaterzuivering van Utrecht direct naast de begraafplaats te plannen. Met als gevolg dat elk grafbezoek en elke kranslegging plaatsvindt in de geur van een open riool. Ik weet niet wat de gemeente met deze 2 planologische statements duidelijk heeft willen maken, maar kies is het niet.

Wat me doet denken aan de grote Joodse begraafplaats in Berlijn Prenzlau. Vanaf een restaurant aan het Kollwitzplatz, waar ik onlangs at, kijk je vanuit het toiletraam uit op de enorme begraafplaats. Dat zou ik al anders doen. Maar welke historische onbenul de naam van die tent heeft bedacht... Restaurant Endlos.