woensdag 17 maart 2010

WRAK

Op Discovery Channel wordt het programma 'Destroyed in seconds' uitgezonden. De naam dekt de lading heel behoorlijk: in luttele seconden vallen speedboten uit elkaar, storten complete villa's in een rivier en vliegen raceauto's desintegrerend door de lucht. Deze beelden worden afgewisseld met antiek uitziende beelden van ondergrondse kernproeven waardoor de aardkorst uiteen gereten wordt en Kuifje-raketten die na lancering slechts een paar meter los komen van de aarde om vervolgens terug te storten, waarbij de nog volle brandstoftank voor een gigantische explosie zorgt. Ik moet zeggen: ik kijk er graag naar.

In mijn jongensjaren moest je een jaar wachten op - achteraf - wat lullige botsinkjes van DAF-jes en rondvliegend cardboard van caravans bij Achteruit Rijden. Ik had al vroeg een lichte obsessie voor botsingen en van die dingen. Je had speelgoedauto's die uit elkaar vlogen als ze ergens tegenaan reden. Die wilde ik dolgraag hebben. Je kon na elke bosting de auto weer in elkaar zetten, want die bestond uit losse onderdelen. Op de reclame op tv en in de krantjes die rond Sinterklaas massaal werden verspreid zag dat er echt heel gaaf uit (of hoe noemde je dat in die tijd?). Ik denk dat mijn ouders zeiden dat dat in het echt lang zo mooi niet was als op tv. En ze gaven liever Fischer Technik.

Ter compensatie ging ik met vriend S. zelf maar auto's beschadigen. Speelgoedauto's wel te verstaan. De botsing hoefden we niet te simuleren. Het ging om de deuken, de beschadigingen. We legden het autootje gewoon onder een tafelpoot en gooiden onze niet al te zware jongenslichaampjes bipsgewijs met een flinke klap op de tafel. Het was nog best moeilijk om de auto hierbij precies goed onder de tafelpoot te houden. Bij sommige autootjes moest je dit procedé echt een keer of wat herhalen voor er een mooie deuk ontstond.

Soms bedachten we iets spectaculairders. Alhoewel, vaak hebben we dat niet gedaan. Het was toch wel gevaarlijk om achter een bulldozer aan te rennen, om dan net voor de rupsband je autootje rechtop neer te zetten. De bulldozer kon niet anders dan dwars over het autootje te rijden. Als de bulldozer voorbij was, was inderdaad het dak prachtig mooi ingedeukt. Gaaf! Maar er was nog een reden waarom we dit niet vaak hebben gedaan: je kreeg het autootje gewoon niet meer los uit het asfalt, hoezeer je ook aan het wrikken was.

De liefde voor wrak en botsing ging verder dan speelgoed. Als we vroeger met paps en mams naar de Autorama en Piet Kerkhof gingen in Utrecht, stonden daar autowrakken opgesteld. Geen idee waarom, een sloperij was er niet, maar ze stonden er. Ik was natuurlijk eerder klaar met winkelen dan mijn ouders en ging dan kijken bij de autowrakken. Het had iets heel spannends. Eigenlijk was ik als de dood dat ik ergens bloedspetters of vergeten afgerukte lichaamsdelen zou vinden. Maar toch, ik moest kijken. Als mijn ouders dan kwamen vond ik het jammer dat we vertrokken, maar ergens was ik ook blij dat ik niks engs had gezien.

Ooit stond er ergens op 'ons' Pleintje een sportief autootje, een MG of zo, met open dak. De auto was van de zoon van de buurvrouw, en hij had een botsing gehad (alsof je een botsing kunt hebben...). Ik had een onbedwingbare behoefte om naar de prachtig gebutste auto te kijken. Dit was een typisch geval van Destroyed in seconds: de auto was flink gehavend. Kort daarna had ik een beetje een morbide droom. Het is een van de zeer weinige dromen uit die tijd die me nog bij staat. Ik was bij buurvrouw en vroeg hoe het met haar zoon ging na het ongeluk. "Tsja, niet zo goed", zei buurvrouw, "kijk maar!" Ze kwam terug met het hoofd van zoon. Ze hield het vast aan het lange donkere krullende haar, zonder emotie, alsof het een ding was. Ik neem aan dat ik bij ontwaken geschrokken en op kousenvoeten naar boven ben gegaan om mijn bange gemoed te laten sussen door paps en mams.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten