maandag 15 februari 2010

BUUR

De flat is mijn klankkast... Ik zit op de bank. Van beneden klinken zoemende en bonkende geluiden, waarin met enige moeite een weinig hoogdravende melodie valt te onderscheiden. Dat moeten de onderburen van de onderburen zijn. De onderbuur hoor ik nooit. Zogenaamd volkse muziek stuitert met gemak twee verdiepingen omhoog.

Het is niet zo gek dat de onderburen van de onderburen volkse muziek draaien. Het zijn ook best volkse mensen. Een volks eenoudergezin, om het nader te preciseren. Moeder en zoon. Bijstandsmoeder en zoon, om het nader te preciseren. Zoon heeft een folderwijk. 's Ochtends kom ik ze geregeld tegen als ik mijn fiets uit de schuur haal. Moeder laat zoon uit, die op zijn fiets vertrekt . "Dag schat, doe je voorzichtig? Kusje!" "Ja-ha!"

Hoewel ik dan soms bijna door mevrouw heen moet lopen om er langs te kunnen, doet ze - ook bij een welgemeend 'Goeden morgen' - net alsof ze me niet ziet. Dat blijft bijzonder, mensen die een toch vrij essentieel hoofdstuk uit het Handboek Algemene Sociale Omgangsvormen volledig hebben gemist. Zoon kijkt in dit soort gevallen guitig naar me en laat merken dat hij sociaal meer valide is.

Zoon is een flinke brok aan het worden. Hij rookt sinds zijn twaalfde en heeft inmiddels een slordige 50 kilo overgewicht. Hij is 14 denk ik. Hij loopt schommelend, zoals de vrolijke ronde tekenfilmbeertjes op zijn gordijn zouden doen als ze tot leven zouden worden gewekt. Zijn ogen worden een beetje weggedrukt in zijn gezicht.

Het is een bijzondere familie, en dat is het. Onlangs kwam ik een behoofddoekte dame tegen in het trappenhuis, die voor mij de trap op ging. De deur van de onder-onderburen stond al uitnodigend open. De dame werd hartelijk verwelkomd, door het trappenhuis klonk: "Daar is de kleine Taliban!" Dat vonden ze een dusdanig goede vondst dat dit een paar keer hard herhaald werd. Iedereen - ook de dame met de hoofddoek - moest hier hartelijk om lachen. Nou ja, iedereen... ik voelde eerder enige gêne, maar dat zegt waarschijnlijk meer over mij dan over mijn onder-onderburen.

De dame stapte dapper langs de teddybeerjongen, die in de deuropening stond. Hij had alleen shorts aan, zodat alle kwabbigheden en vetrandjes goed zichtbaar waren. Ík voelde mij al tamelijk geïntimideerd door zijn postuur, laat staan een vrouw. En ja, met een hoofddoek nog wel... Wat moet je daar nou van denken?

Zou het de sociaal werker zijn geweest? Iemand van de schuldhulpverlening? De nieuwe vriendin van Teddy? De beste vriendin van de bijstandsmoeder? Zo zie je maar weer: dan woon je al jaren op zo'n flat en ken je je eigen flatgenoten niet. Het wordt tijd voor een buurtbarbecue!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten