vrijdag 13 november 2009

WENDE

Het zijn goede tijden voor iedereen die is geïnteresseerd in de DDR. De Muur viel 9 november twintig jaar geleden . Reden genoeg voor allerlei activiteiten en festiviteiten in het land: in Amsterdam het festival Die Wende met DDR-films, optredens, discussie enzovoorts. De Culturele Zondag van 8 november heeft als thema Niemandsland. Ook weer over de DDR. De documentaires rijgen zich sogar aaneen op de tv. De tijdschriften en kranten wijden er themanummers, katernen, artikelen aan. Je komt dus wel aan je trekken als Ostalgisch Germanofiel.

Toen de Muur viel lag ik op bed met ziekte van Pfeiffer. Naar het toilet gaan was al zo vermoeiend dat ik daarna weer een uur of wat moest slapen. Tv kijken en lezen waren ook veel te vermoeiend. Om die reden zijn alle gebeurtenissen rond 9 november 1989 langs me heen gegaan. Ik kan me natuurlijk wel beelden herinneren van sjofel geklede types die op de Muur inhakten, Ossies en Wessies die elkaar in de armen vielen, mannetje op de muur met paraplu tegen waterkanonwater. Gelukkig kan ik nu alles inhalen. En eigenlijk is het wel zo interessant, met de wetenschap van vandaag terugkijken naar dat historische moment.

Gelukkig heb ik op de valreep nog mogen proeven van wat reëel bestaand socialisme. De interrail-vakantie van zomer 1989 leidde onder meer naar Hongarije en Joegoslavië. Na terugkomst ging ik vervolgens naar de USSR, met een tussenlanding en overnachting in Berlin, Hauptstadt der DDR.

Met terugwerkende kracht begin ik een beetje te twijfelen aan mijn historisch besef in die tijd. Het was duidelijk dat op camping Római nabij Budapest veel Oost-Duitsers waren. Maar dat Hongarije overspoeld werd... Terwijl op dat moment toch al tienduizenden DDR-burgers naar Hongarije waren vertrokken nu een kleine opening in het IJzeren Gordijn dat toeliet. Ik kan me niet heugen dat ik me daar op dat moment bewust van was. Aan de bonnetjes in het fotoalbum valt af te lezen dat we rond 10 juli 1989 in Budapest waren. De Ossies waren jonge gasten, studenten waarschijnlijk, met natuurlijk van die leuke Trabantjes bij zich. Ik weet niet hoe ze zich anders gedroegen, maar ze maakten er wel wat leuks van op de camping. Wij waren meer van de cultuur en de verpozing.

Budapest was helemaal niet zo Oostblokkeriaans als ik had verwacht. Het was zo op het oog een normale moderne stad. Er waren danstenten als Fekete Lyuk (Zwarte Gat) waar hippe westerse muziek werd gedraaid (Do the Mussolini! van DAF!), flink werd geblowd en vooral gigantisch werd gezopen. Na wat gegoogle blijkt die club nog stedds te bestaan en is een uitgaanstip voor nazi-skinheads. Ook de loveboat-party waar we op de een of andere manier verzeild raakten was zo westers als wat. Soms keken kleine stukjes socialistische heilstaat om de hoek. Bijvoorbeeld toen we in een van de vele baden zagen dat er een radioactief bad was met een aanbevolen maximale zwemtijd. Ook toen we met zijn vijven in een Fiat Polski gepropt zaten met een evenzeer dronken als bezeten chauffeur. Wij moesten ons ook inlaten met schimmige wisselpraktijken op de camping. En in de metro zaten veel wat oudere mensen die pech hadden gehad met hun haarververij: groen en roze haar, met uitgroei, zag je veel in die tijd. En dat is eigenlijk nog steeds zo.

Als je terug kijkt naar de foto van een bezoek aan een wijnkelder, uitgehouwen in de krijtrotsen nabij Eger, dan zie je dat de kledingkeuze van de Hongaarse familie niet alleen heel erg eighties is, maar ook heel erg Oostblok. Trainingspakken in kleurencombinaties waarvan je zou denken dat ze verboden waren. Was dit een manier om de machthebbers te sarren? Of was het toch vooral een gebrek aan smaak, gecombineerd met een gebrek aan keuzemogelijkheden?

Ook Joegoslavië leek eerder een westers-kapitalistische samenleving dan socialistische volkshuishouding. De lokale bevolking waar we mee te maken hadden waren dol op onze Duitse marken. Dat was ook niet gek. Je kon in die tijd 2 miljoen dinar opnemen op een acceptgirokaart (inderdaad, waar zijn ze gebleven). De geldontwaarding was zo groot dat er al een navenant verschil was in het afgeschreven bedrag als je met een week ertussen twee keer hetzelfde bedrag opnam. De bevolking was heel goed in onderhandelen en wij waren zo nu en dan behoorlijk de pineut.

Joegoslavië was in die tijd een land dat bewoond werd door Joegoslaven, net zoals de Sovjet-Unie nog in zijn geheel werd bewoond door raszuivere Russen. Achteraf blijken we vooral in Montenegro te zijn geweest. Daarvoor zijn we een flink stuk Servië (Vojvodina) doorkruist met de trein. Nog geen twee jaar later is het er oorlog.
In Belgrado moesten we de nodige tijd stukslaan tot de trein vertrok die door de ongekend mooie Zwarte Bergen naar de kust reed. Belgrado was niet echt een gezellige stad: groot, vuil, armoeiig en veel lelijke hoge Plattenbauflats. Dus zo zag het Oostblok er uit?

Als dat al het geval is, dan toch in verwaterde vorm. Dat merk je snel genoeg als je eenmaal in de DDR zelf bent. Het vliegtuig van Interflug wordt bevrouwd door stewardessen van een zeer speciaal soort. De pakjes waren flets en niet bepaald nieuw en de stewardessen gingen voor wat betreft het gebruik van make up duidelijk voor kwantiteit in plaats van kwaliteit. Dat past dan achteraf prima in het plaatje dat de DDR in 1989 zo goed als failliet was. Ik vond het al spannend zat: mijn eerste vlucht, en ik ging landen op vliegveld Ost-Berlin. De controle staat me nog helder voor de geest. In een goedkoop pashokje van laminaat werd je grondig efouilleerd. Intiem en intimiderend. Zelfs al wist je dat je niets verkeerds bij je had, het voelde toch unheimisch. Het Flughafenhotel waar we daarna terecht kwamenn was omgeven door hekken. Gezellig is anders.

's Avonds hebben we nog tijd om de stad in te gaan. Alexanderplatz is een verlaten trieste bedoening. We hebben het idee dat we met ons clubje - een stuk of vijftien leerlingen en docenten van de school waar ik dat jaar eindexamen heb gedaan - erg opvallen. Van Alex lopen we langs het Palast der Republik, dat toen nog met recht Honeckers lampenwinkel werd genoemd, Unter den Linden op. UDL zag er in 1989 totaal anders uit dan nu. De voor de DDR dure hotels in typisch socialistisch-realistische bouwstijl. En Skoda, Trabant, Aeroflot en Interflug hadden er hun hoofdkantoor.

Op enige tientallen meters van de Brandenburger Tor kon je niet verder. Hekwerk, prikkeldraad, wachthokjes, het gebruikelijke recept. Door het hek neusden we naar de andere kant, West-Berlijn. Een van ons nam foto's. De wachtlopers, die behoorlijk bewapend waren, vonden dat niet leuk. We werden achteruit gemaand met geschreeuw en armgebaren. In Nederland zou je in zo'n geval nog even doorgaan, even laten merken dat je niet onder de indruk bent. In de DDR laat je dat wel uit je hoofd. En ja, het voortbestaan van de DDR stond op dat moment al behoorlijk onder druk. Als makke lammetjes, enigszins geschrokken, liepen we achteruit.

Vervolgens gingen we naar een Kneipe op UDL. Het was er ongeveer zo gezellig als in een Turks koffiehuis. We waren met negen man en bij de tafels hoorden acht stoelen. Maar een er bij schuiven was geen goed idee. De reden was ons volstrekt onduidelijk, maar aan een tafel voor vier moesten per se vier stoelen staan en aan een tafel voor acht, acht. Niet onderhandelbaar. Om 22:00 uur ging de kroeg dicht, om kwart voor tien kon je echt niet meer een biertje bestellen. Berlijn leek tegen die tijd sowieso compleet uitgestorven. Gelukkig was er in ons hotel nog de hele nacht thee en zelfs bier te krijgen.

Wordt waarschijnlijk vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten