woensdag 14 juli 2010

KOOTJE

Ik sta voor het urinoir van café 't Neutje te doen wat je meestal doet als je voor een urinoir staat. Urinoir... het klinkt totaal anders dan je bij de naam zou denken. Café noir, film noir, urinoir. Mijn straal stokt als iemand de toiletruimte betreedt. Mijn straal stokt niet alleen, ik schrik me helemaal het Lazarus en schiet in een acute angstreflex. Want dit is Marcel of André van De Tweeling. De Gevreesde Tweeling, waardoor ik op de lagere school doodsangsten heb uitgestaan.

Ze zaten op een andere school – de openbare school, ofwel de rode school, ofwel de heidense school – die deel uitmaakte van het rood-geel-oranje scholencomplex in de Monnikenhof, Vianen. Als ik De Tweeling aan zag komen lopen – en dat gebeurde nogal eens, want we legden ’s ochtends en ’s middags een elkaar tegengestelde weg af - dan trad in mijn reptielenbrein een flight-or-fight-reactie in werking. En altijd koos ik voor flight. Ik dook de struikjes in om het pad direct langs de waterkant te nemen. Je was dan vanaf de weg niet meer zichtbaar. Ik denk dat ik zelfs voor het grootste deel verantwoordelijk ben geweest voor het ontstaan van dat pad.

Ik weet niet eens of er echt een goede reden was dat ik (of vooruit: we, want het gold niet alleen voor mij) bang was voor De Tweeling. Ze hebben me voor zover ik me herinner nooit in elkaar geslagen. Ze waren meer van het intimideren: een beetje trekken, een beetje duwen en vooral veel stoere praat uitslaan in plat Utrechts. Ze gebruikten woorden waaraan ik nog niet eens durfde te denken. Ze waren net iets ouder dan ik, altijd met zijn tweeën en zagen er knap angstaanjagend uit.

Marcel – of André – herkent me. Hij moet mijn reactie op zijn aanwezigheid haast wel zien: angst. Hij slaat me op de schouder: ‘Jij komt toch uit Vianen? Jij was vroeger altijd doodsbang voor ons he? Ha ha ha!’ Beteuterd zeg ik dat dat inderdaad het geval was. Als we beide geloosd hebben nodigt hij me uit voor een pilsje. Zijn tweelingbroer staat aan de bar. Er staan glazen Duvel voor ze en de asbak ligt vol met peuken. Ze roken zware shag. ‘He, ken je hem nog? Je weet wel, die zo bang was voor ons?’ Ook hij herkent me als die bange onnozelaar en lacht me vriendelijk toe. Er is ook een vrouw bij, ongetwijfeld de vriendin van een van de twee, maar die doet verder niet ter zake en wordt ook niet voorgesteld.

Ik krijg een duvel van ze. Lekker! Mijn flight-or-fight-systeem is inmiddels weer uitgeschakeld en mijn door de schrik opgewekte adrenalinerush is ook voorbij. Ik begin me langzaam maar zeker op mijn gemak te voelen in hun gezelschap. André of Marcel begint over vroeger. Dat zij, als twee stadje jongetjes, naar Vianen verhuisden. En daar ging het er allemaal heel anders aan toe dan in de volksbuurt waar ze vandaan kwamen. Die bleue jongetjes waren als de dood voor ze, terwijl zij er aan gewend waren altijd een grote bek op te zetten. Iedereen deed dat. Ze kwamen sowieso uit een hele ondernemende familie. Een oom was de eerste eigenaar van de eerste Nederlandse coffeeshop, Sarasani. Begin ’70-er jaren is hij doodgeschoten boven de zaak. De tweeling was toen een jaar of vier. Crimineel durf ik ze niet te noemen, maar het was niet altijd even zuivere koffie waar deze familie zich mee inliet.

Een van de twee werkt nu als timmerman, de ander is beroepsmilitair. Of eigenlijk: was beroepsmilitair, want op de een of andere manier is hij zijn bovenste vingerkootje van zijn rechterhand kwijt geraakt. En als je niet eens een trekker over kunt halen dan houdt het op in het leger. Hij lijkt daar zo op het oog niet echt mee te zitten. Dat ik op het punt sta te gaan studeren – het is studentenintroductie – vinden ze wel geinig. Hadden ze vast al wel gedacht.

We drinken nog gezellig een duvel of wat en gaan eerder als vrienden dan als vijanden uit elkaar. Direct buiten het café gekomen steken ze een enorme joint op met ontzettend sterke hash. Onvast op de benen van duvel en dope slingeren ze over de Neude richting auto. Ze stappen vrolijk in, raampjes open, jointje in de hand. Wee de politieagent die ze aanhoudt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten