Ik weet niet of elke volkstuinier er zo veel last van heeft als ik, maar de strijd tegen ongedierte, en in het bijzonder de slak, is inmiddels een dagtaak geworden. Af en toe wérk ik in de tuin, meestal ben ik alleen maar op slakkenjacht. Inmiddels zijn duizenden slakken op meer en minder gruwelijke wijze om het leven gebracht, maar echt helpen doet het nog niet.
De eerste kennismaking met deze slijmerige beesten was toen ik zag dat de viooltjes maanden terug wel erg aangevreten waren. Dat was het startsein voor de Slag om Violenveld. Alle slakken had ik zorgvuldig verwijderd. Met de blote hand, want met handschoenen aan krijg je ze niet te pakken. Je moet dan bij thuiskomst wel even goed schrobben, want die afscheiding is extreem plakkerig.
De strijd was echter nog lang niet beslist. Nieuwe colonnes slakken trokken op richting violenveld. Je kon elke dag wel een beker vol slakken tussen de violen vandaan peuteren. Dus heb ik een bierval gemaakt, een ingegraven plastic bekertje met bier er in. Want dat is een van de weinige prijzenswaardige eigenschappen van de slak: zijn voorliefde voor bier. Ik heb inmiddels heel wat ervaring met biervallen. Soms lijkt het wel een processie, zoals deze buikpotigen zich allemaal naar het bier glijden en dan kopje onder gaan en een prachtige benevelde verdrinkingsdood sterven.
De slakken hebben daarna al mijn prachtige tulpen opgegeten, de sla aangevreten en de raapstelen. Zelfs de vetplantjes van de rotstuin moeten het ontgelden. Maar het ergste was toch wel dat de met zorg in de kas opgekweekte courgetteplantjes na een dag in de volle grond volledig waren opgevreten.
Dat zou niet nog een keer gebeuren: de plantjes die nu in de volle grond zijn gezet, heb ik omzoomd met een slakkenfortificatie van kattengrind en cacaobonendoppen. Internet vertelde mij dat slakken er niet van houden daar overheen te glijen. De avond na de aanleg van deze verdedigingswerken ging ik toch niet geheel gerust naar de tuin. De ongerustheid was terecht: drie van de vijf plantjes vertoonden tekenen van aanvreterij.
Daarom heb ik die avond rond de al bestaande fortificaties nog een extra stelling aangebracht van knoflooktenen, waar gastropoda een broertje dood aan schijnen te hebben. Ook heb ik het aantal biervallen uitgebreid tot acht. En last but not least: ik heb voederplaatsen ingericht rond de plantjes, zodat de slakken zich naar hartenlust kunnen volproppen met sla en raapsteel. Die krijg ik toch van mijn levensdagen niet op, dus er kan best een kropje of bosje af. De slakken zullen dan echt niet meer de moeite nemen om de fortificaties te trotseren en aan een schamel courgetteplantje te knabbelen.
Deze aanpak lijkt te werken. Bij de laatste check waren er nauwelijks nieuwe sporen van vraat. Mocht dit toch niet werken dan zie ik mij genoodzaakt aaltjes in te zetten in de strijd. Aaltjes hebben de hebbelijke gewoonte slakken langzaam maar zeker van binnenuit op te vreten.
Inmiddels krijgen mensen in mijn nabije omgeving het idee dat ik dwangneurotisch gedrag verton en een obsessief-compulsieve storing ontwikkel. Terecht? Ik denk het niet. Bovendien: die slakken zijn zelf begonnen!
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Helaas, uiteindelijk verlies je het altijd, maar diep in je hart weet je dat wel.
BeantwoordenVerwijderenMaar een gevecht leveren is natuurlijk wel de bedoeling. Die plakkerds gaan dus niet zomaar aan me sla zitten.
Twee verdere tips: koffieprut en het onvolprezen Escar-Go! (alleen al voor de naam): http://www.ecostyle.nl/scripts/cn_pagina.asp?o=0&t=1&p=145
Succes gozert!
Daaph