Vroeger hadden wij nooit helmpjes op. Ja, als ik Willempie (wie kent hem niet?) nadeed op mijn fietsje of achterop zat bij mijn moeder op de brommer. En dan was het ook wel nodig, want als je even niet oplette kon ze snoeihard optrekken, waardoor je ruggelings achterover tuimelde, zoals ooit gebeurde bij de rotonde met de fontein met de reiger.
Kinderhelmpjes bestonden in die tijd gewoon nog niet. Ook in de Tour werd nog gewoon zonder helm gefietst. Dat doen ze nu ook alleen maar omdat het toevallig verplicht is. Vraag het de renners maar!
De helmpjes zijn een teken des tijds. En niet alleen de helmpjes, ook de helmen zijn dat. Soms zie je hele optochten van toeristen, senioren of beide met obligate fietshelmen op. Zadelbont gecombineerd met fietshelm, gekker moet het niet worden.
Gekker wordt het helaas wel. Van de week stond in de krant dat kinderen in Nederland hard aan valtraining toe zijn. Ze zijn het vallen simpelweg verleerd doordat ze zo ontiegelijk beschermd worden opgevoed. Voor ze überhaupt een keer kúnnen vallen zijn ze al tien keer opgevangen. Valtraining... mijn hele jeugd was een grote valtraining! Een val in een sloot, een val uit een boom, een val van de trap, een val van een fiets met kinderknietjes en grind. Vooral volleybal was voor mij altijd een prachtige oefening in vallen. Duiken naar ballen, heerlijk vond ik dat! Met bijna tot het bot geschaafde knieën, heupen en ellebogen kwam ik enthousiast verhalend over mijn heldendaden thuis.
Om tekenen des tijds kun je niet heen. Helmen maken deel uit van een uit Amerika overgewaaid fenomeen dat allitererend bekend staat als veiligheidsfascisme. Geen festival zonder beveiliging, geen vlucht zonder bodyscan, geen glijbaan zonder ambulance, geen kindje zonder helm. Hap hap hap, wie knaagt er aan mijn privacy? Oh, gelukkig, het is de overheid maar! Ach overheid, ik lever graag wat privacy in voor een stukje veiligheid. Als ik maar geen helm op hoef als ik fiets.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten