woensdag 19 januari 2011

Congo revisited

Ergens rond 2002 ben ik als begeleider mee geweest op een vakantieweek voor eenoudergezinnen. Er was die keer een Congolese man mee met zijn dochtertje. Het was al vrij ongebruikelijk dat er een vader mee was. Eenoudergezinnen zijn meestal eenoudergezinnen omdat de vader ontbreekt. Wat nog ongebruikelijker was: deze man had een luxe film- en videocamera bij zich, een tas vol met goede flessen whisky en een dvd-speler en dvd's. Ook zijn garderobe en die van zijn dochter loog er niet om. Hij droeg netjes gestreken wijdvallende overhemden uit een designercollectie, wat schril afstak tegen de goedkope trainingspakken, Wibrakleding en afgetrapte gympen waar de meeste andere gezinnen het mee moesten doen.

Het was een leuke vrolijke vent, kort en gedrongen, met een vriendelijke karaktervolle kop. Hij had ook een fantastisch leuk dochtertje. Hun foto is toevallig te zien op een van de wanden van de vergaderruimtes van het Landelijk Bureau. Hij zoop als een ketter, vanaf het begin van de middag tot diep in de nacht. Je merkte er niets van. 's Ochtends hielp ie weer vrolijk mee met de tafels dekken. Hij was een echte gangmaker en wilde altijd dansen met al die exotische dames. Hij had zelf muziek bij zich: Congolese rumba. Dat klinkt totaal anders dan die bekende rustige variant van de Buena Vista Social Club. De muziek die hij bij zich had dreef op vette rumbaritmes, versierd met prachtige subtiele highlife gitaartjes en daaroverheen een betonnen raggastrot. Muziek waar je niet stil bij kan zitten.

's Avonds zat meneer tot diep in de nacht dvd's te kijken van zijn favoriete Congolese artiesten, terwijl hij op de bank lag te hangen en whisky dronk. De videoclips hadden een zeer TMF-achtig karakter. Porno light, met dansende dames bij een prachtig zwembad omzoomd met palmbomen, die om een coole übermachogangster heen dansten en dingen konden met hun billen waar de doorsnee westerling een lage hernia van krijgt.

In het prachtige boek Congo - een geschiedenis van David van Reybrouck komt de rol die muziek heeft gespeeld in de bloedige historie van Congo aan bod. De grote artiesten waren altijd van de partij op historische momenten. Papa Wemba en Franco & OK Jazz waren vroeger de gevierde helden, tegenwoordig zijn dat Werrason en J.B. Mpiana, twee gezworen muzikale vijanden. Beatles vs. Stones is er niks bij. Ze steunen allebei hun presidentskandidaat (waarvan er al weer een is geliquideerd) en hun eigen biermerk. Miljoenenartiesten zijn het.

Ik kan het natuurlijk niet nalaten om op Youtube te proberen te achterhalen welke artiest het nou was waar onze Congolees elke avond naar zat te kijken. Wat zoekwerk leidt tot de onomstotelijke conclusie dat het Werrason moet zijn geweest. De bewegende billen, de macholook, zijn soms militante en dan weer suikerzoete romantische rumbastijl. Ik kan je hem van harte aanbevelen!

Na lezing van het boek was ik toch ook wel erg benieuwd waar onze Congolees zijn geld aan heeft verdiend. Want zo veel rijke Congolezen waren er niet in die tijd. Dan moest je ofwel familie zijn van de Grote Leider, ofwel dicht tegen de regering aanschurken, ofwel rumbakoning zijn, ofwel een illegale diamantmijn bezitten, ofwel een militie aanvoeren die veel geld opstrijkt door plundering. Veel meer smaken zijn er niet, behalve blank zijn. Maar die smaak valt in ieder geval af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten