zaterdag 10 januari 2009

IJS EN WEDER

Een maandje terug had ik zusje aan de telefoon. Ze had gewandeld langs de Zederik, een wetering die loopt van het Merwedekanaal naar de Lek. Je kan er prachtig wandelen langs de rietkragen. Je kan er zwarte sterns en purperreigers spotten. En vroeger kon je er in de winter wekenlang fantastische schaatstochten maken. Die prachtige schaatstochten, daar moest zusje aan terugdenken toen ze daar aan het wandelen was. En dat dat tegenwoordig nooit meer gebeurt, een winter met schaatsijs. Al hingen de vellen aan je voeten, je schaatste door. Als het echt een goede winter was dan kon je onder de A27 door schaatsen. En als het echt een héle goede winter was dan kon je over hotseknotseschotsenijs het Merwedekanaal afschaatsen tot aan Meerkerk en daar overklunen naar de Zederik. Je kon doorschaatsen tot aan de voet van de Lekdijk, waar de Zederik ophield. Daar was in het plaatsje Sluis een cafeetje waar je - na een listig stukje klimmen tegen de dijk op - warme chocomelk kon drinken.

Ik kan me vooral nog een tocht herinneren met superijs. Het had klaarblijkelijk een paar nachten zo hard gevroren dat er een volmaakt gladde ijslaag was ontstaan. Het was net glas, je kon op de ondiepe plekken de bodem zien. Het water was zo snel bevroren dat onder het ijs allerlei klein watergrut - krink'lend wrink'lend waterding - gevangen was geraakt. Je kon, met de knietjes op het ijs en het ijs als vergrootglas, zeldzaam goed zwarte en geelgerande waterkevers, bootsmannetjes en vissen, die met hun buikje tegen het ijs hingen, bekijken. Een paradijs voor de zoetwaterentomoloog in me. Het was alleen jammer dat er best veel schaatsers waren die er van uitgingen dat iedereen netjes in de schaatsstroom meeging.


Inmiddels is het een maand nadat ik zusje aan de telefoon had. En het is eindelijk zo ver: er kan weer geschaatst worden. Vorige week op de Molenpolder en vandaag (9 januari) een toertocht op de Loosdrechtse Plassen. Al om 9:15 uur ben ik op de fiets op weg naar Tienhoven. Het heeft er zelden zo mooi uitgezien: een laag winterzonnetje beschijnt een totaal berijpt polderlandschap. Elke boom, elk huis, elk grassprietje, alles is bedekt met een laagje rijp. Ook de rug van een minipony in wintervacht. Vooral de treurwilgen zien er magnifiek uit onder hun laagje ijs. Als een bevroren waterval waar niks treurigs aan is. Op onverklaarbare wijze zijn er in de Bethunepolder nog sloten ijsvrij. Het kan natuurlijk komen doordat er veel stroming is vanwege het kwelwater, dat is niet onwaarschijnlijk. In dat geval zijn de sloten op verklaarbare wijze ijsvrij. Als ik langs fiets, vliegt een groepje smienten op, vreemd genoeg vergezeld van een eenzaam nonnetje. Voor de vegetariërs: dat is een grappig witzwart soort van eendje. De wilde eenden zijn een stuk tammer en blijven zwemmen waar ze zwemmen.

Ik wist niet eens dat er een tocht mogelijk was, maar er blijkt een rondje om de Loosdrechtse Plassen uitgezet te zijn te zijn. Ik bind de schaatsen onder. Ik heb vanochtend nog met een priem extra gaatjes voor de veters gemaakt. Er waren er al meerdere uitgescheurd waardoor de schaatsen nauwelijks vast te snoeren waren. Nu wel. Het is een fantastische tocht. Het schaatsen gaat behoorlijk soepel en het ijs is prima. En wat is het godsgruwelijk mooi, ijs zo ver het oog reikt, berijpte elzen en riet, een ongekende rust. Het is fantastisch om de Loosdrechtse Plassen eens helemaal van de andere kant te kunnen zien.


Na een kilometer of 10 - het gaat nog steeds redelijk soepel - loopt de schaatstocht over de Drecht, een riviertje dat voor een groot deel midden door de plas loopt, met aan beide zijden slechts een smal strookje oever, begroeid met knotwilgen, berken, elzen en rietpluimen. En alles weer verpakt met een dun laagje ijskristallen. Door de lage winterzon lijkt het een hemelse tunnel omgeven door - excusez! - wit licht. Als er een hemel is, en die is er niet... Oké, ik zeg het anders: als ik de hemel mocht ontwerpen dan zou die er zo uitzien, en dan bij 25 graden zodat je in T-shirt en korte broek, en op slippers met ijzers kunt schaatsen, en als je valt voelt het ijs - dat uiteraard niet koud is - als eendendons, en bovendien val je niet, want het is tenslotte de hemel!


Als ik ongeveer op dat punt ben in mijn gedachten heeft de Drecht een bocht gemaakt en kom je weer uit op de plas. Dat het zo soepel ging dat eerste stuk was niet voor niets: nu blijkt dat ik de hele tijd wind mee heb gehad, of minstens niet tegen. Dat valt nog niet mee, schaatsen met tegenwind. En het lijkt er op dat ook de ijskwaliteit hier een stuk minder is, of denk ik dat alleen maar? In een mij vrij onbekend deel van de bips heeft zich acuut spierpijn genesteld. Ik krijg problemen met mijn toch al niet zeer verfijnde techniek. Er moet een handje van de rug om de vaart er in te houden, en ik besef dat mijn arm telgangt. Op de een of andere manier krijg ik het niet voor elkaar om uit de telgang te geraken, dus ik ga maar even rusten. Helpt meestal prima: schaatsen los, schaatsen vast, even zitten en weer verder. Maar nee, ik merk dat de koek toch wel op is.

Gelukkig nader ik een echte koek & zopietent. Een warme chocomelk met slagroom, daar kun je wel weer even op vooruit! Het blijkt uiteindelijk nog maar een schieteindje te zijn naar het beginpunt. En dan heb ik toch mooi 25 kilometer geschaatst. De auto's staan inmiddels tot in Tienhoven city aan toe. Kunnen ze dat niet gewoon weer elk jaar doen, een echte winter met een maandje ijspret? Als er een partij komt die zich hier sterk voor maakt zal ik de eerste zijn die er op stemt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten