donderdag 5 januari 2012

OKSEL

Een kroeg vinden in Tokio is nog niet zo eenvoudig. Koffie- en eettentjes zijn er te over, kroegen zijn - althans voor een paar toeristen die Shinjuku niet goed kennen - dun gezaaid.

We komen bij onze zoektocht uit in een kroeg, Rockbar Zoo genaamd. We zijn bang in zo'n hardrockcafé terecht te komen, waarvan elke zichzelf respecterende wereldstad er een heeft. Dat is niet het geval, dit is een soort vinylbar. De uitbater - een vriendelijke bedachtzame man van eind vijftig - heeft een gigantische verzameling zestiger- en zeventigerjarenmuziek op vinyl. Een verzameling die veel geld waard is. Originele Amerikaanse persingen met een hoge collectioneurswaarde. Hij vraagt: "Do you like music?" Ja, natuurlijk, daar houden wij wel van! Jefferson Airplane komt voorbij, the Stones, the Who, iets vaags en psychedelisch, en op verzoek Sly Stone en James Brown. De muziek knalt hard door de ruimte en we worden nog vermaakt door allemaal schattige hondjes op tv.

We worden al snel vrienden met twee stamgasten, een man uit Hiroshima en ene meneer Takahashi. Hun Engels houdt niet echt over, maar met muziek als gemeenschappelijk onderwerp proberen we er het beste van te maken. Als we de namen van bands of artiesten herkennen knikken we dolenthousiast (jennekkermen is Jan Akkerman, voekoes is natuurlijk Focus). Ergens halverwege het zoveelste biertje vindt Takahashi dat we acuut ergens anders heen moeten. Hij betaalt de complete rekening (en drank is duur in Japan) en vervolgens de taxi, die ons naar café Slowhand brengt.

De kroeg is, zoals te verwachten valt, van een Eric Claptonfan. Het is een donker kroegje met hooguit zeven zitplaatsen, posters van Clapton en de Blues Brothers aan de muren, vijf gitaarversterkers achterin tegen de muur. Achter de bar staat het vol met cd's en dvd's en een oude tv. Het is een soort huiskamer - barman bakt omelet die wordt verdeeld over zes kommetjes, voor elke aanwezige een en te eten met stokjes - waar je met vrienden je favoriete muziek kijkt en luistert. Het is gezellig, de biertjes komen door en ik moet uiteraard sake on the rocks proberen. Lekker!

Otis Redding komt voorbij, the Blues Brothers, Clapton, Sam and Dave, Led Zeppelin en een aantal klassiekers uit Saturday Night Live: parodieën op Joe Cocker met zijn 'tweelingbroer' en een persiflage op een straalbezopen Patti Smith met imposante bossen haar onder haar oksels. Humour does belong in music.

In het café treffen we ook de eerste Japanner die goed Engels spreekt. Kyo heeft in Engeland gewoond en gewekt in de music bizz. Maar ook met Japanners die goed Engels spreken is het moeilijk een goed gesprek te voeren. Een goed gesprek naar onze maatstaven dan. De cultuur hè. Vragen die iets te dicht bij komen - en dat komen ze vrij snel - worden simpelweg terzijde geschoven en niet beantwoord. Maakt ook niet uit, het is er gezellig.

Uiteindelijk betaalt Takahashi ook hier alle drank en happies en worden we door een vage dronken Chinees naar de taxi begeleid, die ons netjes bij het hotel afzet.

Wat leert ons deze avond? Het is moeilijk je eigen bier te betalen in Japan, Japanners zijn ontzettend into oude muziek, een diep gesprek voeren met Japanners is moeilijk en Focus en Jan Akkerman zijn in Japan nog lang niet vergeten!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten