HET LANDELIJK BUREAU, deel 1: Meneer Buijskens
Een derde voorpublicatie
Johan fietst met Shida en Bram door het Vondelpark op weg naar het Landelijk Bureau van VluchtelingHulp. Het Vondelpark lijkt langzaam maar zeker uit zijn winterslaap te ontwaken. De treurwilgen dragen een lichtgroene sluier, het speenkruid bloeit en de aaibaarheidsfactor van de katjes stijgt met sprongen. De stralen van een timide voorjaarszonnetje verdrijven dauw en kou. Halsbandparkieten vliegen krijsend achter elkaar aan, een paartje nijlgansen is gek geworden. De exoten zijn goed vertegenwoordigd in het park. Shida en Bram zijn in een gesprek verwikkeld over... ja, waar gaat het eigenlijk over? Johan heeft uiterst beroerd geslapen en zit sowieso niet te wachten op een gesprek. Hij heeft last van zijn bekende sociale jetlag. Hij focust zijn slaapdronken ogen op de ontluikende flora en fauna vol paringsdrift.
Johan volgt Shida en Bram de deur door richting fietsenkelder. De helling zet zijn fiets in een hogere versnelling. In volle vaart rijdt hij op de fietsenrekken toe. "Zo gaat het nou elke dag", denkt hij , "je komt vol vaart en energie aan en nog voor je de trap op bent is alles weer weg. Moet ik toch, net als Shida en die 20 anderen afgelopen jaar, hier niet gewoon eens weg?"
Johan loop zijn kamer in en begroet Martha. Hij zet zijn computer aan en loopt naar de kapstok om zijn jas op te hangen. Hij groet zijn collega's, Bas is er nog niet, zeker weer te laat. Hij gaat terug naar zijn kamer, doet zijn la open en pakt zijn koffiemok. Hij haalt koffie, cappuccino voor Martha en een dubbele espresso voor hemzelf.
Hij gaat zitten achter zijn bureau en logt de telefoon in, daarbij aangemoedigd door een blikkige vrouwenstem. Hij pakt de krant en spreidt hem uit op zijn bureau. Achterin zijn la ligt nog een klein oud beige uitgeslagen stukje chocola. Het is beter dan niets. Om en om neemt hij een muizenhapje chocola en een slokje espresso. Zo is de koffie nog een beetje te drinken. Hij scant de krant. Ach gossie, Swimmer is overleden, meldt de krant. Een foto van een huilende ijsbeermoeder bij een soort wit openhaardkleedje. "Waarom zijn ijsberen op de Noordpool toch zo veel witter dan in de dierentuin?" denkt Johan. Hij leest verder en komt een gek bericht tegen waarvan hij enigszins moet gnuiven. Hij zegt tegen Martha: “Moet je horen, er is een onderzoek gedaan, conclusie: het merendeel van de leidinggevenden zit niet op de juiste plek. En waarom? Omdat ze de alfafactor missen. De X-factor voor managers!” "Wat is dat dan?" vraagt Martha. "De alfafactor? De leidinggevende moet een alfa-male zijn: assertief, empathisch en zelfkritisch. Nou, dan weet je wel waar het aan schort hier!" Martha kan niks anders zeggen dan een bedeesd "ja".
---
Johan klapt in een lachstuip over zijn toetsenbord heen. De reden is een e-mail van een collega. Weken terug heeft hij een mail gestuurd naar aanleiding van een vraag van een belangenbehartiger van gehandicapte biseksuelen die iets met vluchtelingen van dat soort wil gaan doen. "Wat is er?" vraagt Martha, die niet ziet of Johan nu in huilen is uitgebarsten, gek is geworden of gewoon en ouderwetse lachstuip heeft. Hij leest de mail voor: "De vraag van Jacco Strohelm is besproken en we hebben afgesproken dat we er een 'strategische dialoog' op los laten, dat betekent dat we gaan onderzoeken of we er wat mee gaan doen, en zo ja wat ." Hij vervolgt na nog weer een lach: "Het is net als die metafoor van Bertil bij zijn geweldige afscheidsstuk van dinsdag: VluchtelingHulp als bus die op een kruispunt af dendert waar net een oud vrouwtje oversteekt. Bertil zegt tegen de chauffeur: "Zie je die vrouw niet, zou je niet remmen?!", waarop de chauffeur antwoordt: "Nee, dat kan echt niet zo maar, we moeten daar wel eerst een strategische dialoog op loslaten."
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten