woensdag 12 januari 2011

EEN BOEK: CONGO

De laatste tijd ben ik lichtelijk obsessief aan het lezen. Drie, vier boeken tegelijkertijd. Dat gaat van direct na het eten tot aan het slapen toe, dan begint het weer in de trein, dan even werken, dan opnieuw in de trein en daarna weer na het eten. Op zich is daar niets mis mee. De wereld zou er stukken beter uitzien als er meer mensen zouden lezen. Het heeft ook nadelen. Je maakt verdomd weinig mee en raakt enigszins naar binnen gekeerd, waardoor in combinatie met de factor geen tijd het schrijven van blogs er bij in schiet. Dan blijft er een ding over: jezelf dwingen achter de computer plaats te nemen om te gaan bloggen over boeken. Waarvan acte, zoals ons Matthijs dan zou zeggen.

Ik begin maar gelijk goed, met de winnaar van de AKO Literatuurprijs, de Libris geschiedenis Prijs en de Jan Greshoffprijs: Congo, een geschiedenis van David van Reybrouck. De toevoeging 'een geschiedenis' is een beetje lullig gekozen. Het is veel meer dan een geschiedenis. Het is een doorwrochte analyse van hoe een mislukt land kan ontstaan, met veel oog voor detail beschreven en met gebruikmaking van verhalen van ooggetuigen. De man op de omslag kan terugblikken tot in de negentiende eeuw, maar van Reybrouck is ook niet te beroerd geweest om het verhaal aan te horen van de genocidaires van deze eeuw. Om een mislukt land te worden is een hoop geschiedenis nodig.

Eerst maar eens de geschiedenis van Congo kort doorlopen. Congo werd natuurlijk pas Congo nadat koning Leopold II de enorme lap Afrikaanse bodem op miraculeuze wijze kreeg toebedeeld tijdens de Conferentie van Berlijn (1884-85). Risk op schaal 1:1. Leopold II kreeg zijn stukje privé-Afrika, waar hij zelf overigens nooit een voet heeft gezet, en dat leidde tot bliksemsche vuiligheid, zoals het hoofdstuk daarover is getiteld. Dat is niet voor niets. De oorspronkelijke bewoners werden verplicht om enorme hoeveelheden rubber te winnen en als dank voor de bewezen diensten werden ze geregeld gemarteld of vermoord. Leopold had zich enigszins verkeken op de schaalgrootte en had wat mineure complicaties bij het besturen van zijn wingewest. En een wingewest was het!

Gelukkig nam België in 1908 de zieltogende kolonie over, waaraan het koningshuis bijna failliet ging. Alle verschillende etnische groepen werden, zoals dat begin twintigste eeuw usance was, uitgebreid in kaart gebracht met al hun uiterlijke en innerlijke kenmerken en levenswijzen. Dat heeft later tot een vaak ernstig misbruikt etnisch bewustzijn geleid - ook in andere Belgische buurkoloniën Burundi en Rwanda - met grote slachtingen tot gevolg. Zeg maar gerust genocide.

Congo ontwikkelde zich en steeds meer oorspronkelijke bewoners kregen toegang tot onderwijs. De bekeerders bekeerden niet alleen maar leidden gelukkig ook mensen op. Zo ontstond een klasse van zogenaamde evolués, een term die op zichzelf al een vreselijk westers gedetermineerd bedenksel is. Apartheid zou zo maar een Vlaams woord kunnen zijn. Daarmee ontstond ook een roep om onafhankelijkheid, want net als heden ten dage bij onze minderheden alhier te lande: het is werkelijk nooit goed als je allochtoon bent, hoe goed je de taal ook beheerst, hoe goed je ook bent opgeleid, hoezeer je ook de normen en waarden omarmt, hoe goed je je ook aanpast, je blijft verdacht. Het is alleen wel gek dat in het geval van Congo de oorspronkelijke bewoners de rol van de allochtoon speelden.

Opeens en plotsklaps en veel te vroeg werd Congo in 1960 onafhankelijk. Een machtsstrijd ontstond waarbij Mobutu uiteindelijk aan het langste eind trok. Na wat oude vrienden, inmiddels tegenstanders, voor het massaal toegestroomde publiek te hebben opgehangen kon Mobutu aan de slag. Zijn punt was duidelijk: met mij valt niet te spotten!

Naast de stok hanteerde hij ook de wortel om het gepeupel stil te houden. En wortels waren er genoeg: de bodem van Congo zat vol koper, diamant, goud, tin en uranium. Interessant dus voor alle grootmachten, de Koude Oorlog was nooit ver weg in Congo. Een idioot systeem van cliëntelisme ontstond waarbij zijn vrienden baadden in weelde. Ondertussen donderde de hele infrastructuur die in de koloniale tijd was opgezet in elkaar door totale verwaarlozing. De gewone man (m/v) stierf van de honger en van de desolate toestand waarin de gezondheidszorg verkeerde, of werd om onduidelijke redenen vermoord. De Mobutu-clan vloog met de Concorde naar een goed geoutilleerd Frans ziekenhuis als er sprake was van enig fysiek ongemak.

Mobutu vergat zichzelf zeker niet. Hij liet een nieuwe stad bouwen midden in de rimboe, van alle luxe voorzien. Ook het volk gaf hij op zijn tijd zijn verzetje: bijvoorbeeld de bekende bokswedstrijd tussen Mohammed Ali en Foreman - Rumble in the jungle - en de wat minder bekende raketlancering. Megalomane projecten en persoonlijkheidscultus waren zijn stiel. Hij was niet voor niets in de leer geweest bij Mao, Ceaucescu, Castro en Kim Il Sung.

Congo heette trouwens geen Congo onder Mobutu. Dat hadden immers die vermaledijde Belgen bedacht. Hij herdoopte het land tot Zaïre, want zo noemden de oorspronkelijke bewoners de immense rivier die het land doorsneed. De rivier inderdaad, letterlijk. De Portugese kartografen hadden het fonetisch opgeschreven, de naam die de inboorlingen noemden toen ze vroegen hoe dat natte stromende ding heette. Een rivier, mensen, dat is nou een rivier, en wij noemen dat hier een zaïre. Zaïre werd het.

Mobutu wist het nog lang uit te zingen, tot 1997 aan toe. Het land stond aan de rand van de afgrond, de inflatie was hyper - Mobutu liet ongelimiteerd bankbiljetten bijdrukken in Duitsland, waarvan hij direct de helft inwisselde voor dollars om de drukkosten te betalen - en de internationale gemeenschap had het volledig met hem gehad. Dat veranderde door zijn rol tijdens de oorlog in Rwanda. Hij ving in de provincie Kivu anderhalf miljoen Hutu's op die vanuit Rwanda de grens over waren gejaagd door moordende hordes Tutsi's. Dat heeft hem zoveel goodwill opgeleverd dat hij weer een klein beetje in genade werd aangenomen, waardoor hij zijn regeerperiode een paar jaartjes kon rekken.

Uiteindelijk waren de vluchtelingenkampen niet bepaald veilig en zijn die Hutu's door de rebellen half Congo doorgejaagd. Slechts een klein deel heeft het overleefd. De rare combinatie van uiteenlopende milities - met veel verschillende nationaliteiten en etniciteiten er in vertegenwoordigd - stormde maar gelijk door naar Kinshasa. Mobutu werd afgezet en kreeg amnestie in het altijd gezellige Togo. Hij stierf vrij kort daarna.

Inmiddels werd Zaïre de Democratische Republiek Congo en er werden verkiezingen uitgeschreven voor de organisatie waarvan de internationale gemeenschap - met name de EU - een half miljard euro bijeen bracht. Jazeker, de duurste verkiezingen aller tijden. En de verkiezingen gingen tussen een stelletje aanvoerders van kindsoldatenlegers, kannibalen, verkrachters, wreedaards. Uiteindelijk werd Kabila - de zoon van een rebellenleider - de democratisch verkozen president. Kabila senior zat al in de jaren tachtig te rebelleren aan de oostkant van Congo. Che Guevara kwam zelfs persoonlijk naar Afrika om hem in te wijden in de geheimen van de revolutie, maar hij kwam al snel tot de conclusie dat aan deze club ongeorganiseerde wilden geen eer viel te behalen.

Het is volstrekt illusoir om te denken dat een volwaardige democratie van de ene op de andere dag ontstaat. Toch is dat wat de internationale gemeenschap eist: democratie, verkiezingen, kapitalisme, mensenrechten, en snel wat! Een verlichte dictatuur is verre te verkiezen boven een democratie die democratisch is in de zin dat een niet-democratische leider op democratisch is gekozen. In dat geval maakt de westerse wereld zichzelf volstrekt monddood: deze leider is immers democratisch gekozen!

Cliëntelisme viert nog steeds hoogtij en velen hebben veel te veel baat bij een beetje oorlog en een zwakke staat, omdat ze dan vrijelijk over de grondstoffen kunnen beschikken. De rol die de internationale lievelingen Rwanda en Burundi spelen eind jaren negentig is stuitend. Massaal plunderen ze het land leeg en verkopen alle goud en diamant met grote winst. Inmiddels lijkt dat verleden tijd.

En hoe zijn de vooruitzichten? Congo staat er nog steeds slecht voor, zowel economisch, demografisch als bestuurlijk. Als het goed is zijn er dit jaar nieuwe verkiezingen. Ik hoop dat de EU wat geld apart heeft gelegd. In de tussentijd is er enige ontwikkeling dankzij massale investeringen vanuit China. Maar of dat nou goed is voor een land... De opleving is mede te danken aan een nieuw product dat in de bodem is aangetroffen en zeer gewild is: coltan, het metaal dat voor alle gsm's, computers en spelcomputers onmisbaar is. Congo bezit 80% van de wereldvoorraad.

Van Reybrouck weet ondanks de soms zeer zware kost - als je leuke ideeën op wil doen voor sadistische martelmethoden ben je in het boek aan het goede adres - goed het evenwicht te bewaren tussen te zwaar en licht. Licht: het dagelijks leven, de rol van muziek en voetbal, de buitenissigheden van allerlei types die in het boek figureren. Zwaar: in sommige delen word je welhaast misselijk van alle ellende en wreedheid die over je wordt uitgestrooid. Geen boek voor tere zieltjes. Gelukkig ben ik dat niet, want het is een prachtboek!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten