maandag 26 januari 2009

MOBIEL

Vorige week was ik op een nieuwjaarslezing van de NVB. Onderwerpen waren Web 2.0 en netwerken op internet. Doelgroep vormden informatiespecialisten van speciale bibliotheken. Web 2.0 is gericht op interactiever gebruik van internet. Dat kan op veel manieren: on line delen van video's, foto's, blogs of complete bibliotheken. Communiceren, netwerken en gelijkgestemden zoeken via twitter, hyves, linked in. Tenenkrommende reacties schrijven over onderwerpen waar je geen verstand van hebt op fora en blogs. Samen werken aan een lemma voor een soort van Wikipedia. Je om de 5 minuten per mail laten attenderen op nieuwe berichten op ontelbare sites.

Een jaar of wat geleden zou dit soort verhalen me met afschuw vervullen. Tot 2 jaar geleden deed het bezitten van een mobiel dat ook met me. Nu heb ik er een en ik gebruik hem zelfs soms. Ik heb een hyves met al meer dan 50 vrienden. Ik heb een blog. Een Twitter-account (nooit gebruikt). Een Wiki. Ik beheer websites. Ik doe aan contentbeheer. Ik geef het ruiterlijk toe: ik ben een informatiemanager! En ook VluchtelingenWerk moet er aan geloven en een beetje Web twee punt nullig gaan opereren. En daarom mag je dan naar dit soort lezigen. Maar misschien moeten we de fase van Web 2.0 maar overslaan en direct inzetten op de trede die daarna lijkt te gaan komen.

Want net nu ik een beetje gewend dacht te zijn geraakt aan al die toch bizarre ontwikkelingen van de laatste jaren, werden me tijdens de bijeenkomst een paar toekomstscenario's ontvouwd die me ernstig voor die toekomst deden vrezen. Want eigenlijk is Web 2.0 alweer een beetje achterhaald: interactiviteit op het wereldwijde web dat blijft, alleen het niveau waarop gaat veranderen. Zo hebben we Web 2.5, waarin de communities (ja, van dat woord kreeg ik vorig jaar ook nog het zuur, maar nu durf ik het al hardop te zeggen!) niet langer louter zijn gegroepeerd rond gedeelde interesses. Neen, dat kon natuurlijk beter! Web 2.5 wil in die communities een complete Roos van Leary verwerken, zodat menstypes waar je potentieel niet mee zou kunnen opschieten uit jouw netwerk geweerd worden. Na 2010 hoef je dus niet meer te leren omgaan met de grootste eikels van de afdeling, want die zijn er al uitgefilterd. Dat scheelt weer investeren in het doorgronden van vaak slecht leesbare gebruiksaanwijzingen van collega's en verhoogt de arbeidsvreugd.

De laatste ontwikkeling die voorzien wordt is - er is inderdaad niets zo voorspelbaar als een internetguru - Web 3.0. Van dat verhaal werd ik een beetje mismoedig en van het bijbehorende illustratieve filmpje zelfs zeeziek. Het medium in kwestie is de Google Phone, die jou kent, je profiel, en de hele wijde wereld. Dit fenomeen werkt op twee manieren: in de eerste plaats vertelt de Google Phone je waar je leuke dingen kunt vinden die aansluiten bij je profiel. Ik zal even mijzelf nemen als uitgangspunt: ik loop door een straat in Barcelona en mijn Google Phone begint te bliepen: let op, binnen een straal van 100 meter is er een platenzaak waar ze uit de Rare Tunes Collection volume 3 van From latin to jazz dance hebben. Ik word er naar toe geleid en de zo gewilde geluidsdrager is van mij! Het apparaat heeft even later door dat het etenstijd is en leidt me naar een ultiem restaurantje waar ze het allerfavorietste gerecht uit mijn profiel hebben: verse barracuda van de steenkoolgrill, hoezee! En dat met mijn favoriete uitzicht ook nog, en zo waar (hoe weet ie dat allemaal?!) ook een hele fijna akoestiek. Later word ik naar een geweeeeeldige jazzclub geleid waar... Afijn, het beeld is helder.

De tweede manier werkt als het ware andersom: je kunt a la Google Earth vanachter je computer alvast een tour nemen door Barcelona, in cyberspace langs die platenzaak gaan en alvast die zeer gewilde cd luisteren. Je kunt het restaurant virtueel binnenwandelen en live iemand vragen hoe de barracuda van de steenkoolgrill smaakt. Je kunt naar het programma van de jazzclub kijken, maar ook direct on line meejammen met de sessie van die avond. Het filmpje van de cybertour die de lezingenman me voorschotelde deed me duizelen: winkel in en uit, als Spiderman de straten door, door het raam naar een vast niet willekeurige woonkamer, waar je via een schilderij dat geen schilderij is iemands computer binnengaat en interessante bestanden downloadt. Privacy is blijkbaar meer iets voor het echte leven.

Ik heb het idee dat ik toch nog een beetje moet wennen aan deze cyberachtige toekomstschets. Maar ach, met dat mobieltje is het me ook gelukt en, ik geef het toe, ook dat ding heeft zo zijn voordelen. Nu de rest nog.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten