donderdag 1 oktober 2009

TAFEL 13

We zitten op het balkonterras van Groot Warnsborn na een fikse dagwandeling. Bemodderde bergschoenen aan, onze wandelkleertjes zijn niet uitgesproken fris. Vanaf het terras kijk je uit over een grandioos parklandschap met roodbonte lakenvelders, lopend door een idyllisch beeklandschap. Het hele hotel is behoorlijk poenig, en de mensen die er komen ook. Van die reclamebureautypes met te veel geld.

De hele ambiance doet ons terugdenken aan een bezoek van jaren geleden aan een hotel waarvan ik inmiddels de naam niet meer weet. Vriendin en ik noemen het De Koperen Ploertendoder. Zo´n soort naam was het in ieder geval. Toen we daar aankwamen in onze bemodderde bergschoenen en besmeurde wandelkledij, werden we in de lounge gedropt. 'Ik maak uw tafel in orde, dan kunt u alvast een aperitief gebruiken in de lounge', sprak de man van de ontvangst deftig. Hij sprak lounge langgerekt uit: lounsjhu. Hoe gemaakt vriendelijk we ook werden ontvangen, duidelijk was dat ze ons liever kwijt waren dan rijk.

Wij vonden het best grappig, dat we op onze kleiklompjes het licht hoogpolige tapijt bemodderden tijdens het gebruiken van een aperitief in die prachtig gemeubileerde lounge. Het stond er vol met verzilverde antieke snuisterijen. We detoneerden met het decor als een passievrucht op de Zuidpool.

Toen we aan tafel mochten, kregen we tafel 13 toegewezen. Een tafel die een beetje excentrisch stond opgesteld. Een tafel die bovendien en vooral ontzettend in de loop stond van eenieder die van keuken naar de tafel ging. Elke minuut kletterde de deur open om een ober met volgeladen borden en schalen door te laten. En elke andere minuut kwam er een ober terug met een stapel geleegde borden of een bestelling. Elke keer als de deur open ging was een gemene tocht ons deel. Dit was de meest onrustige en minst gewilde plek van het ganse restaurant. Een typisch geval van tafel 13.

Het restaurant bleek vol te zitten met op het oog opgezette bejaarden van het rijke soort. Maar dat was maar schijn, soms kwamen ze in beweging en maakten geluid. Het leek er op alsof de tafeletiquette voorschreef was dat je niet met je partner mocht praten. Sommige echtparen zagen er uit alsof ze elkaar al tientallen jaren niets meer te vertellen hadden.

We zitten weer op het balkonterras van Groot Warnsborn. We worden door de ober naar onze tafel geleid. De ober ziet er werkelijk keurig uit. Ze staan strak in het gelid, de kristallen wijnglazen zijn van het kaliber prijsbokaal, gesteven tafellakens reiken tot bijna aan de grond. De bediening vergeet nooit een keurig net wit handschoentje aan te doen als er weer nieuw bestek moet komen. De inrichting van het restaurant is ook keurig. De postmoderne kroonluchters lijken te zijn gemaakt van gevulde afhangende glazen condooms. Vriendin vindt het eerder op stalactieten lijken. We komen uiteindelijk uit op ijspegels.

De ober wijst ons onze tafel. Een tafel die een beetje excentrisch staat opgesteld. Een tafel die ontzettend in de loop staat van eenieder die van keuken naar de tafel moet. Vriendin en ik kunnen een lach niet onderdrukken: het is tafel 13. De ober kijkt niet begrijpend naar ons als we lachend plaatsnemen. We verstoppen onze kleiklompjes snel achter het tafellaken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten