![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgRLAx2XcC3oARV-h6flKuRBkp9CCu4_n5nyZsdA-7aw-Dfe0MnrBJgoL3BQIqKo1IS_exc_fVg79gzWmIEQ9rrd2RjHNWhVgOaFk7pHLL7AttQfbKuj44mx2RuouLObSwoCsEQAo8QPzc/s200/IMG_1098.jpg)
Het huisje ernaast heet Van Tuin naar Tafel. En dat is wat ik vandaag heb gedaan. De hele tuin is nu onkruidvrij, en ik heb alle aardappels (net genoeg voor één persoon) en uien (een kilo of drie) die er nog stonden gerooid danwel geoogst. Op tafel deden ze het prima: heerlijk, die superverse groentes op bord!
Het tuintje, zeg maar gerust tuin trouwens, is gelegen aan de Vecht, net buiten Oud-Zuilen en op een steenworp van slot Zuilen. Een prachtige plek. Fietsers en bootvaarders zwaaien gezellig naar je. In het parkbos aan de overzijde van de Vecht huist een reigerkolonie. Torenvalken, scholeksters en halsbandparkieten maken het luchtruim onveilig.
Ik heb vandaag kennisgemaakt met verschillende mede-tuinders. Allemaal doodgoeie mensen van het eenvoudige soort. De tuinbaas is een vriendelijke man met ofwel een soort seniorenbeugel, ofwel een heel slecht gebit. Of beide, dat kan natuurlijk ook. Met hem heb ik de keiharde onderhandelingen gevoerd over de tuin. Waar ik een beetje bezorgd over ben is de nadruk die hij legt op de geldende regels, het aanzien van de tuin en de zeeën van tijd die je kwijt bent om alles netjes te houden. Dat is ook wat Makaaij - altijd leuk als mensen zich louter met achternaam voorstellen - van 3 tuinen verderop zegt: "het kost heel veel tijd jongen". Hij biedt me net opgekweekte babysla aan voor in mijn nog maagdelijke tuin. Hij taait al na 1 minuut babbelen weer af. Makaaij is een toffe peer.
De buren van 2 tuinen verderop zijn van die volkstuiners waar je toch een beetje angstig van wordt. Ze zijn op zich heel vriendelijk, bieden gelijk hun hulp aan voor van alles en nog wat, maar je ziet ook duidelijk dat dit seniorenstel vooral uit sociale overwegingen een tuin heeft genomen. En dat was nou net niet mijn hoofdreden. Ze zijn ook niet echt makkelijk te volgen als ze praten. Vooral mevrouw heeft een formidabel spraakgebrek. Ze waarschuwen me voor 'die kleine met die snor, die altijd spullen meeneemt.' Onder het moeizame gesprek over ditjes en datjes laat mevrouw spontaan een wind om trots op te zijn. Gedrieën doen we alsof we niets hebben gehoord. Ik kan als ik later weer mijn gedachten de vrije loop laat bij het wieden niet anders dan psychologiseren dat haar flatulentie voorkomt uit overcompensatie van haar spraakgebrek.
De tuinbaas heeft me overigens ook voor de kleine man met de snor gewaarschuwd. Het is blijkbaar een stukje kontzeer, die man. Je moet vooral hele heldere afspraken met hem maken, adviseert tuinbaas. Een uur later komt ie aangehobbeld om te zeggen dat ie de pomp van mijn andere buurman (Herman blijkt later) wel wil gaan repareren. Dat is ook mijn watervoorziening, dus heb ik er in principe iets over te zeggen. Daarvoor moet ie een nieuw onderdeel aanschaffen. Ik voel nattigheid en vraag direct hoeveel dat gaat kosten. 20 euro, ach ja. Uiteindelijk zeg ik uit arren moede dat het goed is. Ben ik er toch in gestonken?
Mijn directe buurman aan de rechter kant geeft onder het aardbeien plukken een lesje 'hoe voorkom ik dat iemand een gesprek met me aanknoopt'. Hij plukt met de rug naar me toe terwijl hij me op zeker heeft gezien en gehoord. Zelfs wanneer ik per ongeluk een ijzeren plaat laat omkletteren kijkt hij niet om. Totale fixatie op alles wat groeit en bloeit, dat doet de truc! De tuinbaas zei al dat deze Turkse familie, door de tuinbaas veralgemeniseeerd tot 'buitenlanders', nogal gesteld is op haar privacy.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEg6gOm0kpomVbEnlA_eeBTu1MCl_tZXQ4Lz09SCoeoXKafT3qPDXKv_hCebqLTVXfmvT9lvX5HnDlSN13VdNo95_DBJQO3w_cGP3MCXigUlNW1Lcr9Tp3VZuJ89jXhshLhs3CIAt9ZrIZs/s200/IMG_1096.jpg)
De vorige eigenaar van mijn tuin is ijzerhandelaar. Hij heeft me bij de overname van de gehele opstal - wat ik overigens een prachtig woord vind dat meer gebezigd zou moeten worden - van alles en nog wat nagelaten. Een huisje, een druivenkas, een aftandse videorecorder, een ministereo-installatie, een verroeste zeis, een sjemies twaletje (van wie komt dat ook weer?) waar ik nog niet naar, laat staan in, heb durven kijken, allerlei rare kachels, een opklapbed waar ik nog niet dood op wil slapen en een cassettebandje, getiteld: Instituut Schoevers BV, steno Nederlands 120-125. Daarnaast stuitte ik tijdens het spitten op een halve dakpannenfabriek.
Toen ik al die stenen tegenkwam moest ik denken aan de enorme klont beton die ver in de vorige eeuw in de ouderlijke tuin tijdens het spitten werd ontdekt. Daar had de betonmolen gestaan. Dezelfde betonmolen waar wij vroeger wel eens mee speelden. Het ding kon tussen zijn tandwielen van alles en nog wat vermalen. Ook het vingertopje van mijn zus. Daarna hebben we nooit meer met onze betonmolen gespeeld.
Ik weet na een dag tuinieren al zeker: tuinieren is een feest voor de geest. Al die gedachten die maar gaan en gaan en gaan. Ik dacht eerst dat ik vanwege de tuin geen tijd meer zou hebben voor het schrijven van stukjes, maar na een dagje tuinieren heb ik al zeker 10 blogs in mijn hoofd. Misschien dat ik me een memo-recorder moet aanschaffen om alle gedachten vast te leggen. Of weet je wat: ik leer mezelf gewoon steno, met dank aan Instituut Schoevers!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten