donderdag 26 februari 2015

BAANZOEKBAAN

Inmiddels ben ik een maandje werkzoekend, werkloos, tussen twee banen in of tussen baan en ZZP in. Het is best maf om geen werk te hebben. Je hebt niet de dagelijkse routine van een wekker die om 7:22 uur gaat, waarna je je snel klaarmaakt om fris gewassen en gekleed en door weer en wind naar het station te fietsen voor de trein van 8:13 uur naar Zuid. Ontbijtje in de trein, boekje lezen en voor je het weet kom je alweer aan op Amsterdam Zuid. Daar pak je weer door weer en wind de fiets naar het LB, waar je als alles goed gaat rond 9:00 uur aankomt. Vaak kwam ik expres wat later omdat dat beter uitkwam voor het heersende koffieregime op mijn kamer. Tegenwoordig word ik wakker wanneer ik wakker word, en dat kan vóór 7:22 zijn maar ook best wel eens er na. Dat is pas wakker worden! Zo'n wekker is toch maar een wreed stukje marteltuig.

Er verandert heel wat als je niet meer werkt en dus thuis zit. Er gaat ineens veel meer koffie en pleepapier doorheen en de gas- en elektriciteitsrekening exploderen bijkans. De kachel stond vroeger nog geen vier uur aan op een koude werkdag, nu is dat al gauw vijftien uur. Laten we zeggen 40 uur kachel extra per week, ik ben benieuwd wat het scheelt op de eindafrekening.

Wat ook vreemd is, is dat je de gebruikelijke sociale omgang - praatje met klega bij koffiemasjien, een vergadering - ontbeert. Net als je spieren en hersenen is ook je spraakcentrum gebaat bij oefening. Zo nu en dan word je daarop gewezen. Zo was ik vorige week in Museum van Zuilen - daar moet je geweest zijn! - en de museumbestierder begon ineens tegen me te praten: "Kan ik u een kopje thee inschenken?" gevolgd door "Bent u hier al eerder geweest?"
Bij het beantwoorden van die toch niet al te ingewikkelde vragen realiseerde ik me dat ik al tweeënhalve dag niet had gepraat en dat alles weer een beetje op gang moest komen. Haperdehaperdehaper dus... En ik wist ook niet meer wat een goed moment was - een wat uitgebreidere inademing, een rust in bestierders betoog? - om in te breken en mijn prangende vragen te stellen of aanvullingen te geven, waardoor we door elkaar begonnen te praten, vervolgens allebei stopten om weer beide op hetzelfde moment door te gaan. Ik kan me voorstellen dat eenzamen tegen zichzelf gaan praten. Ik ben overigens verre van eenzaam, maak je vooralsnog niet druk.  

Werk zoeken of voor jezelf beginnen is op zich best een baan. Maar in tegenstelling tot veel banen heb je bij een baanzoekbaan verdomd weinig improductieve uren. Je hoeft niet te vergaderen met jezelf, je vult geen Kloksgewijs in, je hebt geen werkgroep Slimmer werken, je hebt geen personeelsbijeenkomsten. Kortom: je kunt werken! Tel die niet gemaakte improductieve uren op bij die anderhalve uur die je per dag bespaart door niet op en neer te hoeven pendelen richting Amsterdam en je hebt werkelijk zeeën van tijd, want een baanzoekbaan is niet per se een baan van 40 uur voor mensen zonder 9-tot-5-mentaliteit.

Kortom: ik heb alle tijd om te koken, te lezen, hard te lopen, met andere werklozen te daten en cultureel te doen. Alleen afgelopen week al heb ik vier musea bezocht: het al genoemde Museum van Zuilen, het Volksbuurtmuseum (ook een must!), het Belvédère te Heerenveen en het Drents Museum te Assen. Ik denk dat ik een hele goede pensionado zou zijn.    

Toch is het allemaal niet zo eenvoudig, werkloos zijn, want behalve het UWV kijkt ook de geest van Calvijn over mijn schouder mee. Heb ik het eigenlijk wel verdiend om iets leuks te gaan doen, te genieten? Staat er wel genoeg arbeid, genoeg inspanning, genoeg inzet tegenover? Op dat soort momenten zou je willen dat je katholiek was. Op veel andere momenten niet.  

TIJD

De tijd vliegt. Je baan houdt op. Je zoekt een een vacature, schrijft een brief of blog, luncht met een oudcollega, bezoekt een museum, voert een netwerkgesprek, knippert met je ogen en realiseert je dat je al weer bijna drie maanden thuis zit. En dat ‘thuis’ dan in overdrachtelijke zin, veel thuis zit ik niet. Zeker niet nu ik zo’n kek laptopje heb aangeschaft waarmee je heel ZZP-erig op de meest fantastische locaties kunt… ach ja, ik noem het voor het gemak maar gewoon ‘werken'. iBookje, cappu’tje, gers koptelefoontje, getrimd baardje, als je niet oppast kom je als wedergeboren hipster uit je werklozigheid.

Werklozigheid is een machtig mooi sociologisch of sociaal-psychologisch experiment waarin je zelf het onderzoeksobject bent. Je wordt geconfronteerd met persoonlijke eigenschappen die vooral handig zijn in de vertrouwde omgeving van een vaste baan, en persoonlijke eigenschappen die juist nu die heel handig zijn. Je ziet het ongebreidelde aanpassingsvermogen van de mens in jezelf weerspiegeld. Al snel heb je een nieuwe invulling aan je leven gegeven, zonder werk maar met meer dan genoeg te doen. Je vraagt je telkens af hoe je al die buitenschoolse activiteiten naast je baan er bij deed.

Je wordt geconfronteerd met het ontbreken van een sociale omgeving van collega’s. Je merkt hoe efficiënt zo’n kantoor eigenlijk is, met al die collega’s om mee koffie te drinken of een - indertijd nog niet gesponsord - rondje te lopen door het park en om gezamenlijk de schildpadden te aaien. Nu heb je voor hetzelfde intermenselijk rendement twee lunches, een kroegafspraak en een etentje nodig. Werklozigheid is een dure grap, kantoren bestaan bij de gratie van hun intermenselijke efficiëntie.

Als werklozige doe je allerlei ontdekkingen. Je blijkt ineens een enorm netwerk te hebben opgebouwd van mensen die nu iets voor jou zouden kunnen betekenen, en die niet onvaak ook nog bereid zijn dat te doen. Het rare is… ik heb netwerken altijd gezien als een doel op zich, laten we zeggen als een tijdschrijfregel in Kloksgewijs. Maar een netwerk bouw je gaandeweg en stiekem op, zonder dat je daar eigenlijk iets voor hoeft te doen, zonder dat je het doorhebt en zonder dat je ooit de term netwerk in je mond neemt. En dan ineens heb je er een, en dat komt goed van pas!    

Een andere ontdekking: werklozigheid is een werkelijk gigantisch werkverschaffingsproject. Een banenmachine op zich. En daarvoor zijn heel veel werklozigen nodig. In je eigen kring kom je ze zelden tegen, maar ze zijn er bij hordes! Nog los van al die verborgen werklozigheid met het plakkertje ‘ZZP-er’ op hun rug.

Als je voor het eerst binnenkomt bij het UWV dan zie je de omvang. Het UWV-kantoor is al groot, en dit is dan alleen maar UWV Utrecht. Je ziet zo’n twintig loketten, in twee rijen ruggelings tegen elkaar zodat alle UWV-beambten binnen een soort vestingwerk van loketten hun werk kunnen doen. Ze kunnen die vesting wel heel makkelijk verlaten om bijvoorbeeld jou (of mij) op te halen bij de wachttafel voor het gesprek. Al die loketten zijn bezet met werkzoekenden die een gesprek hebben met hun UWV-beambte. En dat gaat zo de ganse dag door. Werklozigheid is big business!