Twee onderwerpen uit de documentaire mogen best even worden genoemd. In de eerste plaats hoe de zanger van Judas Priest de hele look van de metalscène heeft beïnvloed. Rob Halford is homoseksueel en erg into fetish, vooral leer en studs. Zijn podiumoutfit kocht hij bij elkaar in obscure fetishwinkeltjes. ERn daar had ie succes mee op het podium. Naar dit voorbeeld is een uniform ontwikkeld dat door ongeveer alle metalbands en metalheads is overgenomen. Best bijzonder in zo'n wereld van échte mannen.
In de tweede plaats de rechtszaak die was aangespannen tegen Judas Priest omdat twee Priest-fans zelfmoord hadden gepleegd, direct na het beluisteren van muziek van hun helden. Althans: bij de een was het gelukt, de ander kon het navertellen, hoewel dat moeilijk zal zijn geweest zonder onderkaak. De leden van Judas Priest werden verantwoordelijk gesteld voor de zelfmoorden. In hun muziek moedigden ze de jeugd hiertoe aan via geniepig verborgen subliminal messages.
Verborgen boodschappen in de muziek... het is te danken aan de Amerikaanse moral majority dat er sinds de Beatles ('Paul is dead') eindelijk weer wat horen was over dit potentieel gevaarlijke fenomeen. Tipper Gore (de vrouw van inderdaad) was de drijvende kracht achter de club die alle platen doorluisterde op al dan niet subliminale maar in ieder geval onwelvoeglijke boodschappen. Niet voor niets is aan het einde van de elpee White bread blues van Victims Family, na het nummer Anti satan song for mom, als je de plaat terugdraait te horen: 'I hope you break your needle Tipper!' Zo ging dat in die tijd, hard tegen hard.
In de documentaire is een scène te zien van de rechtszaak waarin de jury moet aangeven of zij vinden dat de zanger ergens ver weg op de achtergrond 'Do it, do it' zegt is behoorlijk bizar. En dan is in ieder geval in de documentaire volstrekt onduidelijk wát ze dan precies moeten doen. Uiteindelijk liep de rechtszaak met een sisser af en werden alle Judas Priests vrijgesproken. En dat was maar goed ook, want hoe moet je je nou in godsnaam verweren tegen verdenkingen van subliminal messages?
Overigens zitten er in mijn familie de nodige metalheads. In Groningen, of meer algemeen, in perifere, meer rurale regio's zoals geografen dat zo mooi noemen, was en is metal nog steeds hot. Vooral mijn neef J. was een enorme metalfan. Hij droeg ook studs en van die maffe strakke broeken met verticale strepen. Dat vond ik altijd ontzettend stoer. Hij - en nog meer neven - waren groot fan van Iron Maiden. Ik vond dat toch maar een beetje eng, dat satanistische gedoe - Number of the beast! - en die akelige elpee-hoezen. Neef J. was ook nog lid van de fanclub van Status Quo. Ik weet, dat is geen metal maar hardrock, maar goed.
Ergens in de tachtiger jaren troffen wij de familie van J. ergens op een camping in Frankrijk. Na een aantal dagen vertrok de familie. Vlak voordat ze vertrokken - de auto was ingeladen, de vouwcaravan opgevouwen en aangekoppeld - deed J. een daad die grote indruk op mij maakte. Op de parkeerplaats waar hun tent naast stond schreef hij groot: Quo-fan 276.389 was here! Dat nummer weet ik niet helemaal zeker, maar Quo-fans werden dus, net als goede flessen wijn, genummerd. Ik vond het een uiterst stoere daad, zoals ie dat deed, met krijt, alsof het simpelweg een plicht was, zonder zich te haasten, terwijl de auto met de anderen ongedurig stond te wachten op vertrek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten