Als ik vanaf mijn huis langs de Vecht naar de tuin fiets, kom ik altijd langs een clubje van een stuk of twintig à dertig tamelijk opgefokte ganzen. Meestal staan ze pontificaal midden op de weg. Als je langs ze fietst steken ze luid gakkend de nekken in de lucht en de snavels omhoog gericht. De aanvalshouding. Niet dat ze je aanvallen, ze doen niets. Hooguit sissen als je ze te na komt.
Het is heel grappig om te zien dat mensen die door dit clubje hangganzen heen willen fietsen steevast bellen met hun fietsbel. Alsof die ganzen dan zullen denken: 'Hé, een fiets, snel aan de kant.' Automobilisten denken op dezelfde manier de ganzen aan de kant te kunnen toeteren. Kansloos! Ganzen begrijpen geen bellen en toeters, maar gaan uiteindelijk heus wel aan de kant als ze anders geraakt worden.
De ganzen schijten met zijn allen de hele weg compleet onder. Schijten kunnen ze als de beste, en dat is ook niet zo gek. Ze worden om de een of andere reden op tamelijk professionele wijze gevoerd. Ik zie af en toe mensen in de auto langskomen, die dan een vuilniszak Turks brood uit de achterbak halen om dat in grote brokken - en als het brood verscheuren lang genoeg heeft geduurd in hele broden - aan de gansjes te voeren. Alsof ze vetgemest moeten worden. Binnen de kortste keer is ook een hele armada van meerkoeten, eenden en meeuwen gearriveerd en begint het gevecht om het brood. Terwijl er toch echt voor iedereen meer dan genoeg is. Maar dat hebben ze natuurlijk niet door.
De ganzen waar het hier om gaat zijn een soort mislukte grauwe ganzen. Net als bij stadsduiven - oorspronkelijk waren dat prachtige uit Spanje afkomstige rotsduiven - zijn ze dusdanig gedegenereerd en vermengd dat je dat nog maar net kunt zien dat het generaties terug grauwe ganzen waren.
Tussen dat clubje opgefokte soort van grauwe ganzen is op de een of andere manier een brandgans verzeild geraakt. Nou ja, een brandgans... Hij heeft veel weg van een brandgans, maar ook dit exemplaar is niet zuiver in zijn genetica. Deze vreemde gans in de bijt wordt door de rest getolereerd, maar niet van harte. Terwijl dit toch echt de sympathiekste gans in van het hele rot. Hij gakt niet naar je als je langs komt fietsen, hij steekt zijn nek niet naar je uit. Toch wordt dit gansje door de rest van de groep volledig genegeerd. Je ziet hem vaak op een, twee meter van de grote groep af staan. Soms zit ie rustig aan de andere kant van de weg, in de wei, terwijl de rest aan de slootkant opgefokt doet. Misschien is dat zijn eigen keuze, distantieert hij zich van dat zootje ongeregeld, maar het gaat me toch aan het hart. Niets menselijks is mij vreemd, en de ganzen ook niet.